De Heer Jezus zoekt jou op in je ellende
De Samaritaan is op reis. Zie je het verschil met de priester en de Leviet? De priester en Leviet zijn daar toevallig, maar deze Samaritaan is op reis. Als je op reis bent, ben je bewust onderweg en heb je een doel voor ogen. Dat doet me denken aan Johannes 4:4, waar van de Heer Jezus staat: “En Hij moest door Samaria gaan.” Waarom “moest” Hij dat? Omdat Hij wist dat Hij daar een vrouw zou ontmoeten die het leven in de zonde beu was. Ze was dat leven moe.
De Heer Jezus trof haar bij de bron van Jakob. Het was een overspelige vrouw. Ze woonde ongehuwd samen, maar ze wilde dat leven niet meer. De Heer wist dat en daarom moest Hij door Samaria gaan om hierover met haar te spreken.
De Heer Jezus stelt niet teleur
Misschien ben jij er ook zo ellendig aan toe. Dan wil de Heer ook tot jou spreken. Hij wil graag jouw ‘Naaste’ zijn. Ben je teleurgesteld in zo veel mensen van wie je meende iets te kunnen verwachten? De Heer Jezus stelt je nooit teleur! Lees het nog maar eens in Lukas 10:33 hoe Hij naar jou kijkt: “Een Samaritaan echter, die op reis was, kwam bij hem en toen hij hem zag, werd hij met ontferming bewogen.” De Samaritaan gaat niet op een afstandje staan kijken en beoordeelt de situatie om er vervolgens met een grote boog omheen te gaan. Hij ziet iemand die Zijn hulp nodig heeft. Dat raakt Hem diep: “Hij werd met ontferming bewogen.”
Het laatste redmiddel
Als de halfdode man merkt dat er weer iemand aankomt, tilt hij met inspanning van al zijn krachten zijn hoofd op om te zien wie dit is. Hij ontdekt tot zijn ontsteltenis dat het een Samaritaan is. Van de vorige twee heeft hij iets verwacht, maar geen hulp gekregen. Nu nadert er ‘hulp’ in een persoon van wie hij het niet verwacht en door wie hij eigenlijk ook niet geholpen wil worden.
Door een Samaritaan worden geholpen is het laatste wat hij wil. Samaritanen stonden bij de Joden namelijk niet hoog aangeschreven. Ze hadden geen omgang met elkaar. In Johannes 4:9 spreekt de Samaritaanse vrouw haar verbazing erover uit dat de Heer Jezus als Jood haar, een Samaritaanse, om water vraagt. Je kon voor ‘Samaritaan’ worden uitgemaakt, het was een scheldwoord. Maar in deze ellendige toestand kan de man niets anders dan met dankbaarheid de hulp van deze Samaritaan ontvangen.
Zo zijn er vandaag de dag velen die zelf willen proberen uit hun ellende omhoog te krabbelen, zonder de hulp van de Heer Jezus te vragen. Je moet wel heel diep zitten en zelf geen uitweg meer zien om uit te roepen: ‘Heer Jezus, ik kan het niet zonder U!’
De liefde van de Heer Jezus
Weet je hoe de Heer Jezus is? Net als de Samaritaan in de gelijkenis vráágt Hij niet eens of je Hem nodig hebt. Hij komt gewoon bij je en neemt kennis van je omstandigheden. Hij weet waar je mee zit, hoe je eraan toe bent. Dat is nou die betrokkenheid, die liefde, waar mensen in nood, jij misschien, behoefte aan hebben. Ik zeg het erg menselijk. De Heer Jezus is niet een beetje liefde, nee Hij is één en al liefde: Hij ís liefde!
Hij gaat niet zitten wachten tot mensen om Hem vragen, maar gaat naar mensen toe die in nood zijn en hulp nodig hebben. Hij voelt Zich bij de situatie betrokken en trekt Zich de nood van de ander aan.
Lees het nog maar een keer: Hij “kwam bij hem en toen hij hem zag, werd hij met ontferming bewogen.” Kijk, dat is nu die innerlijke bewogenheid die jij en ik nodig hebben in onze ellende. Dat is ook de bewogenheid die christenen zouden moeten uitstralen in deze wereld en ook onderling omdat er zoveel grote nood is.
De Heer Jezus verzacht je pijn
In het handelen van de Samaritaan zien we van het begin tot het eind een beschrijving van de Heer Jezus. De Samaritaan gaat naar de man toe omdat hij er zo erbarmelijk toe is. Hij verbindt zijn wonden en giet er olie en wijn op. Olie heeft een verzachtende werking op wonden, en wijn heeft een ontsmettende werking. Het woord ‘wonden’ is de vertaling van het woord ‘trauma’. Dat is wel treffend, vind je niet? Er lopen heel wat mensen rond met trauma’s, dat zijn de verwondingen die de ziel zijn aangedaan, de deuken die zijn opgelopen in relaties.
Misschien begin je jezelf te herkennen. Mogelijk is het allemaal je eigen schuld en heb je de rovers de kans gegeven je zo toe te takelen. Je weet niet meer hoe het verder moet. Misschien kun je er niets aan doen dat je zoveel zielenpijn hebt. Ik denk dat er maar weinig mensen vrij van een trauma zijn. De Heer Jezus wil bij al deze mensen – dus ook bij jou – komen en als Hij ziet hoe ze eraan toe zijn, hun wonden verzorgen.
