Het Vaderhuis
Het huwelijk is een instelling van God. Dat is wel duidelijk. Het is de intieme sfeer die Hij creëerde waarbinnen mag worden genoten van de seksualiteit als een gave van Hem. En dat niet alleen. Het huwelijk is ook de enige en tevens ideale relatievorm waarbinnen kinderen geboren kunnen worden. De geborgenheid van een vader en moeder die elkaar trouw hebben beloofd en elkaar trouw zijn, is voor een kind de ideale sfeer om op te groeien en tot volle ontplooiing te komen.
God heeft niet alleen het huwelijk bedacht, Hij is ook de Ontwerper van het gezin. Het huwelijk is een beeld van hemelse dingen, van Christus en Zijn gemeente. Ook het gezin is een beeld van hemelse dingen. De verhoudingen in het gezin zijn bedoeld om op aarde de verhoudingen tussen de hemelse Vader en Zijn kinderen te weerspiegelen. Het gezin mag iets weergeven van het Vaderhuis.
Evenals bij het huwelijk doet de satan er alles aan om gezinnen te verwoesten. Hij haat elke uitbeelding van Gods liefde op aarde. Daarom heeft hij zoveel baat bij het samenwonen als surrogaat van het huwelijk. Het voorrecht om iets van de vertrouwelijkheid en geborgenheid het Vaderhuis te mogen weerspiegelen, ontbreekt bij het samenwonen.
Kinderwens
Bij samenwoners ontbreekt veelal de wens om in hun relatie kinderen te hebben. Aan samenwonenden is gevraagd waarom zij voorlopig kinderloos willen blijven. De ondervraagden geven als argumenten onder andere dat ze zich te jong vinden dat ze zich dan te gebonden voelen, dat ze eerst van het leven willen genieten, studeren, elkaar beter leren kennen, of dat ze er (nog) geen behoefte aan hebben. Als argumenten voor een blijvende kinderloosheid zijn gegeven: de onzekerheid van de relatie, de beperking van de bewegingsvrijheid, financiële overwegingen.
We hebben al geconstateerd dat dit past in het denken en leven van de hedendaagse mens, die alleen uit is op bevrediging van de eigen, egoïstische wensen. Zo denkt en leeft de mens die zich van God en Zijn opdracht niets aantrekt, er niet eens naar vraagt, mogelijk er zelfs helemaal niets van weet. Mede vanwege deze laatste mogelijkheid is dit boekje geschreven. Mensen weten niet meer wat God heeft gezegd. Daardoor hebben ze geen zicht op de ware bedoeling van de aspecten van het leven waarover het in dit boekje gaat en de zegen die daaraan verbonden is.
Het al eerder genoemde gezinsrapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (2011) vermeldt ook iets over het uitstellen van het huwelijk en het moederschap: ‘In het Onderzoek Gezinsvorming van het CBS is aan vrouwen zelf gevraagd waarom zij het moederschap uitstellen. De belangrijkste reden die genoemd wordt, is ‘om eerst nog van de vrijheid te genieten’; een op de vijf vrouwen geeft dit als reden aan (CBS 2009a). Een bijna even groot deel geeft aan nog geen (geschikte) partner te hebben gevonden. Voor een op de tien vrouwen is de carrière of het opdoen van werkervaring de belangrijkste reden. Deze reden wordt vaker genoemd door hoogopgeleide vrouwen (17%) dan door laag- of middelbaar opgeleide vrouwen (4%). Ook geven vrouwen redenen aan om het moederschap uit te stellen die te maken hebben met de partner. Bijna 10% geeft aan dat de relatie nog onzeker was en in bijna 5% van de gevallen blijkt de man het nog te vroeg te hebben gevonden om een gezin te stichten.’
In het vorige gezinsrapport (1997) wordt gewezen op de risico's van het uitgestelde moederschap. ‘De keuze voor uitstel van moederschap kan ongewild overgaan in definitieve kinderloosheid. Voor veel vrouwen die uiteindelijk wel een kind wensen, is dat een grote teleurstelling, die het welzijn ernstig aantast.’ Waarvan acte!
Kinderen horen erbij
Huwelijk en gezin zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Het krijgen van kinderen hoort er helemaal bij. Het is bij jonggehuwden niet meer vanzelfsprekend om er vanaf de trouwdag naar uit te zien dat God de geslachtsgemeenschap zal zegenen met het geven van kinderen. En dat terwijl we kinderen mogen zien als “het eigendom van de HEERE”, en “de vrucht van de schoot” als een beloning (Ps 127:3).
