Twee zijn beter dan één
Een mens is een wezen dat leeft door middel van relaties. God heeft dat in de mens gelegd. Helemaal aan het begin van de Bijbel, op de eerste bladzijden van het boek Genesis, heeft God Zelf al gezegd: “Het is niet goed dat de mens alleen is” (Gn 2:18). Dat is nu precies wat de Prediker heeft geconstateerd: “Twee zijn beter dan één” (Pr 4:9).
Toen God Adam en Eva geschapen had, kwam Hij in de avondkoelte in de tuin, het paradijs, bij hen om met hen contact te hebben (Gn 3:8-9). Hier zie je duidelijk dat God een intieme relatie met de mens wil hebben. Als je Genesis 3 vanaf het begin leest, zie je ook dat die relatie van het ene op het andere moment radicaal verbroken wordt. De reden wordt ook duidelijk: de mens hecht meer waarde aan de woorden van de duivel dan aan de woorden van God.
De relatie met God is verbroken
De mens – en niet God – is dus verantwoordelijk voor het verbreken van de relatie die er was tussen God en de mens. De mens heeft dat gedaan door zijn ongehoorzaamheid. In Genesis 3 staat hoe God op zoek is gegaan naar de mens nadat Eva heeft gezondigd en Adam haar in die zonde is gevolgd. Daar staat niet dat God Zich heeft verborgen voor de mens, maar dat de mens zich voor God heeft verborgen. Zoals God op zoek is gegaan naar Adam, zo is Hij nog steeds op zoek naar mensen die zich voor Hem verbergen. Hij zoekt jou op. Hij wil contact met jou.
Gevolgen van het verbreken van de relatie met God
Als je verder leest in Genesis 4 ontmoet je Kaïn, de oudste zoon van Adam en Eva. Hij keert God de rug toe en wordt de moordenaar van zijn broer. Daar zie je ineens de oorzaak van alle ellende, van alle eenzaamheid, van alle kapotte relaties: de mens heeft geen relatie met God. Een van de belangrijkste dingen die we als mensen moeten leren, is dat wij pas goed met elkaar kunnen omgaan als wij door de Heer Jezus Christus een relatie hebben met God. Met andere woorden, wij kunnen pas goed functioneren en goed met elkaar omgaan, als onze relatie met God in orde is.
De Helper
We hebben uit het boek Prediker gelezen over “de één” die zijn metgezel overeind helpt (Pr 4:10). Die Ene is in de eerste plaats God Die ons helpen wil én helpen kan. Hij wil ons helpen in onze relatie met anderen, maar dan moeten wij wel geholpen willen worden.
Dat is wat je ziet in de geschiedenis die we in Lukas hebben gelezen. Daar leer je: als jij niet eerst jezelf herkent in de man die in handen van de rovers is gevallen, zul jij nooit in staat zijn om de opdracht van de Heer Jezus te vervullen: “Ga heen en doet u evenzo” (Lk 10:37). Wat de Heer Jezus daarmee bedoelt te zeggen, is dat Hij je opdraagt de naaste van een ander te zijn. Wat kun je voor een ander betekenen?
De mens heeft God de rug toegekeerd
Voordat ik op die vraag inga, moet eerst iets anders duidelijk worden. We moeten ons namelijk gaan herkennen in de man over wie de Heer Jezus vertelt. Wat is er met die man gebeurd? Hij daalde af van Jeruzalem naar Jericho. Jeruzalem was de plaats van zegen, de plaats waar God woonde. Als we even terugdenken aan het paradijs, dan is dat de plaats waar God de mens in een zegenrijke positie had geplaatst. Nu heeft de mens die plaats verlaten en God de rug toegekeerd. De mens is weggelopen bij God.
Herken jezelf
Het verhaal dat de Heer Jezus vertelt, wordt ook wel ‘de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan’ genoemd. Het verhaal heeft een belangrijke boodschap voor ieder die dit leest, of je nu christen bent of niet. Die boodschap is dat ieder van ons zich zal moeten herkennen in de man die in handen van de rovers is gevallen.
Misschien ben jij, hoewel jij je christen noemt, nooit echt bij Hem gekomen. Misschien zit je zondags braaf in de kerk of bij een gemeente waar je je thuis voelt en waar je een beetje zekerheid voelt. Je kunt meezingen en meebidden, maar tegelijk kun je in je hart ver van God vandaan zijn. Er kan sprake zijn van een enorme afstand tussen jou en God. Dan ben je weg van de plaats van zegen en op weg naar de plaats van vloek: Jericho. Iedereen die God de rug toekeert, is op weg naar de plaats van de vloek, of je nu wel of geen christen bent.
De rovers
Op weg naar Jericho val je gegarandeerd in de handen van rovers. Deze rovers stellen machten van het kwaad voor, demonische machten. Die machten kunnen zich uiten via andere personen. In elk geval zijn het geestelijke machten die gaan heersen in je leven. De rovers zijn erop uit om jouw denken te beheersen, zodat je van God weggetrokken wordt. De vraag is of jij dit toelaat.
Een van de manieren waarop je het kunt toelaten en de rovers hun werk kunnen doen is door je geluk te zoeken in het uitgaansleven van de wereld. Je kunt je samen met andere jongeren uitleven door tot diep in de nacht te feesten. Misschien doe je dingen die het daglicht niet kunnen verdragen. Wat je echter niet doorhebt, is dat je steeds verder van God weggetrokken wordt.
Andere bronnen van verkeerde invloeden zijn de media. Films en tv-programma’s kunnen je geest verkeerd beïnvloeden en bevuilen. Ook hier ligt de keuze bij jezelf: sta je dit toe?
