Hoofdstuk
Inleiding
De brief van Judas is een korte en krachtige brief. Als je de brief leest, merk je de gedrevenheid van een profeet. Gods Geest heeft Judas gebruikt om in de voortvarende taal van de profeten het kwaad in de christenheid en het oordeel daarover bij de komst van de Heer Jezus te beschrijven.
Het beeld dat jou hier van de christenheid wordt voorgesteld, is niet direct een beeld waar je vrolijk van wordt, maar het is de realiteit. Als die realiteit je zou zijn onthouden, zou je de noodzakelijke waarschuwingen missen die je moeten helpen om de aanvallen te onderkennen die op Gods waarheid worden gedaan. Tegelijk bemoedigt Judas je. Hij wijst namelijk op de onwankelbare trouw en almacht van God en de Heer Jezus voor hen die de overgeleverde waarheid willen vasthouden en tegen de aanvallen willen verdedigen.
Als je deze brief leest en je vergelijkt die met 2 Petrus 2, dan zie je dat bepaalde onderwerpen zowel door Judas als door Petrus worden genoemd. Toch worden deze zelfde onderwerpen vanuit een verschillend perspectief naar voren gebracht. Petrus richt zich tot Joodse christenen en spreekt over zonde en ongerechtigheid. Judas richt zich tot alle christenen en spreekt over de afval van de christelijke waarheid, het loslaten van het allerheiligst geloof.