De Bijbel is voedsel
De Bijbel is voedsel, geestelijk voedsel wel te verstaan. Om geestelijk te groeien is het noodzakelijk erin te lezen. De Heer Jezus heeft gezegd: “Niet van brood alleen zal de mens leven, maar van alle woord dat door de mond van God uitgaat” (Mt 4:4). De Bijbel lezen is ook belangrijk voor je vorming, om als christen te leren leven. Je leert erdoor hoe je je als christen behoort te gedragen, hoe je kunt leven als een ‘mens Gods’. Je kennis neemt toe en je leert hoe je het Woord van God kunt gebruiken in het leven van elke dag. Anders gezegd: naast het nuttigen van de Schrift als voedsel, is hij belangrijk voor onderwijs en leiding. Zonder kennis van wat het Woord leert, kom je gemakkelijk tot verkeerde leerstellingen en praktijken.
Een verkeerde leerstelling die veel voorkomt in de christenheid, is het laten samengaan van wet en genade. Men meent de wet te moeten houden en denkt dat de genade daarbij helpt. Het gevolg is een wettische manier van denken en leven. De Schrift leert een duidelijk onderscheid tussen wet en genade. Ze zijn niet met elkaar te vermengen.
Voor het lezen van de Bijbel ben je afhankelijk van de leiding van de Heilige Geest. De Heilige Geest leidt in de hele waarheid (Jh 16:13). Het Oude Testament gaat met name over Israël, het Nieuwe Testament vooral over de gemeente. Het zou echter een fatale vergissing zijn te menen dat het Oude Testament niets nuttigs voor de christen te bieden heeft. Bij ijverig onderzoek vind je op elke bladzijde voedsel, vertroosting, waarschuwing, vermaning. En wanneer het licht van het Nieuwe Testament erop valt, ontdek je in de verschillende beelden van het Oude Testament verheven waarheden. Dat zie je als je bijvoorbeeld Leviticus 1-7 leest. Daar gaat het over de offers. Als je daarbij de brief aan de Hebreeën leest, ontdek je dat al die offers iets laten zien van het ene grote offer van Christus. Het Oude Testament staat vol over Christus: “De Schriften … die zijn het die van Mij getuigen” (Jh 5:39).
Variatie
Het voedsel is gevarieerd, wat ook nodig is voor gezonde groei. Het blijft niet alleen bij melk. De geschiedenis van het volk Israël, alles wat dit volk is overkomen, dient tot onze waarschuwing (1Ko 10:6,11). In het boek Psalmen vind je veel vertroosting als je in beproeving bent. Alles, ook wat in het Oude Testament staat, is tot jouw nut: “Alle Schrift … is nuttig” (2Tm 3:16).
Voor het Nieuwe Testament geldt hetzelfde. Ook daar wordt gevarieerd voedsel gevonden. Neem de evangeliën. Waarom vier? Omdat één evangelie niet voldoende is om de heerlijkheid van de Heer Jezus te beschrijven. Elk evangelie beziet Hem vanuit een bepaald oogpunt: Mattheüs ziet in Hem de Messias, Markus beschrijft Hem als Profeet en Knecht, Lukas belicht Hem als Mens, Johannes stelt Hem voor als God. Ook de brieven bieden een verscheidenheid aan voedsel, inspelend op de verschillende toestanden waarin een plaatselijke gemeente of een individuele gelovige zich kan bevinden.
Er is geen enkel deel van de Schrift waarvan je kunt zeggen ‘ik heb u niet nodig’ (vgl. 1Ko 12:21) omdat alles verwijst naar of in verbinding staat met Christus. En Hem heb je nodig om je leven van elke dag te leven. Als je naar Hem kijkt, hoe Hij alles deed, kun je leren hoe je kunt leven. Het leven van de christen op aarde wordt in de Bijbel vergeleken met het leven van het volk Israël in de woestijn. Hoe je op aarde, te midden van allerlei verschillende omstandigheden, moet leven, kun je leren van de Heer Jezus. Als je in de evangeliën leest, zie je hoe de Heer Jezus dat deed. Dan voeden je je met Hem, zoals de Israëlieten zich voedden met het manna in de woestijn (Jh 6:31-35,49-51).
