Inleiding
Naar aanleiding van mijn opmerking over de wet als een gevangenis heb ik een e-mailwisseling gekregen met iemand die daarover een vraag stelde. Deze e-mailwisseling wil ik graag met u delen. De schrijfster heeft me daarvoor toestemming gegeven, waarvoor ik haar dankbaar ben.
Beste Ger de Koning
Ik heb een vraag met betrekking tot het artikel wat in de Heart Cry nieuwsbrief stond. Daarin stond onder andere dat als de wet een leefregel wordt, betekent dit een terugkeer in de gevangenis. Het is mijn oprechte en diepste verlangen om Jezus Christus te dienen, en Hem te volgen. Maar hoe weet ik hoe ik dat moet doen? Door Zijn woord te lezen, en Zijn wetten te houden. Dat is hoe ik er tot nu toe over dacht, tenminste. U lijkt dat een terugkeer te vinden naar de gevangenis, en dat schokte mij nogal.
Een tijd geleden had ik een vriendin die geloofde dat zij gered was, maar zij geloofde niet dat je de wet moest houden. Ze deed op zondag waar ze zin in had, en zo waren er nog een aantal dingen. Wij hebben hier veel over gepraat. Op een gegeven moment zei ze tegen mij dat, als ik haar vanuit het woord kon overtuigen, zij zich zou bekeren van een aantal dingen. Ik heb toen een bijbelstudie gedaan of je als geredde zondaar de wet nog moest houden. Mijn antwoord toen was Ja. Hieronder staat mijn reactie naar dat meisje toe. [Niet opgenomen.] Als u tijd heeft zou u misschien eens ernaar kunnen kijken. Zo niet dan is mijn enige vraag op dit moment: Hoe moet ik Jezus volgen, zonder wettisch te worden?
Met vriendelijke groet,
Beste …
Ik wil je eerst bedanken voor je mail, waaruit ik oprechte liefde voor de Heer Jezus proef, evenals uit het stuk dat je voor je vriendin hebt geschreven.
Dat je geschrokken bent van de gedachte dat het je houden aan de wet een terugkeer in de gevangenis betekent, kan ik in dat licht goed begrijpen. Ik ben blij met je vraag: Hoe moet ik Jezus volgen zonder wettisch te worden? Daarop wil ik graag ingaan naar aanleiding van wat je aan je vriendin hebt geschreven.
Gelukkig is je duidelijk dat je alleen door het geloof en niet door het houden van de wet zalig kunt worden. Inderdaad veroordeelt de wet de mens, hij kan die niet houden, omdat hij geen nieuw leven heeft. De vraag is vervolgens of je, als je tot geloof gekomen bent, dan wel in staat bent om de wet te houden.
Om die vraag te kunnen beantwoorden moet je weten wat de betekenis en bedoeling van de wet is. De betekenis van de wet is om de ongelovige mens zijn zonden bekend te maken. God zegt de mens hoe hij moet leven. Hij heeft de leefregels gegeven, met als beloning: leven. De wet is: doe dit en gij zult leven. Jij hebt erkend dat je op die manier het leven niet kon verdienen. Mag ik aannemen dat jij je zonden hebt ingezien en beleden voor Gods heilig aangezicht en dat je het offer van Zijn Zoon Jezus Christus hebt aangenomen als ook voor jou aan het kruis gebracht? Je behoudenis is volkomen buiten de wet om tot stand gebracht (Rm 3:21). Christus heeft voor jouw zonden Gods toorn willen dragen. Hij leed onnoemelijk en werd van God verlaten. Wat dat voor Hem betekende, zullen wij nooit ten diepste kunnen beseffen. Maar ik weet dat Hij door Zijn werk mij redde van de hel. God strafte al mijn zonden in Hem Die tot zonde werd gemaakt (2Ko 5:21). De Heere Jezus droeg al mijn zonden in Zijn lichaam op het hout (1Pt 2:24). Als de Heere Jezus de straf over mijn zonden heeft gedragen, dan mag ik weten vrij van het oordeel te zijn. God is niet onrechtvaardig om de zonden tweemaal te straffen. Daar ben ik Hem en Zijn Zoon zo ongelooflijk dankbaar voor.
Dat brengt tot het punt hoe ik die dankbaarheid en mijn liefde voor Hem kan uiten. Is dat door mij aan de wet te houden? Je schrijft de tien geboden op en zet erachter: want wij hebben God en de naaste lief. Is het houden van de wet echt het hoogste bewijs van liefde voor God en Zijn Zoon?
