Huwelijk contra samenwonen
Op grond van het beginsel van een openbare huwelijkssluiting, waar de hele gemeenschap mee te maken heeft en officieel van in kennis wordt gesteld, is een samenlevingsvorm als samenwonen volledig uitgesloten. Samenwonen is niet een ‘zich hechten aan’, maar is een los verband. Een overeengekomen samenlevingscontract verandert aan dat gegeven niets. De huwelijkssluiting is een verbondsbelofte die gedaan wordt in tegenwoordigheid van iedereen die het maar wil weten. In de Nederlandse situatie houdt dat in ieder geval in ten overstaan van de vertegenwoordiger van de overheid, de ambtenaar van de Burgerlijke Stand. Hierbij komen niet alleen de rechten, maar ook de plichten van de huwelijkspartner naar voren.
Bij een samenlevingscontract worden alleen de rechten vastgelegd. Een contract bevat slechts de dingen waarover in onderling overleg en met onderling goedvinden overeenstemming is bereikt, terwijl het huwelijk een ‘all-in’-verbintenis is. Nergens in de Bijbel is er ook maar de geringste aanwijzing voor een andere samenlevingsvorm tussen man en vrouw dan het huwelijk. Samenwonen heeft op grond van wat de Bijbel zegt geen enkel recht van bestaan.
Het zal ieder die de Bijbel over dit onderwerp onbevangen en onbevooroordeeld doorleest, opvallen dat daarin alleen een overvloedig getuigenis wordt gegeven van het huwelijk. Denk eraan dat in wezen de verhouding tussen Christus en de gemeente op het spel wordt gezet als je enige ruimte zou geven aan de idee van samenwonen als geoorloofde samenlevingsvorm. Het huwelijk tussen een man en een vrouw is namelijk een afbeelding van dat wat plaats zal vinden tussen Christus en de gemeente.
Kijk maar naar de bruiloft van het Lam: “Laten wij blij zijn en ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft van het Lam is gekomen en Zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt; … En hij zei tot mij: Schrijf: gelukkig zij die geroepen zijn tot het bruiloftsmaal van het Lam” (Op 19:7,9). Hier vindt de huwelijkssluiting plaats tussen Christus en de gemeente. Dat wordt ook op deze plaats, in de hemel, voorgesteld als een openbare zaak waarbij sprake is van een maaltijd waaraan velen deelnemen.
Bij veel bruiloften in de Bijbel neemt de maaltijd een centrale plaats in. Familie en ook vrienden en bekenden worden uitgenodigd daaraan deel te nemen. Hierdoor wordt het openbare karakter van de huwelijkssluiting onderstreept en delen velen in de vreugde die het deel is van bruid en bruidegom. Is het niet opmerkelijk dat in bijna alle culturen de huwelijkssluiting een zaak van de gemeenschap is?
Boterbriefje?
Nu eerst een opmerking over wat wel schamper ‘het boterbriefje’ wordt genoemd. Daarmee bedoelt men de huwelijksakte die wordt opgemaakt door de gemeentelijke overheid. Door er zo over te spreken geeft al aan hoe er tegen een officiële bekrachtiging van het huwelijk wordt aangekeken. In de landen waarin wij wonen, in het westen, is het gebruikelijk dat een huwelijk bekrachtigd wordt door een ambtenaar van de Burgerlijke Stand. Dat benadrukt het officiële karakter ervan.
Het is in overeenstemming met Gods Woord om deze gang van zaken te respecteren, omdat het (nog steeds) om een overheidsinstelling gaat. Helaas laat met name de overheid het in deze zaak steeds meer afweten. Maar zelfs al zou er een tijd komen dat de overheid zich helemaal niet meer met huwelijkssluitingen bemoeit, dan nog geeft de Bijbel de aanwijzing dat een huwelijk gesloten wordt in tegenwoordigheid van getuigen.
Je zou je kunnen voorstellen dat deze getuigen de christenen zijn van de geloofsgemeenschap waartoe je behoort. Tegenover de oudere broeders en in bijzijn van iedereen die er maar bij kan en wil zijn, zou je dan de trouwbelofte kunnen afleggen.
En, wees eens eerlijk: als je echt de man of vrouw van je dromen van de Heer hebt gekregen, dan kun je je geluk toch wel van de daken schreeuwen? Dan mag en moet iedereen het toch weten dat jij van hem of haar bent en zij of hij van jou is? Dan wil je toch niet anders dan alles met elkaar delen?
Liefde slaat om in haat
Een volgend gedeelte met het nodige onderwijs over seksualiteit is de geschiedenis van Amnon, een zoon van David, en zijn halfzuster Tamar (2Sm 13:1-13). Amnon was razend verliefd op Tamar. Zijn gevoelens hadden zo de overhand bij hem dat hij door een smoes, die een vriend hem aan de hand deed, Tamar bij zich liet komen en haar vroeg om bij hem in bed te komen. Tamar deed nog haar best om hem tot andere gedachten te brengen. Maar tevergeefs: “Hij wilde echter niet naar haar stem luisteren, maar omdat hij sterker was dan zij, verkrachtte hij haar en sliep met haar” (2Sm 13:14).
Hij had zijn zin. Was hij nu tevreden? Het is ontstellend om te lezen: “Daarna haatte Amnon haar met een heel diepe haat. Ja, de haat waarmee hij haar haatte, was groter dan de liefde waarmee hij haar had liefgehad. Amnon zei tegen haar: Sta op, ga weg!” (2Sm 13:15).
