Hoofdstuk
Inleiding
Vooraf
Als we een persoonsbeschrijving van iemand geven, kunnen we dat vanuit verschillende gezichtshoeken doen. Zo kunnen we bijvoorbeeld iemand belichten als vader van een gezin. Daarnaast is het ook mogelijk diezelfde persoon te beschrijven als collega of als buurman. Op deze wijze zien we hoe vier evangelisten – onder de inspiratie van de Heilige Geest – verslag doen van het leven van de Heer Jezus tijdens Zijn verblijf op aarde. In de vier levensbeschrijvingen die we daardoor in de Bijbel hebben, vertelt Mattheüs in zijn evangelie over de Heer Jezus als Koning, Markus stelt Hem als Dienaar voor, Lukas beschrijft Hem als de ware Mens en Johannes ten slotte schrijft over Hem als de eeuwige Zoon van God.
Het doel van dit evangelie is dat we naar de Heer Jezus kijken als Knecht. Vandaar dat de oproep: “Zie, Mijn Knecht” (Js 42:1) als ondertitel voor dit boek is gekozen. Wie dit evangelie leest met het verlangen Hem als Knecht of Dienaar te zien, zal Hem leren kennen als Degene Die de gestalte van een slaaf heeft aangenomen (Fp 2:7), om tot in eeuwigheid Dienaar te zijn (Lk 12:37).
Ger de Koning
Middelburg, september 2009, nieuwe versie 2022
Doel van het evangelie naar Markus
Van de vier evangelisten geeft Markus het duidelijkste verslag van de historische volgorde van de dienst van de Heiland. Hij stelt Hem voor als de ware Dienaar of Knecht (Js 53:11), waarbij Hij tegenover Israël staat, dat een ontrouwe knecht is geworden. We zien Hem in dit evangelie in de nederige gestalte van een slaaf (Fp 2:6-8; vgl. Ex 21:6; Lk 12:37; Hb 5:8). Markus schrijft aan christenen uit de heidenen, opdat zij in navolging van de ware Dienaar kunnen leren hoe zij moeten dienen.
In vergelijking met de andere evangeliën vinden we in dit evangelie weinig woorden van de Heer, maar lezen we meer over Zijn werk en dienst. Dit wordt kernachtig uitgedrukt in het sleutelvers van dit evangelie, dat er tevens als opschrift voor kan dienen: “Want de Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en Zijn leven te geven tot een losprijs voor velen” (Mk 10:45). Dit vers is ook de verbinding tussen de twee delen van dit evangelie. Het gedeelte ervoor gaat over Zijn dienst, terwijl het gedeelte erna over Hem gaat als het offer, en wel als het zondoffer.
De schrijver Markus
Dat juist Johannes Markus dit evangelie mocht schrijven, is een bijzonder bewijs van de genade van God. Als metgezel van Paulus en Barnabas heeft hij hen tijdens hun eerste zendingsreis in de steek gelaten vanwege het werk van de Heer (Hd 12:12,25; 13:13). Hij wordt zelfs de aanleiding van verbittering en verwijdering tussen deze twee dienaren van de Heer (Hd 15:37,39). Maar God is de God van de herkansing. Van dit falen is hij hersteld (Ko 4:10; 2Tm 4:11; 1Pt 5:13), zodat hij, die zelf een ontrouwe dienaar is geweest, nu kan en mag schrijven over de trouwe Dienaar.