Over het wachten met het krijgen van kinderen staat in het gezinsrapport van het SCP 2011: ‘Tot ver in de jaren zestig van de vorige eeuw was het krijgen van kinderen een vanzelfsprekend onderdeel van het huwelijksleven. De meeste mensen besloten na een verloving te gaan trouwen en de wens om kinderen te krijgen werd maar zelden ter discussie gesteld (Beets 2008). Als je trouwde kwamen de kinderen ‘vrijwel vanzelf’. Pas als er kinderen waren, was het huwelijk compleet. Geboorteregeling werd na de jaren zestig gemeengoed en door de effectieve toepassing van anticonceptiemiddelen kon het vruchtbaarheidspatroon veranderen. Het maakte de weg vrij voor uitstel of zelfs afstel van het krijgen van kinderen (De Graaf 1998).’
Bij mensen die gaan samenwonen is er meestal geen besef dat seksualiteit door God behalve om van te genieten ook als middel tot voortplanting is gegeven. Kinderen krijgen is geen ‘lastig’ neveneffect van seksualiteit, maar uitdrukkelijk daarbij inbegrepen. Zij die van huis uit beter zouden moeten weten, negeren God hierin eenvoudig. Is men eenmaal van plan om kinderen ‘te nemen’, dan zie je soms dat men alsnog gaat trouwen. Men voelt veelal aan dat het getrouwd zijn de kinderen meer bescherming biedt dan het losse verband van samenwonen, maar ook die aanvoeling wordt steeds minder.
In het voorgaande spreek ik alleen over mensen die geen kinderen willen, die bewust kinderloos blijven. Ik heb het niet over echtparen die graag kinderen gekregen zouden hebben, daar vaak om hebben gebeden, maar aan wie God de kinderzegen onthoudt. De bedoeling die God daarmee heeft, is voor elk onvrijwillig kinderloos echtpaar anders. Er zijn kinderloze echtparen die tot grote zegen voor kinderen zijn geweest, bijvoorbeeld door adoptie en kinderwerk.
Ontbinding gezin, gevolgen voor de kinderen
Het aantal standaardgezinnen – vader, moeder en kinderen – neemt steeds verder af. Vier van de tien baby's die in 2007 zijn geboren, hebben ouders die niet zijn getrouwd. Van de eerstgeborenen heeft zelfs de helft een niet-getrouwde moeder en dat is tweemaal zoveel als tien jaar geleden. Dat blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek onlangs publiceerde. In 1990 heeft nog maar een op de tien pasgeborenen ouders die niet zijn getrouwd. De stijging komt volgens het CBS door de sterke toename van het aantal niet-gehuwde samenwonenden.
Het CBS publiceert op 4-9-2008: ‘Zowel het aandeel nooit gehuwde als gescheiden alleenstaande ouders is in 2008 fors hoger dan in 1995. Na een (echt)scheiding blijven de kinderen doorgaans bij de moeder wonen. In totaal wonen er 356 duizend kinderen bij een gescheiden alleenstaande ouder, 15 procent van de kinderen woont bij de vader en 85 procent bij de moeder. De helft van de alleenstaande moeders heeft slechts één kind bij zich wonen, van de alleenstaande vaders heeft driekwart één kind thuis.’
Mijn vrouw is een keer thuisgekomen na het boodschappen doen met een ‘Tsjakka!, het jeugdblad van Boodschappen’ (nr. 3, april 2003). In een eerder nummer is een oproep gedaan aan kinderen van gescheiden ouders om te schrijven hoe ze dat beleven. In het nummer dat mijn vrouw heeft meegenomen, staat een aantal van die brieven. Kinderen schrijven dat ze het erg vinden, erom moeten huilen, jaloers zijn op hun vriendjes van wie het gezin intact is.
De redactie van het blad reageert erop: ‘Je hebt nu twee kamers en er is rust gekomen in huis.’ ‘Gelukkig heeft je moeder weer een leuke vriend.’ ‘Als je er goed over nadenkt, ontdek je in de loop van de tijd dat het tóch beter is zo. Voor iedereen, ook voor de kinderen.’ Wat een mistroostige ‘troost’! Arme kinderen. Ze krijgen een fopspeen en worden voor de gek gehouden met niets anders dan drogredenen en leugens. “Wie echter een van deze kleinen die in Mij geloven, een aanleiding tot vallen is, het zou nuttig voor hem zijn dat een molensteen om zijn hals werd gehangen en hij in de diepte van de zee zou zinken. Wee de wereld vanwege de aanleidingen tot vallen! Want het is noodzakelijk dat de aanleidingen tot vallen komen; wee evenwel die mens door wie de aanleiding tot vallen komt!” (Mt 18:6-7).
Een beschermende drie-eenheid
Als we binnen de sfeer van het huwelijk denken aan het krijgen van kinderen, begrijpen we dat kinderen de vrucht zijn van de innige liefde tussen de ouders. Het is een onrecht ten opzichte van de kinderen hen te verwekken buiten de volgende drie aspecten die een eenheid vormen. Deze aspecten maken, zoals we al hebben gezien, een huwelijk tot een huwelijk:
|1. verlaten 2. hechten 3. tot één vlees zijn|
|--------------------------kinderen----------------------|
Uitsluitend binnen deze drie aspecten die een eenheid vormen, is, naar Gods gedachten, plaats voor kinderen. We zien ze dan als geboren uit een lichamelijke vereniging van man en vrouw, omgeven door de liefde en de zorg van de ouders, en beschermd en beschut door de huwelijksband.