Stel je eens voor dat je je in een brandend huis bevindt, waar je gedoemd bent in de vlammen om te komen. Nu komt er ineens iemand bij je om je te redden. Hij is met gevaar voor eigen leven door de vlammen heengegaan en heeft in zijn reddingswerk veel brandwonden opgelopen die hem voor altijd zullen ontsieren. Als je hem opzoekt in het ziekenhuis, want zeg je dan tegen hem? Zeg je tegen hem dat je zo ontzettend dankbaar bent dat je niet tegen hem zult liegen, dat je niet van hem zult stelen, dat je hem zelfs niet zult doden? Is dat het hoogste bewijs van je liefde en bewondering voor hem? Dat is toch niet meer dan vanzelfsprekend? Wat ik zou willen weten, is: wie is die man die zijn leven voor mij heeft gewaagd, wat heeft hem bewogen? Ik zou hem beter willen leren kennen.
Zo is het met mijn Heiland. Ik wil Hem en Zijn liefde beter leren kennen. Als ik met Hem bezig ben, komt het niet in me op om iets te doen wat tegen Zijn wil ingaat. De wet doet je bezig zijn met jezelf en brengt je terug in een situatie van een gevangene die onder regels en wetten staat. Een gevangene is niet vrij. De wet beperkt de vrijheid van het kind van God, waardoor het niet in staat is God te dienen. Het kind van God is in de vrijheid gesteld om Christus te dienen door de Geest.
Te weten dat de wet niet mijn leefregel is, betekent niet dat ik vrij ben om te doen wat ik wil. Om vrij te zijn heeft Christus mij vrijgemaakt, maar niet om die vrijheid te gebruiken als een aanleiding voor het vlees maar om te dienen door de liefde. Je kunt dit vinden in de brief aan de Galaten. Ik raad je van harte aan die brief te lezen. Ik wil je daarbij graag helpen, want daar vind je het antwoord op je vraag hoe je Jezus kunt dienen zonder wettisch te zijn. Als je wilt dat ik je verder help, hoor ik het graag. Ik zal je dan mijn commentaar op de brief aan de Galaten sturen, waarover we dan verder van gedachten kunnen wisselen.
Met vriendelijke groet,
Beste Ger de Koning
Bedankt voor uw email. Ik heb er veel over nagedacht, en heb het nog nooit zo gezien. Dat komt waarschijnlijk ook door het gezin en de kerk waarin ik zit. Inderdaad heb ik door Gods genade ingezien dat ik uit mijzelf zondig en ellendig ben, maar ook de liefde van de Heere Jezus en Zijn genade mocht ik leren kennen. Ik ben 18 jaar, en woon nog thuis. We zitten in de Oud Gereformeerde Gemeente en mijn ouders geloven niets van wat ik hen verteld heb over het werk van de Heere in mijn leven. Dat is erg moeilijk. Dit vertel ik even omdat u dan misschien een beter beeld hebt van wie u voor u heeft, en omdat ik graag over dit onderwerp nog meer zou willen weten.
Ik vond het mooi wat u schreef dat als we in Zijn liefde blijven dat het dan ook niet in u opkomt om iets tegen Zijn wil in te doen. Maar ik vind het toch erg moeilijk. Het is bijvoorbeeld toch een gebod van God dat wij iets moeten zeggen van mensen die vloeken? (Sp 29:24) Ik strijd daar erg mee. Voel me verdrietig als ik het niet doe, maar ook als ik het wel doe omdat ik dan weer aangevallen wordt dat ik het niet vanuit de liefde deed, of dat ik het verkeerde gezegd heb. Ik zou het fijn vinden als u uw commentaar op de Galatenbrief opstuurt. De tekst uit Galaten 5 (Gl 5:1) komt vaak in mijn gedachten. Staat dan in de vrijheid waarmee Christus u heeft vrijgemaakt. Maar ik weet niet zo heel goed wat ik ermee aan moet.
Ik breng al mijn vragen maar bij de Heere Jezus. Het is mijn diepste verlangen om Hem te volgen, maar het is soms moeilijk om geen volwassen gelovigen te kennen, en daarom ben ik erg blij met uw mailtje.
Met vriendelijke groet,
Beste …
Bedankt dat je iets van jezelf hebt verteld. Ik kan me een beetje voorstellen dat het heel moeilijk voor je is dat je niet in je omgeving kwijt kunt wat de Heere Jezus voor je betekent. Ook je worstelingen met het doen van de wil van de Heer herken ik. Ik denk dat de brief aan de Galaten je laat zien dat je echt vrij bent in de Heer. Hierbij stuur ik je mijn commentaar op die brief toe. Dit commentaar heb ik geschreven met het oog op jongeren zoals jij. Ik hoor graag van je wat je ervan vindt. Als je iets leest wat je niet begrijpt, mail me dan gerust. Ik bid dat je de Heere je door Zijn Woord licht zal geven op wie je bent in Hem.
Met vriendelijke groet,