Gods Woord en het gebed
Na het verhaal van de barmhartige Samaritaan volgen twee belangrijke gedeelten die daar prachtig bij aansluiten. Het eerste gedeelte gaat over het luisteren naar Gods Woord (Lk 10:38-42) en het tweede gedeelte gaat over het gebed (Lk 11:1-13). In Lukas 10:35 hebben we gelezen dat de barmhartige Samaritaan de herbergier twee denaren geeft voor de verzorging van de verwonde man. Deze twee denaren kun je zien als een prachtig beeld van Gods Woord en het gebed. Deze twee middelen heeft de Heer Jezus bij Zijn terugkeer naar de hemel ‘nagelaten’ om de relatie die met Hem is ontstaan te kunnen onderhouden.
De leiding van de Heilige Geest
In Lukas 11:13 lezen we in verband met het hulpmiddel gebed iets over de Heilige Geest. Het laat zien dat een belangrijke voorwaarde voor het beleven van een levende relatie met de Heer Jezus en met God de Vader is dat je onder leiding van de Heilige Geest gebruikmaakt van de twee hulpmiddelen het Woord van God en het gebed; de hulp van de Heilige Geest is onmisbaar bij het lezen van Gods Woord en bij het bidden tot God.
Voor een evenwichtig, christelijk leven zijn zowel het Woord van God als het gebed dus onmisbare hulpmiddelen. Om er het juiste en optimale gebruik van te maken is de leiding van de Heilige Geest nodig. De Heilige Geest is in je komen wonen nadat je je hebt bekeerd en het evangelie van je behoudenis in geloof hebt aanvaard (Ef 1:13). Hij wil je helpen om als christen te leven. Door Hem ga je luisteren naar Gods Woord en kun je alles met je hemelse Vader bespreken in je gebed.
Ik wil eerst, samen met jou, de twee gedeelten over het Woord van God en het gebed lezen. Eerst het gedeelte uit Lukas 10:38-42:
38 Het gebeurde nu, terwijl zij reisden, dat Hij in een dorp kwam, en een vrouw genaamd Martha ontving Hem in haar huis. 39 En deze had een zuster, Maria geheten, die ook aan de voeten van de Heer zat en naar zijn woord luisterde. 40 Martha echter werd zeer in beslag genomen door veel dienen; en zij kwam erbij staan en zei: Heer, bekommert U Zich er niet om dat mijn zuster mij alleen laat dienen? Zeg haar dan dat zij mij moet helpen. 41 De Heer echter antwoordde en zei tot haar: Martha, Martha, je maakt je bezorgd en druk over veel dingen, 42 maar één ding is nodig; want Maria heeft het goede deel gekozen, dat van haar niet zal worden weggenomen.
Nu nog het gedeelte uit Lukas 11:1-13:
1 En het gebeurde, toen Hij op een bepaalde plaats in gebed was, dat één van zijn discipelen, toen Hij ophield, tot Hem zei: Heer, leer ons bidden, zoals ook Johannes zijn discipelen heeft geleerd. 2 Hij nu zei tot hen: Wanneer u bidt, zegt: Vader, moge uw naam worden geheiligd, uw koninkrijk komen. 3 Geef ons dagelijks ons toereikend brood. 4 En vergeef ons onze zonden, want ook wijzelf vergeven ieder die ons iets schuldig is. En leid ons niet in verzoeking. 5 En Hij zei tot hen: Wie van u zal een vriend hebben die te middernacht bij hem komt en tot hem zegt: Vriend, leen mij drie broden, 6 aangezien een vriend van mij op reis bij mij is aangekomen en ik niets heb om hem voor te zetten; 7 en hij zou van binnen uit antwoorden en zeggen: Val mij niet lastig, de deur is al gesloten en mijn kinderen zijn met mij naar bed, ik kan niet opstaan om het je te geven? 8 Ik zeg u, al zou hij niet opstaan en hem geven omdat hij zijn vriend is, toch zal hij om zijn onbeschaamdheid overeind komen en hem geven zoveel hij nodig heeft. 9 En Ik zeg u: Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en u zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden. 10 Want ieder die bidt, ontvangt; en die zoekt, vindt; en die klopt, zal opengedaan worden. 11 En welke vader is er onder u, aan wie zijn zoon zal vragen om een brood, en die hem een steen zal geven? Of om een vis, en die hem in plaats van een vis een slang zal geven? 12 Of ook om een ei zal vragen, zal hij hem een schorpioen geven? 13 Als dan u die boos bent goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal de Vader die van de hemel is, de Heilige Geest geven aan hen die er Hem om bidden.