Geen kinderen wíllen
Door het gebruik van allerlei voorbehoedmiddelen is de beleving van de seksualiteit losgekoppeld van het krijgen van kinderen. De eerste keer dat God over de betekenis van de seksualiteit spreekt, is dat met het oog op het krijgen van kinderen (Gn 1:27). Het is zeker zo, dat seksualiteit niet alleen gericht is op het krijgen van kinderen, maar in het huidige geestelijke klimaat is seksualiteit wel bijna uitsluitend een genotmiddel geworden, zonder enige relatie tot het krijgen van kinderen. En dat het huwelijk de enige sfeer is waarbinnen seksualiteit beleefd mag worden, wordt in de breedte van de maatschappij als ouderwets beschouwd.
Wie zijn best doet (voorlopig) geen kinderen te krijgen, gaat voorbij aan wat God erover heeft gezegd. In 1 Timotheüs 5 lezen we daar nog de volgende, indirecte, aanwijzing over: “Ik wil dan dat jongere weduwen trouwen, kinderen krijgen, …” (1Tm 5:14). Trouwen en kinderen krijgen worden hier in één adem genoemd.
Gods opdracht
Als je trouwt, begin je met de vorming van een gezin en stel je je in principe open voor het krijgen van kinderen. Het verlangen naar kinderen is een verlangen dat God Zelf bij de schepping in de mens heeft gelegd. Dat verlangen kan gedood worden of op een zijspoor worden gerangeerd, als je je niet voortdurend door het Woord van God laten doorlichten om zo de invloed van de tijdgeest te kunnen ontdekken en te weerstaan. Het je bewust afsluiten voor het krijgen van kinderen vanaf het moment dat je getrouwd bent, of dat nu voor een poosje is of definitief, is onbijbels.
Hierbij denk ik niet aan gevallen waarin een duidelijke medische reden aanwezig is. Nee, het gaat om gevallen waarbij men normaliter gewoon kinderen kan krijgen, maar waarvoor men zich om zelfzuchtige redenen (voorlopig?) afsluit. Wie niet toe is aan het krijgen van kinderen, kan beter wachten met trouwen, want kinderen krijgen hoort bij trouwen. Soms wordt als argument gebruikt dat men tijd wil nemen elkaar eerst beter te leren kennen. Maar juist ook het samen hebben van kinderen helpt om elkaar beter te leren kennen.
Zorg voor het gezin
Wie als man bijvoorbeeld nog niet in staat is zijn gezin naar behoren financieel of mentaal te verzorgen moet dáárvoor eerst zorgen: “Regel uw werk buiten en maak het op de akker voor u gereed, en bouw daarna uw huis” (Sp 24:27). Zorg eerst voor een baan met een inkomen en dan kun je trouwen, ‘je huis bouwen’. Dat is Gods orde. God zal zeker ook voorzien in een mogelijkheid om te trouwen als iemand onvrijwillig werkloos is.
Tegenwoordig denken jongeren soms gerust te kunnen trouwen als er wat financiële middelen zijn, een studiebeurs of zo. Ze maken zich in het geheel niet druk over de eventuele geboorte van kinderen. Immers, de noodzaak om te wachten met trouwen met het oog op het krijgen van kinderen is niet aanwezig, omdat voorbehoedmiddelen onbeperkt verkrijgbaar zijn. Wie zo denkt, brengt een niet gerechtvaardigde scheiding aan tussen seksualiteit en het krijgen van kinderen. God heeft het krijgen van kinderen als een aparte opdracht aan Adam en Eva gegeven om ook daaraan te voldoen.
Góds doel
Het verlangen naar kinderen is door God gegeven. We zien dit verlangen bij alle Godvrezende vrouwen in de Bijbel. Het is waar: door kinderen word je minder vrij om te gaan en te staan waar je zou willen. Zeker brengt het opvoeden van kinderen zorgen en vermoeidheid met zich mee, want het vraagt een continue inzet.
Wanneer we echter weten en ons steeds realiseren dat het de kinderen zijn die God in Zijn genade heeft gegeven (Gn 33:5), motiveert dat enorm om aan deze opdracht te voldoen. Kinderen worden aan ouders toevertrouwd om ze op te voeden voor Hem, zodat ze eeuwig tot Zijn eer zullen zijn, bij Hem in Zijn Vaderhuis. Is het geen geweldig voorrecht dat God ons wil inschakelen om dat voornemen te realiseren?
Download pdf van de brochure Die Twee = M+V van www.oudesporen.nl