Bidden om de Heilige Geest
Eerder in dit boekje heb je gezien dat een belangrijke voorwaarde voor het ervaren van een levende relatie met de Heer Jezus en met God de Vader is dat je onder leiding van de Heilige Geest gebruikmaakt van de twee hulpmiddelen het Woord van God en het gebed. Dit hoofdstuk vertelt je meer over Wie de Heilige Geest is en wat Hij doet.
De Heer Jezus verbindt aan Zijn onderwijs over het bidden de gave van de Heilige Geest en sluit daarmee Zijn onderwijs over het bidden af. Hij sluit op het voorbeeld van de vader die zijn zoon geen nutteloze of schadelijke dingen geeft, aan als Hij zegt: “Als dan u, die boos bent, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal de Vader die van de hemel is, de Heilige Geest geven aan hen die Hem erom bidden” (Lk 11:13).
Over de Heilige Geest bestaat veel verwarring en misverstand. Ook over dit vers. De vraag is wat hier wordt bedoeld met het bidden om de Heilige Geest. De Heilige Geest is op aarde in de gemeente komen wonen en Hij woont ook in de individuele gelovige. Dat is gebeurd tien dagen na de hemelvaart van de Heer Jezus, op de pinksterdag. Die gebeurtenis staat beschreven in Handelingen 2. Wat toen plaatsvond, is de directe vervulling van het gebed dat de Heer hier, in Lukas 11:13, Zijn discipelen leert bidden. In Handelingen 1 zie je de discipelen in gebed (Hd 1:14), waarbij zij ongetwijfeld gebeden hebben wat de Heer hier zegt.
De Heilige Geest ontvangen
Het bidden tot de Vader om de Heilige Geest te geven is dus al verhoord. Maar hoe weet jij nu of je persoonlijk de Heilige Geest hebt ontvangen? Je mag dat zeker weten als je met je hart het evangelie van je behoudenis hebt aangenomen. Wat dat evangelie van je behoudenis is, staat in 1 Korinthiërs 15:3-4. Omdat dit zo belangrijk is, zal ik deze verzen aanhalen: “Want ik heb u in de eerste plaats overgegeven wat ik ook ontvangen heb: dat Christus voor onze zonden gestorven is, naar de Schriften; en dat Hij is begraven, en dat Hij op de derde dag is opgewekt, naar de Schriften” (1Ko 15:3-4).
Waarmee je wel te maken hebt, is met het vervuld worden met de Heilige Geest (Ef 5:18). Daar mag je zeker voor bidden. In je leven als christen is het belangrijk dat de Heilige Geest volledig beslag kan leggen op jouw leven, dat wil zeggen dat Hij het helemaal mag en kan beheersen.
De Geest van zoonschap
Efeziërs 1:13 verbindt aan je behoudenis door het geloof de conclusie dat je door God verzegeld bent met de Heilige Geest van de belofte. Gód zegt dat! Laat niets of niemand je die zekerheid ontnemen. De Heilige Geest is de “Geest van zoonschap, waardoor wij roepen: Abba, Vader!” (Rm 8:15). Door het geloof in de Heer Jezus ben je een zoon van God en “omdat u zonen bent, heeft God de Geest van Zijn Zoon in onze harten uitgezonden, Die roept: Abba, Vader!” (Gl 4:6-7). Dat mag je zeggen. Jouw relatie met God is er nu een van een zoon ten opzichte van zijn Vader. Om misverstand te voorkomen: ‘Zoon’ geldt niet alleen voor een gelovige man, maar ook voor een gelovige vrouw.
De doop in de Geest
Er wordt nog steeds veel gediscussieerd over de doop met of in de Heilige Geest. De Bijbel spreekt nergens over een zogenaamde ‘second blessing’ (‘een tweede zegen’). Daarmee wordt dan een ervaring van de doop in de Geest bedoeld nadat je de Heilige Geest al hebt ontvangen toen je tot geloof kwam. Efeziërs 1:13 is hier duidelijk over. Laat je niet in de war brengen! Heel iets anders is de vermaning om met de Heilige Geest vervuld te zijn, zoals dat staat in Efeziërs 5:18. Om met de Heilige Geest vervuld te kunnen zijn, is het nodig dat je niet met jezelf bezig bent, maar met de Heer Jezus. Daarvoor is de Heilige Geest ook naar de aarde gekomen en woont Hij in je. In Johannes 16:14 zegt de Heer Jezus van de Heilige Geest: “Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het Mijne nemen en het u verkondigen.”