Hoofdstuk
Inleiding
Het boek Openbaring is waarschijnlijk geschreven rond het jaar 90 door de evangelist en apostel Johannes. Het boek is gericht aan zeven gemeenten in Asia in die tijd (Op 1:4,11), maar is tevens bedoeld voor de hele christelijke kerk door de eeuwen heen.
Openbaring neemt onder de zevenentwintig geschriften die het Nieuwe Testament bevat, een eigen, unieke plaats in. Na de vijf historische boeken en de eenentwintig brieven, waarin ook wel profetische gedeelten voorkomen, is Openbaring in zijn geheel een strikt profetisch boek (Op 1:3). Dit laatste boek van de Bijbel openbaart onze toekomst en is daarmee een mooie tegenhanger van het eerste boek van de Bijbel dat onze herkomst verklaart.
Het gaat in Openbaring over de toekomst van de Heer Jezus. En Zijn toekomst is weer bepalend voor de toekomst van de wereld, van Israël, van de gemeente en van de duivel en zijn trawanten. In dit bijbelboek staat de Heer Jezus centraal. Het gaat om Zijn Persoon, om Zijn verlossingswerk, Zijn opstanding, Zijn verheerlijking en Zijn wederkomst.
Het boek is het grote eindstation waar alle treinen die in het Oude Testament zijn begonnen te rijden, hun eindbestemming bereiken. Ik heb het niet nagerekend, maar iemand heeft in de vierhonderdvier verzen die dit boek telt, er minstens tweehonderdachtenzeventig gevonden die je op de een of andere manier met een vers of gedeelte in het Oude Testament kunt verbinden. Dat is natuurlijk ook niet vreemd als je bedenkt dat Christus ook het onderwerp van de profetie van het Oude Testament is. In het Oude Testament wordt vooruitgewezen naar Hem als de Komende. In het boek Openbaring is Hij gekomen en als de geopenbaarde Christus het Middelpunt van alle gebeurtenissen.
Het is een boek van tegenstellingen. Je zult ontdekken hoe de geestelijke krachten licht en duisternis en goed en kwaad tegenover elkaar staan. Op dezelfde wijze staan God en Christus en de satan tegenover elkaar. Andere tegenstellingen zijn mensen die gered zijn en mensen die niet gered zijn, evenals heilige en onheilige engelen. Al deze personen zijn de acteurs die op het wereldtoneel optreden. Je zult zien hoe het toneel wijzigt en verandert van tijd naar eeuwigheid en omgekeerd. Het decor van de tentoonstelling wordt gevormd door de hemel en de aarde en de afgrond en de poel van vuur.
Alles wordt begeleid door muziek en liederen en andere uitingen van gevoelens. Het lied van de overwinning en het ‘wee’-geroep van de overwonnenen maken blij en tevens verdrietig. De afloop is dat God triomfeert en dat de heerlijkheden van de Heer Jezus zowel in het vrederijk als in de eeuwigheid schitteren in ongedimde en onsterfelijke schoonheid en glans.
Indeling van het boek
Er zijn verschillende indelingen van het boek te maken. De eenvoudigste en meest voor de hand liggende wordt in het boek zelf gegeven: “Schrijf dan wat u hebt gezien en wat is en wat hierna zal gebeuren” (Op 1:19). Het is een onderverdeling in drie delen:
1. “wat u hebt gezien”: Openbaring 1:1-20;
2. “wat is”: Openbaring 2:1-3:22;
3. “en wat hierna zal gebeuren”: Openbaring 4:1-22:21.