Zo kan het hele Woord jouw voedsel zijn. Jeremia zegt het zo:
“[Zodra] Uw woorden gevonden werden, at ik ze op.
Uw woord was mij tot vreugde
en tot blijdschap in mijn hart” (Jr 15:16a).
De uitwerking van het Woord
Het lezen van de Bijbel mag geen theoretische bezigheid zijn. Er zijn mensen die de Bijbel lezen als een interessant boek, waarvan je sommige verhalen best eens kunt gebruiken. De directeur van het bedrijf waar ik werkte, kwam op een dag bij me met een vraag over de Bijbel. Hij had wel eens gehoord dat er in de Bijbel onaardige dingen over tollenaars staan. Of ik wist waar dat stond. Dat wilde hij lezen om het te gebruiken in een college dat hij aan de universiteit in Leiden moest geven en waarin ook belastingambtenaren aan bod kwamen. Zo gebruikte hij ook wel eens iets van Shakespeare of een ander figuur of geschrift uit de wereldliteratuur wat paste bij het college dat hij moest geven. Daar schaarde bij de Bijbel ook onder. Hij misbruikte de Bijbel voor zijn eigen doel. Maar daar heeft God de Bijbel niet voor gegeven. [NB Het was voor mij een mooie gelegenheid om hem te vertellen dat juist tollenaars de toevlucht namen tot de Heer Jezus (Mt 9:10; Lk 15:1).]
Wie de prediking over God heeft aangenomen, heeft dat aangenomen “niet als een woord van mensen, maar, zoals het waarlijk is, als Gods woord, dat ook werkt in u die gelooft” (1Th 2:13). De Bijbel doet iets in iemand die erin gelooft. En dat niet alleen. Als God spreekt, gebeurt er altijd iets!
“Zo zal Mijn woord zijn dat uit Mijn mond uitgaat:
Het zal niet vruchteloos tot Mij terugkeren,
maar het zal doen wat Mij behaagt,
en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend” (Js 55:11).
Wat in Hebreeën 4 staat, is maar al te waar: “Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot verdeling van ziel en geest, zowel van gewrichten als van merg, en oordeelt de gedachten en overleggingen van het hart. En geen schepsel is voor Hem onzichtbaar, maar alle dingen zijn naakt en geopend voor de ogen van Hem met Wie wij te doen hebben” (Hb 4:12-13).
In wat je hier leest over het Woord van God komen drie kenmerken van God naar voren: leven, kracht en alwetendheid. Het Woord van God ten eerste “is levend” omdat het het Woord van de levende God is. Hij heeft aan Israël “levende woorden” (Hd 7:38) gegeven. Het Woord is ten tweede ook “krachtig”. Het is niet als de holle woorden van mensen, zonder inhoud. Het “werkt in u die gelooft” (1Th 2:13). Het klaagt ook aan (Jh 5:45). Ten derde is het “scherper dan enig tweesnijdend zwaard” (vgl. Op 1:16; Ef 6:17). Bij gebruik is het vernietigend, het snijdt weg wat er niet hoort, het doodt wat niet mag blijven leven.
Het is niet alleen vernietigend, het is ook onderscheidend. Zo “dringt het door tot verdeling van ziel en geest”, wat wil zeggen dat het Woord van God onderscheidt wat uit de ziel en wat uit de geest voortkomt. De ‘ziel’ staat meer voor gevoelens en lusten, de ‘geest’ meer voor verborgen overleggingen en geloof of ongeloof. Ziel en geest zijn, om zo te zeggen, de twee delen van de niet-materiële natuur van de mens.
Het Woord van God brengt ook het onderscheid tussen “gewrichten” en “merg” aan het licht. ‘Gewrichten’ wijst meer op de uiterlijke handelingen en het ‘merg’ op de innerlijke kracht van dat handelen. De zondigheid van het menselijk hart uit zich door de leden van het lichaam, die functioneren door ‘gewrichten en merg’.
Ziel en geest enerzijds en gewrichten en merg anderzijds staan voor de totale mens. De schrijver toont hiermee aan dat geen enkel aspect van de totale mens ontkomt aan de werking van het Woord van God.
