Hoofdstuk
Inleiding
Het boek Zacharia neemt een bijzondere plaats in onder de zogenaamde ‘kleine profeten’. Dat is zo door de lengte van zijn boek dat liefst veertien hoofdstukken bevat, maar ook omdat er uitvoerige profetieën in staan over de Messias, de wereldrijken en de oordelen daarover en over Juda, Israël en Jeruzalem.
De tijd waarin Zacharia leeft en profeteert, is na de ballingschap, evenals Haggaï en Maleachi. Zacharia en Haggaï profeteren vrij kort na de terugkeer van een handjevol Israëlieten vanuit Babel naar het land en de plaats waar de HEERE heeft gewoond. Als dit kleine groepje van Gods volk weer in het land is, beginnen ze met de herbouw van de tempel, maar houden daarmee op onder de druk van hun vijanden. Die weten koning Arthahsasta te bewegen een bevel uit te vaardigen om hen met de herbouw te laten stoppen. Het gevolg is dat de herbouw ongeveer zestien jaar stilligt, tot het tweede jaar van Darius – dat is niet dezelfde als die van Daniël, maar een latere (Ea 4:23-24).
Onder het volk is gezapigheid opgetreden. Dan roept God twee profeten, Haggaï en Zacharia (Ea 5:1). Beide profeten hebben hun boodschap opgeschreven. Wat Haggaï en Zacharia hebben geprofeteerd, is ook voor ons van belang. Daarom is het opgeschreven en opgenomen in Gods Woord.
Haggaï spreekt over “het verlangen van alle heidenvolken” (Hg 2:8), dat is de Messias, Die naar Zijn tempel komt. Daarover spreekt Zacharia ook, maar hij spreekt ook over het herstel van de twee en de tien stammen in het land, waardoor er weer één volk in het land zal wonen.
De opwekking onder Zacharia is beperkt, want na zijn optreden zakt het volk weer weg in ongeloof. Dit ongeloof vindt in de dagen van de Heer Jezus zijn hoogtepunt als Zijn volk Hem verwerpt. Toch is Zijn komst het duidelijkste bewijs van de betekenis van de naam Zacharia. Zacharia betekent ‘de HEERE gedenkt’.
Het gevolg van de verwerping is dat het volk al vele eeuwen lijdt en in de nog komende grote verdrukking een ongekend lijden zal ervaren. Ze zullen denken dat God hen vergeten is, maar ze zullen ook merken dat Hij gedenkt en op de bepaalde tijd uitkomst zal geven om hen ten slotte te zegenen. Dan zal de profetie van Zacharia ten volle worden vervuld.
Zacharia is geboren in Babel in een priesterlijke familie die gebruikmaakt van de gelegenheid die Kores biedt om naar Israël terug te keren (Ea 5:1; 6:14; Ne 12:4,16). Net als Jeremia en Ezechiël is hij zowel priester als profeet. Hij is priester door geboorte en profeet door roeping. Net als Jeremia wordt hij als jongeman geroepen (Zc 2:4; Jr 1:6). Hij treedt op twee maanden nadat Haggaï met profeteren is begonnen (Hg 1:1). De duur van zijn dienst is onbekend.
Zacharia is een jonge man. Hij moet als kind teruggekeerd zijn uit Babel en weet niets van de ballingschap en de aanleiding daartoe. Toch kiest God hem als Zijn boodschapper en niet een van de ouderen. Een jonge man vertegenwoordigt jeugdige energie die nodig is voor een trouwe dienst in ‘overblijfseltijden’.
Indeling van het boek
We kunnen van dit boek de volgende onderverdeling maken:
Deel I: Inleiding en nachtgezichten (Zacharia 1-6)
A. Inleiding op het boek (Zacharia 1:1-6)
1. Datum en naam van de schrijver (Zacharia 1:1)
2. Oproep tot bekering (Zacharia 1:2-6)
B. Serie van acht nachtgezichten (Zacharia 1:7-6:8)
1. Eerste nachtgezicht: De ruiter tussen de mirten (Zacharia 1:7-17)
2. Tweede nachtgezicht: De vier horens en de vier smeden (Zacharia 1:18-21)
3. Derde nachtgezicht: De man met het meetsnoer (Zacharia 2:1-13)
4. Vierde nachtgezicht: Reiniging en herstel van Israël als priesterlijke natie (Zacharia 3:1-10)
5. Vijfde nachtgezicht: De gouden kandelaar en de twee olijfbomen (Zacharia 4:1-14)
6. Zesde nachtgezicht: De vliegende boekrol (Zacharia 5:1-4)
7. Zevende nachtgezicht: De vrouw in de efa (Zacharia 5:5-11)
8. Achtste nachtgezicht: De vier wagens (Zacharia 6:1-8)
C. De symbolische kroning van Jozua de hogepriester (Zacharia 6:9-15)
Deel II: Het probleem van het vasten en de beloften van de toekomst (Zacharia 7-8)
1. De vraag van de delegatie uit Bethel (Zacharia 7:1-3)
2. Het verwijt van de HEERE (Zacharia 7:4-7)
3. Het bevel om zich te bekeren (Zacharia 7:8-14)
4. Tien beloften over het herstel van Israël in Gods gunst (Zacharia 8:1-23)
Deel III: Twee lasten: de Messias en Zijn rijk (Zacharia 9-14)
A. De eerste last: de komst en verwerping van de Messias (Zacharia 9-11)
1. De komst van de messiaanse Koning (Zacharia 9:1-10:12)
a. De verwoesting van de volken en de bewaring van Sion (Zacharia 9:1-8)
b. De komst van Sions Koning (Zacharia 9:9-10)
c. De bevrijding en zegen van Sions volk (Zacharia 9:11-10:1)
d. Waarschuwing en bemoediging (Zacharia 10:2-4)
e. Israëls overwinning over zijn vijanden (Zacharia 10:5-7)
f. Israëls complete bevrijding en herstel (Zacharia 10:8-12)
2. De verwerping van de messiaanse Herder-Koning (Zacharia 11:1-17)
a. Inleiding (Zacharia 11:1-3)
b. De profetie van de verwerping van de goede Herder (Zacharia 11:4-14)
c. De waardeloze herder (Zacharia 11:15-17)
B. De tweede last: de komst en ontvangst van de Messias (Zacharia 12-14)
1. De bevrijding en bekering van Israël (Zacharia 12:1-13:9)
a. De belegering van Jeruzalem (Zacharia 12:1-3)
b. De Goddelijke bevrijding (Zacharia 12:4-9)
c. Israëls complete bevrijding van de zonde (Zacharia 12:10-13:9)
2. De terugkeer van de Messias en de vestiging van Zijn koninkrijk (Zacharia 14:1-21)
a. De belegering van Jeruzalem (Zacharia 14:1-2)
b. De tekenen van de terugkeer van de Messias (Zacharia 14:3-8)
c. De vestiging van het koninkrijk van de Messias (Zacharia 14:9-11)
d. De straf van Israëls vijanden (Zacharia 14:12-15)
e. De algemene aanbidding van de Koning (Zacharia 14:16-19)
f. HEILIG VOOR DE HEERE (Zacharia 14:20-21)