Uit deze geschiedenis leer je twee dingen. Ten eerste de kracht van de seksuele begeerte. Het is een niet te temmen kracht als je niet hebt geleerd jezelf te beheersen. Deze kracht is onweerstaanbaar als je je niet onderwerpt aan de regels die God daarvoor in Zijn Woord heeft gegeven. Ten tweede zie je dat, nadat hij zijn wellust heeft bevredigd, zijn liefde omslaat in haat.
Deze twee lessen uit deze geschiedenis herhalen zich dagelijks in het leven van (jonge) mensen die doen als Amnon. Zij gebruiken seks als een los verkrijgbaar artikel. Vaak hebben mannen die meisjes hebben verleid, later een afkeer gekregen van die meisjes. Bij die omgang is er dan vaak sprake van medewerking van die meisjes, wat bij Tamar niet het geval was. Tamar was zich bewust dat het wegzenden een nog grotere schande was dan dat Amnon haar had verkracht, hoe erg ook dat al was. Als hij een vent was geweest die nog enig fatsoen bezat, had hij haar tot vrouw genomen. Maar dat was er bij hem niet bij.
Hoewel ongeoorloofde geslachtsgemeenschap zeker niet gelijk te stellen is aan verkrachting, kun je uit de geschiedenis van Amnon en Tamar wel een belangrijke les trekken, namelijk dat een ongeoorloofde geslachtsgemeenschap geen zonde is die je eventjes kunt belijden, waarna alles weer in orde is. Je hebt je op een intieme manier met een ander verenigd.
Ik zeg niet dat er altijd een huwelijk moet volgen. Ik heb al gewezen op het verschil tussen het ‘één lichaam’ zijn en het ‘één vlees’ zijn. Maar om daaruit de conclusie te trekken dat er daarom in geen enkel geval verplichtingen zijn ontstaan, gaat te ver. Ieder geval is anders en er zal openheid naar de Heer, naar elkaar en naar enkele geestelijk gezinde gelovigen moeten zijn om tot een goede beslissing te komen.
Gevolgen van de zonde
Eén daad als gevolg van bandeloze begeerte brengt een zee van ellende met zich mee: Tamar is onteerd, de familie te schande gezet, haat heeft de overhand en enige tijd later komt er ook nog moord uit voort. Het is een trieste herhaling van wat de vader van Amnon, koning David, zelf heeft gedaan (2Sm 11:1-5). Hij heeft zich ook door zijn begeerte laten leiden, toen hij Bathseba zich zag baden. Hij liet haar bij zich komen en had gemeenschap met haar, hoewel zij getrouwd was. Als hij de boodschap krijgt dat zij zwanger is, probeert hij via slinkse wegen zijn daad weg te moffelen. Het lukt allemaal niet. Er blijft hem één ding over: Uria, de man van Bathseba te laten omkomen in de strijd, wat erop neerkomt dat hij hem laat vermoorden (2Sm 11:6-25). Koning David wordt een moordenaar, omdat hij de zonde verborgen wil houden.
Wat is er al een ellende voortgekomen uit ongeoorloofde geslachtsgemeenschap, of die nu plaatsvond vóór het huwelijk of buiten het huwelijk. Ik hoop dat jij je door zulke duidelijke Bijbelse voorbeelden laat waarschuwen.
Overspel en hoererij
Ook in het boek Spreuken staan heldere waarschuwingen. Bijvoorbeeld:
“Wie met een vrouw overspel pleegt, is zonder verstand.
Wie dat doet, richt zijn ziel te gronde.
Plaag en schande zal hij vinden
en zijn smaad zal niet uitgewist worden,
want jaloersheid is [de] woede van een man
en hij zal geen medelijden hebben op de dag van de wraak.
Hij zal geen enkel losgeld aannemen,
en er niet in bewilligen, al vergroot men het geschenk” (Sp 6:32-35).
De reinheid van het huwelijk en de listen om je ontrouw te laten worden aan je eigen vrouw worden aan je voorgehouden.
Nog een tekst die er geen twijfel over laat bestaan hoe God denkt over voorhuwelijkse en buitenhuwelijkse relaties: “Laat het huwelijk bij allen in ere zijn en het huwelijksleven onbezoedeld, want hoereerders en overspelers zal God oordelen” (Hb 13:4).
Het huwelijk is iets wat in hoog aanzien moet worden gehouden, gewaardeerd als een instelling van God. Er moet eerbied voor zijn. Die eerbied kun je alleen tonen door er rekening mee te houden en het huwelijk als zodanig te handhaven. Er wordt voor niemand een uitzondering gemaakt, het moet “bij allen” in ere worden gehouden.
Het woord “huwelijksleven” kan ook vertaald worden met ‘bed’. Wanneer het huwelijksleven of bed bezoedeld wordt, is er dus sprake van overspel, van ongeoorloofde geslachtsgemeenschap door iemand die met een ander dan de eigen huwelijkspartner gemeenschap heeft. Overspel is een vorm van hoererij, maar hoererij omvat meer dan overspel. Hoererij is vaak de verzamelnaam voor alle vormen van ontucht waaraan ongetrouwden zich schuldig kunnen maken, door los van de huwelijksband seksuele omgang met iemand te hebben.