Ten slotte staat er van het Woord van God dat het “[de] gedachten en overleggingen van [het] hart” oordeelt (vgl. 1Kr 28:9). Hier zijn we aangekomen bij het “hart”, dat is het meest innerlijke van de mens, het centrum van waaruit ziel en geest en gewrichten en merg worden bestuurd in hun werkingen. Uit het hart komt voort wat in het leven zichtbaar wordt. Daarom moet je je hart bewaken boven alles wat er maar te bewaken is (Sp 4:23). Om dat te doen heeft God Zijn Woord aan jou gegeven.
Dan gaat de schrijver ineens van het Woord van God over op “Hem”, de Persoon van God Zelf. Dat geeft aan dat wat het Woord doet, God doet. Deze verbinding tussen het Woord dat tot jou wordt gericht en God Zelf is opmerkelijk. Het Woord komt van God. Het is als het ware Zijn oog dat op jouw geweten is gericht en dat jou in Zijn tegenwoordigheid brengt. God legt alles in jou bloot.
Dat doet Hij niet voor Zichzelf, want dat heeft Hij niet nodig. Voor Hem bestaan geen verborgenheden die Hij moet blootleggen. Alles is al “naakt en geopend” voor Zijn ogen. Maar Hij wil jou er oog voor geven dat je met Hem te doen hebt. Je gaat je weg onder het alziende oog van de levende God. Als jij je dat bewust bent, zul je in zelfoordeel alles wegdoen wat je zou kunnen verhinderen om te volharden op de weg van het geloof.
De krachtige uitwerking van het Woord wordt prachtig geïllustreerd door de wijze waarop de Heer Jezus in Mattheüs 4 de satan ermee verslaat (Mt 4:1-10). Het is er een voorbeeld van hoe jij de vijand met het Woord kunt verslaan als hij je aanvalt om je tot zonde te verleiden. Weersta hem met een tekst uit het Woord en hij zal van je vluchten (Ef 6:10-20; Jk 4:7; 1Pt 5:9-10).
Nuttig
Tot slot wil ik een vers wat nader bekijken dat al enkele keren is aangehaald. Het is best de moeite waard daar wat meer aandacht aan te geven omdat daarin staat wat het nut is van het Woord van God:
“Alle Schrift is door God ingegeven en nuttig om te leren, te weerleggen, te verbeteren en te onderwijzen in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen is, tot alle goed werk ten volle toegerust” (2Tm 3:16-17).
Dit woord ‘nuttig’ heeft de betekenis van ‘ondersteuning’, ‘hulp’, ‘voordeel’.
Dit sluit aan op wat ik in het begin van dit boekje zei, dat ik nog iets wil vertellen over enkele ‘middelen’ die jou kunnen helpen bij het groeien in het geloof. Je zult er inmiddels wel overtuigd zijn dat de Bijbel voor die groei bij uitstek geschikt is. Als een onderstreping kijken we nog een keer naar de tekst om te zien waarvoor de Schrift nuttig is en wat het doel is.
Om te leren
Daartoe is “alle Schrift” in de eerste plaats nuttig. De Schrift leert de gelovige Wie God is, Wie de Heer Jezus is, wie de mens is. De Schrift leert over tal van onderwerpen, zoals zonde, verlossing, de waarde van het bloed van Christus, de gemeente, heiliging, de toekomst. Het is belangrijk om de Schrift te lezen om deze onderwerpen te leren kennen. Ik heb er al op gewezen dat je bij je studie van de Schrift hulp nodig hebt en dat de Heer Jezus daarvoor gaven heeft gegeven. Je kunt van deze gaven gebruikmaken door samenkomsten te bezoeken en goede, betrouwbare Bijbelcommentaren te lezen.
Het bestuderen van de Schrift om ‘de leer’ te kennen heeft als bijkomend effect dat je je niet vlug zult laten meeslepen door je gevoelens. In de christenheid zijn nogal wat stromingen die drijven op gevoelens. Het gaat in zulke bewegingen meer om wat wordt ervaren, dan om wat er in de Bijbel staat.
Er is een ander gevaar waarop je moet letten als je graag de leer van de Schrift wilt leren kennen. Dat gevaar is dat je je beperkt tot een leerstellig begrijpen van de Schrift, zonder dat je je aan de levende kracht ervan overgeeft. Dan ben je te vergelijken met iemand die het water van een stromende beek in een bak doet waardoor het volkomen tot stilstand komt. Dat kan de uitwerking zijn als je allerlei samenkomsten afloopt en Bijbelcommentaren verslindt, zonder dat je hart het Woord en het Centrum ervan, Christus, in zich opneemt. Het blijft beperkt tot verstandelijke kennis.
