De grote hoer
Openbaring 17:1 En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, kwam en sprak met mij en zei: Kom, ik zal u tonen het oordeel over de grote hoer die op vele wateren zit, 2 met wie de koningen van de aarde gehoereerd hebben, en zij die de aarde bewonen zijn dronken geworden van de wijn van haar hoererij. 3 En hij voerde mij weg in [de] Geest naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest dat vol namen van laster was [en] zeven koppen en tien horens had. 4 En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken en versierd met goud en edelgesteente en parels, en had een gouden drinkbeker in haar hand, vol gruwelen en de onreinheden van haar hoererij. 5 En op haar voorhoofd was een naam geschreven: Verborgenheid, het grote Babylon, de moeder van de hoeren en van de gruwelen van de aarde. 6 En ik zag de vrouw dronken van het bloed van de heiligen en van het bloed van de getuigen van Jezus. En toen ik haar zag, verwonderde ik mij met grote verwondering.
De valse en de ware kerk
In dit gedeelte wordt een nieuw en belangrijk aspect toegevoegd aan wat we tot nu toe over Europa te weten zijn gekomen. We worden hier op de hoogte gebracht van een bijzondere relatie. Het betreft de relatie tussen het beest en een grote hoer, met de naam: “Het grote Babylon”. Met de grote hoer wordt de afvallige kerk bedoeld. Het is de naamchristelijke kerk die zich aanmatigt Christus te vertegenwoordigen, maar in de praktijk zich volledig met de wereld heeft verbonden, zich daarmee inlaat en Christus loochent. Als we Openbaring 17:1-4 vergelijken met Openbaring 21:9-11 zien we het grote verschil tussen de ware kerk en de valse kerk (Op 17:1-4; 21:9-11).
Babylon is de roomse kerk
Als we alle kenmerken van deze valse kerk bezien, is er maar één conclusie mogelijk: de grote hoer stelt de roomse kerk voor. De hoer zit op vele wateren (vers 1; vers 15). Dat duidt op haar invloed op de volken. We zien hoe de paus de wereldleiders ontvangt en door hen ontvangen wordt. De vrouw heeft zich verbonden met de leiders van de wereld en oefent ook zelf politieke invloed uit. De invloed die zij nu al stevig doet gelden, zal straks zo groot zijn dat zij zelfs enige tijd de loop van het beest zal bepalen. Zij zal zitten op het beest, het herstelde Romeinse rijk, zodat ze het kan besturen.
Andere kenmerken in dit hoofdstuk onderstrepen dat het om de roomse kerk gaat:
1. We zien het in haar kleding (Op 17:4), die haar hang naar wereldse weelde aangeeft.
2. Verder is zij dronken van het bloed van de heiligen (Op 17:6), wat aangeeft dat zij de ware gelovigen te vuur en te zwaard heeft vervolgd.
3. Duidelijke taal spreken in dit verband ook de zeven koppen als een voorstelling van zeven bergen (Op 17:9), waarop Rome ligt en waarvan wordt gezegd dat de vrouw daarop zit.
4. Ten slotte wordt onomwonden gezegd dat de vrouw de grote stad is (Op 17:18).
Johannes ziet haar in de woestijn. Dat is haar natuurlijke omgeving. De woestijn stelt hier het oord van de dood voor, waar geen leven van en met God aanwezig is. Ze is versierd met alle aardse pracht en praal en steekt daarmee de wereldse leiders naar de kroon. Die ontlenen zelfs hun weelde aan haar weelde (Op 18:3b). Haar invloed is dus niet alleen politiek en godsdienstig. Ook op economisch gebied heeft ze heel wat te bieden en dingt ze mee in het aanbieden van koopwaar. Als het maar winst oplevert, hetzij in harde valuta, hetzij in aanzien en invloed. Haar verbinding met de wereld is totaal.
Afgoderij
De beker die zij in haar hand heeft, is vol van gruwelen. Gruwelen staat voor afgodendienst. De roomse kerk heeft met grote listigheid, vastberadenheid en vasthoudendheid de afgoderij in de christelijke kerk geïntroduceerd. De sprekendste bewijzen zijn de Mariaverering en heiligenverering. Het listige zit hem hierin, dat zij de afgodendienst, die eerst de volken kenmerkte, van een christelijk vernis heeft voorzien.
