2. Het Woord van God

Het belang van het luisteren naar Gods Woord wordt door het tafereel in het huisgezin in Bethanië mooi weergegeven. De Heer Jezus arriveert in het dorp. Martha ontvangt Hem gastvrij in haar huis. Haar huis staat open voor de Heer. Het zou mooi zijn als de Heer Jezus in jouw huis of op jouw kamer net zo welkom is. Jij vindt het best dat Hij bij je komt en jij wilt je levenshuis wijd openzetten voor Hem. Maar zijn er misschien, als je heel eerlijk bent, toch nog wat dingen waardoor de Heer als het ware tegengehouden wordt om graag bij jou te zijn?

De Heer Jezus vertelt in Johannes 14 wat de voorwaarde is om bij je ‘binnen’ te komen: “Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord bewaren, en Mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en woning bij hem maken” (Jh 14:23). Het grote kenmerk van luisteren naar Gods Woord is dat we het doen omdat we de Heer Jezus liefhebben. Het is het Woord van Hem Die ons zo liefheeft en Die ons heeft opgezocht in onze ellende toen we in handen van de rovers waren gevallen.

Wat is er nu verklaarbaarder en begrijpelijker dan dat je je Weldoener, Die je van een zekere dood heeft gered, beter wilt leren kennen? Ga maar eens voor jezelf na welke plaats het Woord van God in je leven inneemt. Wat doe je ’s morgens het eerst als je wakker wordt? Voor veel mensen is ’s avonds hun telefoon het laatste wat ze zien en ’s morgens het eerste. Misschien geldt dit ook voor jou. Of is het zo dat je ‘s morgens eerst grijpt naar de Bijbel om te luisteren naar wat God tegen je heeft te zeggen?

Voor de Heer Jezus, toen Hij als Mens op aarde was, was dat laatste het geval. Dat lees je in Jesaja 50: “De Heere HEERE gaf Mij een tong van een die onderwijs ontving, zodat Ik weet met de vermoeide een woord op de juiste tijd te spreken. Hij wekt Mij elke morgen, Hij wekt Mij het oor, zodat Ik hoor als zij die onderwijs ontvangen” (Js 50:4). Als je zo de dag begint, zul je ook weten wat je overdag moet doen. Bij alle (plotselinge) gebeurtenissen die je kunnen overkomen, onverwachte situaties waarin je terecht kunt komen, geeft het Woord jou licht op je pad (Ps 119:105).

In Exodus 16 lezen we waarom de Israëlieten, nadat ze vanuit Egypte de woestijn zijn ingetrokken, ’s morgens vroeg hun tent uit moesten om het manna te verzamelen. Dat moesten zij ’s morgens doen, omdat de zon dan nog niet hoog aan de hemel stond. Als de zon heet werd, verteerde de zon het manna en bleef er niets van over. Een gezegde luidt ‘morgenstond heeft goud in de mond’.

Dat wil niet zeggen dat je niet eens een keertje mag uitslapen. Het gaat om je levensinstelling. Je dag beginnen met God is belangrijk voor een goede relatie met Hem: eerst ongestoord luisteren naar Zijn stem, naar wat Hij door de Bijbel tegen je wil zeggen. Van veel grote geloofsmannen en -vrouwen die de kerkgeschiedenis heeft gekend, is bekend dat ze vroeg opstonden. Behalve de rust die er dan nog vaak in je omgeving is, ben je ook fris en goed in staat om te ‘luisteren’.

Maria, de zus van Martha, over wie we ook in Lukas 10 hebben gelezen, weet wat luisteren betekent. Zij zit aan de voeten van de Heer, dat wil zeggen dat zij de plaats van een leerling inneemt. Martha is anders. Zij dient. Maria en Martha worden wel eens tegenover elkaar gesteld. Martha komt er dan meestal niet zo goed af. Is dat omdat zij dient? Nee hoor. Als je Johannes 12 leest, waar de Heer Jezus weer in dat huisgezin is en Lazarus uit de doden is opgewekt, lees je opnieuw dat Martha dient. Het is fijn om de Heer te dienen. Alleen moet het wel gebeuren op de juiste manier en je moet de Heer geen verwijten gaan maken. Dat laatste doet Martha en daarover berispt de Heer haar. Hij waardeert haar dienst, niet haar verwijten.

Wat wij van Martha kunnen leren, is dienen, wat ze met haar handen doet. Wat we van Maria kunnen leren, is luisteren, wat ze met haar hart doet. De handen van Martha en het hart van Maria horen bij elkaar. Je kunt van hen leren dat iets doen voor de Heer pas waarde heeft als het gebeurt vanuit een houding van rust, van het zitten aan de voeten van de Heer. Daarom wil ik het vooral hebben over de houding van Maria. Van haar zegt de Heer ook nog dat zij het goede deel heeft gekozen!

