Er is een groot verschil tussen het zoeken naar een bruid voor Izak en de manier waarop Jakob dat doet. Bij het zoeken naar Rebekka neemt het gebed een grote plaats in (Gn 24:12-14,21,26,27,42-48,52,6312Toen zei hij: HEERE, God van mijn heer Abraham, laat het mij vandaag toch gebeuren en bewijs Abraham, mijn heer, Uw goedertierenheid.13Zie, ik sta bij deze waterbron en de dochters van de mannen van de stad komen om water te putten.14Laat het zo zijn dat het meisje tegen wie ik zeg: Laat toch de kruik van uw schouder zakken, zodat ik kan drinken, en dat zal zeggen: Drink, en ik zal ook uw kamelen te drinken geven, dat zij het meisje is dat U voor Uw dienaar Izak bestemd hebt. Daaraan zal ik dan weten dat U mijn heer goedertierenheid bewezen hebt.21De man sloeg haar zwijgend gade om te weten te komen of de HEERE zijn weg voorspoedig gemaakt had, of niet.26Toen knielde die man en boog zich voor de HEERE neer.27Hij zei: Geloofd zij de HEERE, de God van mijn heer Abraham, Die mijn heer Zijn goedertierenheid en Zijn trouw niet onthouden heeft. Wat mij aangaat, de HEERE heeft mij op deze weg geleid naar het huis van de broeders van mijn heer.42Toen ik vandaag bij de bron aankwam, zei ik: HEERE, God van mijn heer Abraham, als U de weg die ik ga voorspoedig wilt maken –43zie, ik sta bij de waterbron – laat het dan zo gebeuren dat het meisje dat naar buiten komt om te putten, tegen wie ik zal zeggen: Geef mij toch wat water uit uw kruik te drinken,44en dat tegen mij zal zeggen: Drinkt u maar en ik zal ook water putten voor uw kamelen, dat zij de vrouw zal zijn die de HEERE bestemd heeft voor de zoon van mijn heer.45Nog voordat ik geëindigd had dit in mijn hart te spreken, zie, Rebekka kwam de stad uit, met haar kruik op haar schouder, en daalde af naar de bron en putte water. Ik zei tegen haar: Geef mij toch wat te drinken.46Zij haastte zich, liet haar kruik van haar schouder glijden en zei: Drinkt u maar, ik zal ook uw kamelen te drinken geven. Ik dronk en zij gaf ook de kamelen te drinken.47Toen vroeg ik haar en zei: Van wie bent u een dochter? Zij antwoordde: Ik ben de dochter van Bethuel, de zoon van Nahor, die Milka hem gebaard heeft. Toen deed ik een ring in haar neus en de armbanden aan haar armen.48Ik knielde en boog mij neer voor de HEERE; ik loofde de HEERE, de God van mijn heer Abraham, Die mij op de goede weg geleid had om voor zijn zoon de dochter van de broeder van mijn heer tot vrouw te nemen.52En het gebeurde, toen de dienaar van Abraham hun woorden hoorde, dat hij zich ter aarde neerboog voor de HEERE.63Izak ging tegen het vallen van de avond naar buiten om te bidden in het veld. Hij sloeg zijn ogen op, en zag, en zie, er kwamen kamelen aan.). Daarover lezen we hier niets. De dienaar in Genesis 24 heeft alle schatten van zijn heer bij zich. Jakob heeft niets. Maar evenals de dienaar vindt de ontmoeting bij een waterput plaats. Hoewel, de put is hier afgesloten en in Genesis 24 niet. En terwijl de dienaar direct met Rebekka teruggaat, verblijft Jakob in totaal twintig jaar in den vreemde.
Jakob komt op zijn reis naar het land van zijn moeder bij een put. Daarbij zijn drie kudden gelegerd. Op de put ligt een grote steen. Deze is moeilijk alleen te verwijderen, daarvoor zijn meerdere herders nodig. Daarom wachten de herders met hun kudden bij de put tot ze er allemaal zijn om dan samen de steen van de put af te nemen. Als het vee gedronken heeft, wordt de steen weer teruggelegd.
Jakob vraagt de herders of zij Laban kennen. Door het bevestigende antwoord weet Jakob dat hij op de goede weg is. Dan vraagt hij of het met Laban goed gaat. Ook daarop komt een bevestigend antwoord. Tegelijk voegen de herders eraan toe dat ze Rachel, de dochter van Laban aan zien komen, met haar kudde. Rachel is een herderin. Dan stelt Jakob voor dat zij hun vee te drinken geven en dat ze daarna kunnen gaan. Dan kan hij, zo lijkt de achtergrond van zijn voorstel te zijn, alleen met Rachel blijven. De afspraak tussen de herders is echter dat zij op elkaar wachten, om dan samen de steen te verwijderen waarna de kudden kunnen drinken.
Inmiddels is Rachel bij de put gekomen. Als Jakob haar ziet, geeft hem dat zoveel kracht, dat hij in zijn eentje de steen wegneemt. Ook zorgt hij ervoor dat de schapen van Laban kunnen drinken. In Jakob komt de herder naar boven. Dat is een teken dat hij de man is met wie God Zijn weg gaat.
God gaat met hem, hoewel hij nog niet met God gaat. De school die hij moet doorlopen, is een leerschool die ook wij moeten doorlopen. God is niet voor niets de God van Jakob. God is bezig deze Jakob te vormen. Jakob is een beeld van een gelovige die door de tucht van God steeds meer gaat beantwoorden aan Gods bedoeling met hem.