De afgodendienst van de roomse kerk (Babylon) voert ons terug naar de oorsprong van de volken. We hebben in het begin gezien dat bij Babel (of Babylon) de volken zijn ontstaan als gevolg van het willen zijn als God. Het willen zijn als God is in zijn wezen afgoderij. God wordt niet afgeschreven, maar Hem wordt Zijn ware plaats ontnomen. De mens stelt zich in de plaats van God en bepaalt zelf hoe hij God dient. De afgoderij is geboren. Afgoderij is het gevolg van opgeven van de ware kennis van God (Rm 1:21-23). Het uit zich in het toekennen van geestelijke waarde aan iets wat zichtbaar en tastbaar is en wat dient tot bevrediging van de geestelijke gevoelens van de mens. De roomse kerk staat bol van deze elementen (crucifix, altaar, ouwel en dergelijke).
De Schrift maakt duidelijk dat de satan achter afgoderij zit (1Ko 10:20a). Elke bewondering van wat zichtbaar en tastbaar is, wordt met duivelse dankbaarheid door hem in ontvangst genomen. Babylon heet niet voor niets “Verborgenheid”. Er is een (bijbelboek als) openbaring voor nodig om haar ware karakter te doorzien. De toenadering van de protestantse kerken tot de rooms katholieke kerk laat zien dat het voor velen nog altijd een verborgenheid is. Deze toenadering wordt trouwens ook steeds meer gevonden bij evangelische christenen.
Het moet gezegd worden dat dit mede komt doordat er nauwelijks aan bijbelstudie wordt gedaan. En als men al in de Bijbel leest, is dat vaak om er ‘praktisch’ iets aan te hebben, er iets van te beleven. Het moet goed voelen. Daar sluit het rooms-katholicisme met al haar rituelen en iconen perfect op aan. Daarom is de aantrekkingskracht ervan zo groot en vindt het steeds meer navolging.
De moeder van de hoeren
In het licht van de toenadering van protestantse en evangelische kerken en groepen is ook haar andere naam “de moeder van de hoeren” veelzeggend. Deze naam geeft aan dat de roomse kerk kinderen heeft die haar in haar verbinding met de wereld volgen. Dat is te herkennen in al die kerken die aangesloten zijn bij de Wereldraad van kerken, waaronder veel protestantse kerken.
Johannes verwondert zich over deze vrouw, niet over het beest. Zij die zich opwerpt als plaatsvervanger en vertegenwoordiger van Christus en als beschermster van Zijn volk, vervolgt en doodt juist hen die bij Christus horen. Dat de wereld de gelovigen vervolgt, hoeft geen verbazing te wekken. Het mag echter wel verbazing wekken dat een geheel dat de naam christelijk draagt, gelovigen vervolgt en doodt.
Verborgenheid vrouw en beest
Openbaring 17:7 En de engel zei tegen mij: Waarom hebt u zich verwonderd? Ik zal u de verborgenheid van de vrouw zeggen en van het beest, dat haar draagt, dat de zeven koppen en de tien horens heeft. 8 Het beest dat u gezien hebt, was en is niet en zal uit de afgrond opstijgen en ten verderve gaan; en zij die op de aarde wonen, van wie de naam van [de] grondlegging van [de] wereld af niet geschreven is in het boek van het leven, zullen zich verwonderen als zij het beest zien, dat het was en niet is en zal zijn. 9 Hier is het verstand dat wijsheid heeft: de zeven koppen zijn zeven bergen, waarop de vrouw zit. 10 Ook zijn het zeven koningen: vijf zijn gevallen, de ene is er, de andere is nog niet gekomen, en wanneer hij komt, moet hij een korte tijd blijven. 11 En het beest dat was en niet is, is ook zelf [de] achtste, en het is uit de zeven en gaat ten verderve. 12 En de tien horens die u hebt gezien, zijn tien koningen, die nog geen koninkrijk ontvangen hebben, maar één uur gezag als koningen ontvangen met het beest. 13 Dezen hebben enerlei bedoeling en geven hun macht en gezag aan het beest. 14 Dezen zullen oorlog voeren tegen het Lam, en het Lam zal hen overwinnen – want Hij is Heer van [de] heren en Koning van [de] koningen – en zij die met Hem zijn, geroepenen en uitverkorenen en getrouwen.