Het tegenovergestelde gevaar is de bewering dat al die Bijbelstudie maar niets is, dat het alleen om praktisch christendom gaat. Dan mag de vraag worden gesteld: Hoe is praktisch christendom denkbaar als je niet weet wat je in praktijk moet brengen?
De eerste uitwerking van gezonde Bijbelstudie zal zijn dat je God dankt voor alles wat je uit de Schrift hebt mogen leren. Prijs en aanbid Hem voor elk detail van de leer dat je hebt ontdekt. Vervolgens is het effect van gezonde Bijbelstudie ook dat alles wat je uit de Schrift hebt mogen leren, een goede invloed zal hebben op de praktijk van je leven.
Om te weerleggen
Dit tweede nut van “alle Schrift” geeft je een machtig wapen in handen om valse leer te weerleggen. Ik heb er al op gewezen hoe de Heer Jezus aanvallen van de duivel door middel van aanhalingen uit de Schrift weerlegt (Mt 4:1-10). De duivel kan tot je komen in de gedaante van iemand die aan de deur komt of van een vooraanstaand figuur in de christenheid. Ze kunnen, net als de duivel, ook zeggen, ‘er staat geschreven’. Dan moet je weten hoe je hen moet weerleggen. Let eens op hoe de Heer Jezus te werk gaat als Hij door de duivel wordt verzocht. Op elke uitdaging antwoordt Hij eenvoudig met “er staat geschreven” (Mt 4:4,7,10). Nadat de Heer drie keer uit de Schrift heeft geciteerd, gaat de duivel er vandoor.
De manier waarop de Heer Jezus te werk gaat, is een voorbeeld voor jou om na te volgen. Hij heeft de duivel niet als de almachtige God weggejaagd, maar door als Mens gebruik te maken van het middel dat ook jou ter beschikking staat. Daarvoor moet je wel Bijbelteksten paraat hebben. Je moet je oefenen in het gebruik ervan. Je moet leren Bijbelteksten te ‘memoriseren’. Daarmee wordt bedoeld het uit je hoofd leren van Bijbelverzen. Doe dat maar zoveel je maar kunt. Het komt niet aan op het winnen van een debat. Een debat met de duivel verlies je altijd. Je moet niet discussiëren, maar het Woord zelf laten spreken.
Ook voor het weerleggen van je eigen verkeerde gedachten is het belangrijk dat je de Schrift leest. Gedachten die bij je kunnen opkomen waarvan je weet dat ze niet goed zijn, kun je met de Schrift weerleggen.
Om te verbeteren
Dit is het derde aspect waarvoor “alle Schrift” nuttig is. Je mag weten dat je een kind van God bent en dat je voor God volmaakt bent in de Heer Jezus. Je bent “aangenaam gemaakt in de Geliefde” (Ef 1:6). Aan je positie voor God valt niets te verbeteren. Dat wil echter niet zeggen dat jouw leven op aarde ook volmaakt is. Iedereen die eerlijk is, zal dat inzien. Hoe voortreffelijk iemands leven als christen ook kan zijn, de persoon in kwestie zal erkennen dat er dingen zijn waarin hij tekortschiet. Alleen de Heer Jezus heeft op aarde volmaakt geleefd.
Iedere christen heeft verbetering of correctie nodig. Soms gaat een christen een weg die niet goed is of doet hij dingen die niet goed zijn, zonder zich dat bewust te zijn. Door het biddend lezen van de Schrift zal hij dat ontdekken. Hij wil immers graag de wil van God doen? God spreekt tot hem door de Schrift en helpt hem zo de juiste weg te vinden of te doen wat juist is.