Olie en wijn
Olie stelt in de Bijbel de Heilige Geest voor. Olie werd gebruikt om iemand te zalven en dat is precies wat van de Heilige Geest gezegd wordt. De Heilige Geest wordt voorgesteld als een zalving (1Jh 2:20,27). Het is God de Heilige Geest Die in jou werkt om je door de Heer Jezus te laten helpen. Wijn stelt in de Bijbel blijdschap voor (Ri 9:13). Echte blijdschap vind je alleen als je je door de Heer Jezus laat helpen. Hij staat bij je. Sta je Hem toe jou te helpen?
De Heer Jezus verbindt je wonden
De Heer Jezus gebruikt niet alleen olie en wijn. Hij verbindt de wonden ook. Dit ‘verbinden’ heeft te maken met het Woord van God. Alleen door het Woord van God kan genezing bewerkt worden. Alle psychologen en alles wat men verder aan hulptroepen laat aanrukken om allerlei trauma’s te behandelen, hebben geen nut als het Woord van God uiteindelijk niet zijn werk gaat doen in het hart en leven van een mens. Als de beschadigingen en de trauma’s niet door het Woord van God worden verbonden, blijken alle menselijke hulpmiddelen alleen maar lapmiddelen te zijn. Bij de minste tegenstand of door iets wat wordt gezegd, scheuren de wonden allemaal weer open. Maar als de Heer Jezus verbindt door Zijn Woord, als Hij olie en wijn op de wonden giet, dan kun je er zeker van zijn dat het stand houdt en dat de pijn echt draaglijk wordt.
De zorg van de Heer Jezus gaat verder
De wonden zijn verbonden, maar er staat niet dat ze direct genezen zijn. De zorg van de Samaritaan houdt dan ook nog niet op. Hij zet de man op zijn eigen rijdier. Is dat niet schitterend? Hij gaat van zijn rijdier af en zet de gewonde man erop. Ook hierin herkennen we de Heer Jezus. In 2 Korinthiërs 8:9 staat het zo: “Want u kent de genade van onze Heer Jezus Christus, dat Hij, terwijl Hij rijk was, ter wille van u arm is geworden, opdat u door Zijn armoede rijk zou worden.” Zó dicht is Hij bij jou en mij gekomen! Hij doet er alles aan om een levende relatie met jou te krijgen. Zie je het voor je? Jij mag op het rijdier, Hij loopt ernaast! Hij laat Zijn rijdier niet los. Hij leidt het naar een herberg.
Hij brengt je in een herberg
Die herberg is van wezenlijk belang. In de herberg is een herbergier of waard aan wiens zorg de gewonde wordt toevertrouwd. De herberg is een goed beeld van een plaatselijke gemeente. Daarheen wil de Heer Jezus ieder brengen over wie Hij zich heeft ontfermd.
Het is niet de bedoeling dat jij, als je eenmaal in een levende relatie met de Heer Jezus bent gebracht, in je eentje je weg gaat. Je hebt anderen nodig. Je zult gaan ontdekken dat er meerderen in de ‘herberg’ zijn die daar ook door die Samaritaan gebracht zijn. Wie zijn dat? Allemaal mensen die in handen van rovers waren gevallen en die naar die herberg zijn gebracht door de Samaritaan. Allemaal mensen die aan de zorg van de waard zijn toevertrouwd. Allemaal mensen voor wie Hijzelf zorgt.
De zorg van de Heer Jezus tot Hij terugkomt
Zelfs als de barmhartige Samaritaan vertrekt, houdt zijn zorg niet op. Dat blijkt uit de twee denaren die hij de waard betaalt wanneer hij weggaat. In de Bijbel is een denaar het loon dat je op een dag kunt verdienen (Mt 20:2). Deze twee denaren zijn dus het zorgloon voor twee dagen. Het is alsof de Samaritaan hiermee wil zeggen: ‘Ik blijf maar heel even weg, hoor. Ik ben zo weer terug.’ Als hij weggaat, zegt hij: “Verzorg hem, en wat u meer ten koste mocht leggen, zal ik vergoeden wanneer ik terugkom.” Deze woorden moeten de gewonde man als muziek in de oren hebben geklonken. Het zijn de laatste woorden die hij van de Samaritaan hoort als deze weggaat en ze zullen in zijn oren zijn blijven naklinken: “Wanneer ik terugkom.”
Die woorden mogen ook zo in jouw oren klinken. In het laatste hoofdstuk van de Bijbel hoor je het de Heer Jezus drie keer zeggen: “Ik kom spoedig” (Op 22:7,12,20). En in Johannes 14:2-3 zegt Hij tegen Zijn volgelingen: “Ik ga heen om u plaats te bereiden. En als Ik ben heengegaan en u plaats heb bereid, kom Ik weer en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben.”
Toekomstperspectief
Weet je, dan word jij iemand die leeft in de verwachting van Zijn spoedige komst. Wat is het schitterend om naar Hem te mogen uitzien. Dan is er echt sprake van een relatie, een levende relatie met Hem. Je ziet dat bijvoorbeeld bij de gelovigen in Thessalonika. Van hen kon Paulus zeggen dat iedereen wist “hoe u zich van de afgoden tot God hebt bekeerd om de levende en waarachtige God te dienen en Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten” (1Th 1:9-10). Wie zich heeft bekeerd, heeft zich omgekeerd naar God met erkenning van zijn zonden en gelooft in de Heer Jezus als Degene Die voor hem alles met God in orde heeft gemaakt. Hij is verzoend met God en heeft als toekomstverwachting niet meer de dood, maar het leven en ziet uit naar de komst van Hem Die het Leven is.