[Uitgave Het Zoeklicht, Doorn, herdruk 2023] In dit boekje wil ik aantonen dat de keus die gemaakt wordt tussen begraven of cremeren, voortkomt uit het geloof dat een mens heeft. Elk mens gelooft iets. Ook de mens die zegt in niets te geloven, gelooft iets, namelijk dat het met de dood over en uit is en dat er niets na de dood is. Niemand kan bewijzen dat er niets na de dood is. Er zijn echter veel bewijzen dat er na de dood wél iets is. De Bijbel levert daarvoor overvloedig en betrouwbaar historisch materiaal. Hieruit blijkt dat de opstanding uit de dood geen zweverige vondst van misleide dwazen is, maar een controleerbaar feit. Dit feit komt uitgebreid aan de orde.
Inleiding
Voor de herdruk van dit boekje ben ik op zoek gegaan naar recentere cijfers over crematie dan de cijfers die ik heb gebruikt in de vorige uitgave. Daarbij kwam ik het volgende bericht tegen:
‘NOS Nieuws – Woensdag 21 augustus 2019
Aantal crematies neemt verder toe: twee derde van de mensen kiest er nu voor
Steeds meer Nederlanders laten zich na hun overlijden cremeren. Uit de laatste cijfers van de Landelijke Vereniging van Crematoria blijkt dat inmiddels meer dan twee derde van de mensen voor een crematie kiest.
Crematie wint al jaren aan terrein. In het jaar 2000 koos nog 49 procent voor de urn. Over het algemeen is een crematie goedkoper dan een begrafenis.
De eerste crematie in Nederland was in 1914. Eigenlijk was het toen nog verboden, want de Nederlandse wet stond lijkverbranding niet toe. In 1874 werd ‘De Vereeniging tot invoering der Lijkverbranding in Nederland’ opgericht, die dat wilde veranderen.’
In de inleiding van de vorige uitgave haal ik een krantenbericht aan waarin de toen actuele cijfers worden vermeld, evenals een stukje geschiedenis en vooral waardoor de omslag is veroorzaakt. Omdat de aanleiding van het schrijven van het boekje niet is veranderd, laat ik die inleiding hieronder volgen:
AMSTERDAM (ANP) – Vrijdag 20 februari 2004 – Voor het eerst in de geschiedenis zijn het afgelopen jaar in Nederland meer mensen gecremeerd dan begraven. Tot deze conclusie komt de Landelijke Vereniging van Crematoria (LVC). In 2003 zijn in Nederland 141.082 mensen overleden. Van hen zijn er 71.815 gecremeerd. In 2002 werd nog 49,8 procent van alle overledenen gecremeerd. Vorig jaar was dat 50,9 procent.
De eerste crematie in Nederland was negentig jaar geleden op 1 april 1914 en vond plaats in crematorium Westerveld van de Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie in Driehuis bij IJmuiden. ‘Uit historisch oogpunt is het een bijzonder moment dat voor het eerst meer mensen zijn gecremeerd dan begraven’, aldus bestuursvoorzitter J. Keizer van de Facultatieve Groep, die is voortgekomen uit de koninklijke vereniging.
De grote omslag van begraven naar cremeren kwam in de jaren zestig en zeventig. Volgens Keizer had dat alles te maken met de ontkerkelijking. ‘Tradities verschoven, mensen gingen op zoek naar nieuwe gewoonten.’ Daarnaast zijn mensen volgens hem minder angstig geworden voor het cremeren. ‘Ze zijn in de loop der jaren aan de gedachte gewend geraakt. Daarbij komt dat kinderen ook hun ouders gecremeerd zien worden en dan besluiten dat zelf ook te doen.’
Terwijl ik, op verzoek van het Zoeklicht, bezig was dit boekje te schrijven, verscheen in de krant bovenstaand bericht met recente cijfers over begraven en cremeren. Het bericht maakt melding van een, uit historisch oogpunt gezien, bijzonder moment. Het vermeldt ook wanneer de grote omslag van begraven naar cremeren kwam. Koele, niet te loochenen cijfers, geven de periode van omslag aan. Aan die omslag ligt een oorzaak ten grondslag. Die vermeldt het bericht ook: ontkerkelijking. Dat woord geeft een omslag aan in geloven, in denken, in stijl van leven.
In dit boekje wil ik aantonen dat de keus die gemaakt wordt tussen begraven of cremeren, voortkomt uit het geloof dat een mens heeft. Ieder mens gelooft iets. Ook de mens die zegt in niets te geloven, gelooft iets, namelijk dat het met de dood over en uit is en dat er niets na de dood is.
Niemand kan bewijzen dat er niets na de dood is. Er zijn echter veel bewijzen dat er na de dood wél iets is. De Bijbel levert daarvoor overvloedig en betrouwbaar historisch materiaal. Hieruit blijkt dat de opstanding uit de dood geen zweverige vondst van misleide dwazen is, maar een controleerbaar feit. Dit feit komt uitgebreid aan de orde.
Verder ga ik in op de schepping van de mens, de oorsprong van de dood, de betekenis van het begraven, het waarom van de opstanding en de eeuwige verblijfplaats van de mens. Al deze onderwerpen horen aan de orde te komen bij de afweging die in de titel van dit boekje weergegeven wordt: begraven of cremeren.
Ger de Koning
Middelburg, januari 2005, herdruk voorjaar 2023