Verbeteren kan ook betekenen dat er nog iets ontbreekt. Een voorbeeld daarvan vind je in wat Paulus aan de Filippenzen schrijft. Hij prijst hen voor hun inzet en geloof en ook voor hun liefde voor hem (Fp 1:3-7). Zegt hij dat zij nu lekker achterover kunnen leunen, dat ze tevreden kunnen zijn over hun houding? Nee, hij zegt hun dat hij voor hen bidt dat hun liefde “nog meer en meer mag overvloeien in kennis en alle inzicht, om te beproeven wat het beste is” (Fp 1:9-10). Wat de Filippenzen deden, was goed, maar het ging Paulus om het ‘beste’. In Filippenzen 2 somt hij een aantal goede dingen van de Filippenzen op (Fp 2:1). Daarna geeft hij aan wat er verbeterd kan worden (Fp 2:2).
Het is gevaarlijk om tevreden te zijn met jezelf, alsof er niets te verbeteren zou zijn. In de spiegel van het Woord zie je dat het altijd nog beter kan. De aansporing tot verbetering is niet bedoeld om je te ontmoedigen, maar juist om je moed in te spreken. De bedoeling is niet om je prestatiegericht, maar ‘Christusgericht’ te maken. Wie van ons durft te zeggen dat daarin niets meer te verbeteren valt?
Om te onderwijzen in de gerechtigheid
Dit is het vierde aspect waarvoor “alle Schrift” nuttig is. Het gaat hier niet om het leren kennen van de gerechtigheid van God als leer. Het is zeker van fundamenteel belang deze leer, die jouw positie voor God door Christus duidelijk maakt, te kennen. Daarvoor heb je de brief aan de Romeinen in de Bijbel. Bij het “onderwijzen in de gerechtigheid” gaat het om de praktijk, dat jij gaat leven in overeenstemming met je positie. Daarvoor heb je onderwijs nodig.
Je moet worden ‘getraind’ of ‘opgevoed’ in de gerechtigheid. Die training of opvoeding onderga je als je de Bijbel leest. Je krijgt dan onderwijs hoe je gedrag behoort te zijn tegenover God en mensen. Je wordt erin getraind om God te geven waar Hij recht op heeft. Je krijgt er ook les in hoe je je naaste moet geven waar hij recht op heeft. In het woord “gerechtigheid” ligt feitelijk het hele christelijke leven opgesloten.
Doel
“Opdat de mens Gods volkomen is, tot alle goed werk ten volle toegerust.” Voor minder ga je niet als je de Bijbel leest. De Schrift wil ieder van ons tot een “mens Gods” vormen. Het is de moeite waard om eens na te gaan wie er in de Bijbel allemaal ‘mens Gods’ of ‘man Gods’ wordt genoemd. Je zult ontdekken dat het allemaal mensen zijn die in geestelijk donkere tijden voor de belangen van God opkwamen. Zij hebben Hem vertegenwoordigd tegenover mensen die van Hem afweken.
Als in de samenleving en ook in de christenheid nauwelijks of geen rekening met God wordt gehouden, laat een ‘mens Gods’ in zijn of haar leven zien dat God er is en hoe Hij is. In zo’n mens worden de eigenschappen van God zichtbaar. God openbaart Zich door hem of haar heen. God gebruikt daarvoor mensen die op niets anders dan op de Schrift steunen. ‘Mens Gods’ is een eretitel. De eeuwige, almachtige God verbindt Zich met een zwak, sterfelijk mens, als deze zich door de Schrift wil laten vormen.
Toen de Heer Jezus op aarde was, was Hij de ware Mens Gods. Hij liet als Mens alle eigenschappen van God op volmaakte wijze zien te midden van een volk dat God de rug had toegekeerd. Op Hem ga je lijken naarmate de Schrift in je hart meer voet aan de grond krijgt. De Schrift vormt je naar Zijn model. De Schrift maakt een ‘mens Gods’ volkomen, dat wil zeggen dat de Schrift hem of haar tot volle rijpheid, tot volwassenheid brengt. Dat betreft de hele persoon. De Schrift geeft ‘de mens Gods’ ook alles wat nodig is om ‘alle goed werk’ te doen. Dat betreft zijn bezigheden.
Als jij een ‘mens Gods’ wilt zijn, word je niet door een academische opleiding toegerust voor je taak. De toerusting voor het werk dat je opgedragen krijgt, vind je in de Schrift. Als je ernaar verlangt een ‘mens Gods’ te zijn, zul je in de Schrift alles vinden wat aan je verlangens beantwoordt.