De verwondering van Johannes
In zijn reactie op de verbazing van Johannes zegt de engel dat het feit dat de vrouw zich zo openbaart, hem nu ook weer niet al te zeer hoeft te verbazen. Ons hoeft het evenmin erg te verbazen. De mens is immers tot alles in staat. Zijn het niet juist godsdienstige mensen die de Heer Jezus, de Zoon van God, ombrachten? Hoe kwam dat? Omdat zij in Hem een bedreiging van hun positie zagen. Zo is elk godsdienstig systeem eropuit allen uit te werpen of te weren die het bestaansrecht ervan zelfs maar in twijfel trekken. Wat van het vlees is, vervolgt altijd wat naar de Geest is (Gl 4:29).
Vier perioden
De verbazing van Johannes zal volgens de engel wel verminderen als Johannes weet wat deze figuren voorstellen. Dat gaat de engel verklaren. Eerst noemt hij vier perioden in de geschiedenis van het beest, dat is het Romeinse rijk. De eerste periode (“was”) begint als Rome in 753 v.Chr. wordt gegrondvest. Sindsdien heeft het een gestage en grote ontwikkeling doorgemaakt, met als hoogtepunt het verkrijgen van de wereldheerschappij in ca. 168 v.Chr. Mogelijk moeten we daar de eerste periode laten beginnen.
Het Romeinse rijk heeft de wereldheerschappij onbetwist bezeten totdat in de vierde en vijfde eeuw na Christus het verval intreedt met ten slotte in 476 n.Chr. de val van Rome. Dan begint de tweede periode, de periode waarin het rijk niet bestaat (“is niet”). Dat is de tijd waarin we ons sinds de val van Rome nog steeds bevinden. Op dit moment bestaat het Romeinse rijk niet.
Vervolgens lezen we over een derde periode die begint met “zal uit de afgrond opstijgen”. Dat duidt op het herstel van het verloren gegane en verloren gewaande Romeinse rijk en dat dit herstel een bijzondere bron heeft. Nooit eerder is een rijk uit de afgrond opgekomen. Het is niet een rijk door God gegeven, maar door de satan en zijn demonen. Het is van demonische oorsprong. Het herstel van dit rijk zal alom bewondering wekken. We hebben deze aspecten ook in Openbaring 13 gezien.
De vierde periode van dit rijk is die van het verderf (“en ten verderve gaan”). Dat wordt in Openbaring 19 beschreven en daar zullen we nog aandacht aan besteden.
Tien koningen en zeven koningen
Om deze dingen te begrijpen is verstand met wijsheid nodig. De engel licht verder toe. De zeven koppen staan voor de zeven bergen waarop Rome ligt. Dat maakt duidelijk dat Rome het politieke centrum van het rijk is. Tevens is Rome het centrum van de kerk, voorgesteld door de vrouw die op de zeven bergen zit.
Maar de zeven koppen stellen niet alleen zeven bergen voor, ze stellen ook zeven koningen voor. Hoe laat zich dat rijmen met de tien horens, waarvan we lezen en gelezen hebben dat die ook tien koningen voorstellen (Op 17:12; Dn 7:24)? De verklaring is dat de zeven koppen zeven koningen of regeringsvormen zijn die na elkaar macht hebben uitgeoefend (Op 17:10). We lezen over vijf koningen of regeringsvormen die er zijn geweest, één die er nu is (de keizerlijke vorm, ten tijde van Johannes) en één die nog moet komen. Van de tien koningen of machthebbers lezen we echter dat zij één uur samen met het beest regeren, dat wil zeggen gelijktijdig (Op 17:12).
Ten tijde van Johannes waren dus al vijf regeringsvormen geweest. Welke vormen dat geweest zijn, laat zich niet meer precies achterhalen. Om enkele mogelijkheden te noemen kunnen we bijvoorbeeld denken aan koningen, consuls, dictators. In elk geval bestond in de dagen van Johannes de zesde vorm, dat is de keizerlijke vorm.