Eerst wil ik je er nog op wijzen dat je Maria drie keer aan de voeten van de Heer Jezus aantreft. Hier, in Lukas 10, is het om naar Zijn Woord te luisteren. In Johannes 11:32 komt ze om haar verdriet en haar tranen aan de voeten van de Heer te brengen. In Johannes 12:3 komt ze om Hem te aanbidden, dat is de betekenis van het zalven van zijn voeten. Er is voor ons geen betere plaats te vinden dan aan de voeten van de Heer Jezus.

Hoe werk je aan een relatie met de Heer Jezus, hoe onderhoud je die? Door te zitten aan Zijn voeten! Hoeveel tijd neem je daarvoor? Je hebt heel wat tijd nodig voor je dagelijkse bezigheden. Als je op school zit of een opleiding volgt, dan moet je huiswerk maken en studeren om bij te blijven. Wanneer je studievertraging oploopt, heeft dat vervelende gevolgen. Ook als je werkt, word je geacht bij te blijven in je beroep om je werk in de toekomst goed uit te kunnen blijven oefenen. Levenslang leren is een begrip dat hierbij vaak wordt genoemd.

Hetzelfde principe geldt voor een christen: om ‘bij te blijven’ is het meer dan nodig om in de Bijbel te lezen. Alleen op de Bijbel kan de christen, zonder enige twijfel, vertrouwen. Daardoor krijgt hij zicht op de Heer Jezus. Wie zicht heeft op Hem, heeft ook goed zicht op zijn eigen leven.

De Heer Jezus zegt tegen Martha dat maar “één ding” nodig is. Eén ding! Alles wat je erbij neemt of eraan toevoegt, is te veel. Het is niet één ding en nog een klein beetje van een ander ding erbij. Nee, één ding sluit al het andere uit. Doe je er iets bij, dan is het niet meer ‘één ding’. Dit betekent niet dat je hele dagen alleen maar bijbelstudie moet doen. Het gaat erom dat je al je dagelijkse bezigheden met en voor de Heer Jezus doet.

Paulus heeft dat begrepen. Zijn leven is door zijn ontmoeting met de Heer Jezus radicaal veranderd en bestond sinds die ontmoeting nog maar uit ‘één ding’. Hij zegt het zo: “Eén ding doe ik: terwijl ik vergeet wat achter is en mij uitstrek naar wat vóór is, jaag ik in de richting van het doel naar de prijs van de hemelse roeping van God in Christus Jezus” (Fp 3:14). Dat zegt Paulus, de man die het zo ongelooflijk druk had, die zoveel activiteiten had en nog zoveel mensen met het evangelie wilde bereiken en nog zoveel gemeenten wilde onderwijzen.

Ik hoop dat jij het druk hebt, niet met je eigen dingen, maar met de dingen van de Heer. Wat zou het mooi zijn als je naast je bezigheden voor school of werk tijd hebt om te dienen door oudere mensen te bezoeken, opbeurende berichtjes naar iemand te sturen die dat nodig heeft, te helpen met evangelisatie- of kinderwerk. Al deze activiteiten komen pas tot hun recht als je ze met en voor de Heer Jezus doet. Om al die andere, vele dingen, zoals je studie of je werk, kun je je zó bezorgd en druk maken, dat ze je de zegen van het bouwen aan je relatie met de Heer ontnemen. Aan Zijn voeten leer je Hem pas goed kennen.

Ik wens dat je de ervaring van Jeremia zult opdoen: “Zodra Uw woorden gevonden werden, at ik ze op. Uw woord was mij tot vreugde en tot blijdschap in mijn hart“ (Jr 15:16). Hoe ga je met het Woord om? Lees je het Woord, eet je het Woord, dat wil zeggen, neem je het in je op?

Drink je het in, dat wil zeggen, lees je het met een hart dat naar verkwikking verlangt? Of neem je het erbij als niet meer dan nuttig? Als je de gezindheid van Maria hebt, dan drink je dat Woord in, elke letter ervan. Het Woord geeft je kracht. Het Woord laat je genieten van de relatie met de Heer Jezus. Je wordt erdoor opgebouwd.

Niets anders dan het Woord geeft je een fundament in je leven. Je wordt op school en ook in je werkomgeving geconfronteerd met niet-bijbelse theorieën, zoals de evolutietheorie en de gendergelijkheid. Het Woord is het enige dat jou kan bewaren om niet op de een of andere manier je geloof te verliezen. Je hebt te maken met het levend en blijvend Woord van God. Dat Woord verandert niet van waarde. Het geeft jong of oud in elke periode van hun leven – hetzij gemakkelijk, hetzij moeilijk – steun en uitkomst.