Dan hebben we het nog niet gehad over het internet. Met overal en altijd wifi op je telefoon biedt het internet je de mogelijkheid om al dan niet incognito internetsites te bezoeken die je geest ook verkeerd beïnvloeden en bevuilen. Zo blijkt dat door de coronacrisis met zijn lockdown en avondklok (in 2021) mensen meer porno dan ooit kijken.* Het wordt als ‘ultieme afleiding’ gezien. Daarbij delen mensen via Whatsapp filmpjes die het daglicht ook niet kunnen verdragen. Los van dit alles kun je jezelf afvragen hoeveel tijd je per dag online doorbrengt – smartphoneverslaving is inmiddels een maatschappelijk erkend probleem geworden.
* https://www.ad.nl/binnenland/door-coronacrisis-kijken-nederlanders-meer-porno-dan-normaal-seks-is-nu-de-ultieme-afleiding~ada57b65/
Zoals je ziet doen de rovers op verschillende manieren hun werk. Het uiteindelijke resultaat, na kortere of langere tijd, is dat ze je beroofd en uitgekleed, in elkaar geslagen en halfdood aan de kant van de weg laten liggen. Ze geven je echt niet waarnaar je op zoek was. Je bent op een verkeerde weg, je hebt je rug naar God toegekeerd.
Waarom laat je God niet toe in je leven?
Dat jij God niet in je leven toelaat, kan meerdere oorzaken hebben. Ik noem er slechts één: mogelijk heb jij God de rug toegekeerd als gevolg van een kapotte relatie, bijvoorbeeld in je familie. Veel jongeren gaan de wereld in en zoeken daar hun vertier omdat ze bij hun ouders geen geborgenheid of echtheid vinden. Als gevolg van de stukgelopen relatie van de ouders lopen veel jongeren vast in de wereld.
De rovers zijn keihard
Deze man valt in handen van rovers. Het is noodzakelijk dat je jezelf in die man herkent. Je zult moeten toegeven dat je van de wereld niets anders dan harde klappen hebt gekregen, een ongenadige behandeling.
Laat je niet beetnemen; de wereld is keihard en kent geen medelijden. Als mensen van de wereld gebruik of zelfs misbruik van je hebben gemaakt, laten ze je aan de kant van de weg liggen. Met welk vooruitzicht? Alleen de dood. Als je halfdood bent en je hebt geen enkele kracht meer, dan heb je alleen nog de dood te verwachten. Je zit in een hopeloze situatie. Hoe moet het nu verder? Je bent alleen en er is niemand in de buurt die je helpt.
Er daagt hulp
Maar wacht eens, daar komt iemand aan! In de gelijkenis laat de Heer Jezus een priester langskomen. Hij is ‘toevallig’ ook op weg van Jeruzalem naar Jericho. Een priester hoort in de tempel thuis. Van een opdracht van God om naar Jericho te gaan is niets bekend. Hij loopt er ‘toevallig’ langs. De man die in handen van de rovers is gevallen hoort voetstappen. Zou er redding dagen? Moeizaam tilt hij zijn hoofd op en ziet die priester. Hij moet opgelucht adem hebben gehaald toen hij ontdekte dat het een priester was. Gelukkig niet opnieuw die rovers.
Een priester, daar mocht hij toch wel wat van verwachten. Maar wat doet die priester? De man kan zijn ogen niet geloven. De priester ziet hem en gaat aan de overkant voorbij. Hij gaat er met een grote boog omheen. Je hoort de priester denken: ‘Een hopeloos geval, deze man; met zo iemand wil je niks te maken hebben. Trouwens, dan had hij maar niet zo dom moeten doen. Daar komt nog bij dat ik wel eens onrein zou kunnen worden als ik hem aanraak.’ De priester verdwijnt uit het zicht van de halfdode man. Daarmee vervliegt ook zijn hoop. Hij had gedacht dat een dienaar van God hem zeker wel zou helpen. Maar wat is hij beschaamd uitgekomen.
Opnieuw daagt er hulp
Maar hoor, daar naderen weer voetstappen! Dit keer verschijnt er een Leviet. Nieuwe hoop daagt. De Leviet is een knecht van de priester. Hij is ook iemand die de wil van God kent. Die moest hij aan het volk van God onderwijzen. Hij kent Gods wil om barmhartigheid te bewijzen. Maar net als de priester heeft de Leviet geen trek in een ontmoeting met zo’n vuile man. Hij draait zijn hoofd om en gaat eveneens met een grote boog om hem heen. Weer wordt de verwachting van de halfdode man de bodem ingeslagen. Bij alle geleden ellende moet hij een nieuwe teleurstelling slikken.
Teleurgesteld in de hulpverlening
Misschien zijn er ook wel mensen in jouw omgeving van wie je hulp mocht verwachten. Als het mensen zijn die veel van God weten en misschien ook nog een opleiding in de hulpverlening hebben afgerond, dan zou je inderdaad ook wel iets mogen verwachten. Als je verwachting van mensen echter puur gebaseerd is op grond van het feit dat ze een bepaalde opleiding hebben gevolgd, dan zul je bedrogen uitkomen. Het zit hem niet in iemands afkomst of maatschappelijk of kerkelijk hoge positie. Om echt geholpen te worden is er meer nodig.
De barmhartige Samaritaan
Waar het daadwerkelijk om gaat, is echte bewogenheid, echte betrokkenheid bij de ellende waarin je zit. Het enige wat echt helpt, is dat je jezelf herkent in de man die in de handen van de rovers is gevallen. Je kunt dan in een directe, persoonlijke relatie met de Heer Jezus worden gebracht. De man die na de priester en de Leviet langs de ongelukkige man komt, is de barmhartige Samaritaan. In hem herken je de Persoon van de Heer Jezus.