De zevende vorm moet nog komen, want we leven vandaag nog steeds in de periode die is aangeduid als “en is niet”. De kans is groot dat deze zevende vorm de vorm is waarbij de tien koningen zich vrijwillig aaneensluiten en samen hun macht geven aan het beest, het hoofd van het rijk. De regering van het beest zou dan de achtste vorm zijn. Van deze vorm lezen we dat die “uit de zeven” is en dus geen nieuwe vorm zal zijn. Ook hier is het niet mogelijk definitief de soort vorm aan te geven. Maar als we de gegevens bezien die we hebben, is de meest aannemelijk vorm toch wel de keizerlijke. In elk geval is het een dictatoriale vorm.
Een monsterverbond
De tien koningen krijgen macht samen met het beest. Het feit dat het beest aan de macht komt ten koste van drie van die koningen, wordt wel in Daniël 7, maar hier niet vermeld. Als het beest regeert, zijn de koningen ook nog aan de macht. De eigenlijke macht ligt echter in de handen van de dictator. Dat komt doordat de tien koningen zich aaneen sluiten tot een statenbond, de verenigde staten van West-Europa. Ze geven vrijwillig (hoewel mogelijk genoodzaakt door eigen onvermogen om alle problemen het hoofd te bieden) hun macht en gezag uit handen om die in handen van het beest te leggen.
Dit monsterverbond voert tot een hoogtepunt in de opstand van de mens tegen het Lam. Dit Lam wordt genoemd “Heer van de heren en Koning van de koningen”. Deze namen weerspiegelen Zijn majesteit en verhevenheid boven elke macht en elk gezag op aarde. In een enkel woord wordt de uitkomst vermeld van de oorlog die de koningen en het beest in hun overmoed met het Lam wagen te voeren. De uitslag staat ontwijfelbaar vast. Het Lam, samen met allen die al bij Hem in de hemel zijn en Hem vanuit de hemel zijn gevolgd, zal hen overwinnen. Dat wordt in Openbaring 19 beschreven (Op 19:11-21).
Het einde van de hoer
Openbaring 17:15 En hij zei tegen mij: de wateren die u hebt gezien, waarop de hoer zit, zijn volken en menigten en naties en talen. 16 En de tien horens die u hebt gezien en het beest, dezen zullen de hoer haten en haar eenzaam en naakt maken, en haar vlees eten en haar met vuur verbranden. 17 Want God heeft in hun harten gegeven Zijn bedoeling uit te voeren en het met enerlei bedoeling uit te voeren en hun koninkrijk aan het beest te geven, totdat de woorden van God vervuld zullen zijn. 18 En de vrouw die u hebt gezien, is de grote stad die [het] koningschap heeft over de koningen van de aarde.
Nadat de engel aan Johannes (en ons) heeft laten zien wat het beest, de zeven koppen en de tien horens voorstellen en hoe het hun zal vergaan, schetst hij het einde van de hoer. Hij wijst even terug op wat Johannes van haar heeft gezien. We worden herinnerd aan de grote invloed van de vrouw. Haar godsdienstige heerschappij zal op zeker ogenblik niet langer worden verdragen door de alleenheerser en de tien koningen die met hem regeren. Elke vorm van godsdienst, ook al is het in de verdorven vorm van het rooms-katholicisme, is voor de dictator en zijn metgezellen een beknelling waarvan ze zich zullen ontdoen.
De koningen en het beest zullen een eind aan Babylon maken, aan haar hoererij. God gebruikt de haat van het beest en de koningen tegen elke godsdienstigheid om de valse kerk te oordelen. Hij zal het in hun hart geven om haar te verdelgen. Zij die haar manipulerende macht over de wereld heeft willen uitoefenen, wordt door diezelfde wereld eenzaam en naakt gemaakt. Ze zal geen volgelingen meer hebben en van haar macht en pracht beroofd worden. Wat ze aan aardse weelde bezat, zullen de koningen eten, dat is, zichzelf toe-eigenen.
Ten slotte zullen ze haar met vuur verbranden. Er blijft niets van al haar godsdienstige pretenties over. Haar geestelijk verdorven leringen en haar aardse bezittingen hebben geen enkele bescherming kunnen bieden. Ze zijn verteerd door het vuur van het oordeel dat God over haar heeft voltrokken door hen met wie zij zulke intieme banden heeft gehad en over wie zij zo onrechtmatig macht heeft uitgeoefend.