Verslag reis
We hebben ons na een voorspoedige reis in Wenzhou enkele dagen lichamelijk en geestelijk kunnen voorbereiden op ons verblijf in China. Maandag 26-9 kwam Thomas aan. Het was goed een bekend gezicht te zien tussen die talloze gezichten die voor ons nogal op elkaar lijken. We werden opgehaald en naar de ondergrondse b-school (verder: ogbs) gebracht.
Naar aanleiding van de gebedsinfo werd de vraag gesteld wat b-school betekent. De ‘b’ staat voor een woord dat beter niet kan worden genoemd in een schrijven zoals dat van ons. Het staat voor het woord dat wij gewoonlijk gebruiken voor het Woord van God. Dat woord kan door een zoekmachine worden gezocht als zo’n typisch woord dat onze godsdienst kenmerkt. Ook ‘onze godsdienst’ is een omschrijving voor een woord dat we willen vermijden. Een ander woord dat moet worden vermeden is de naam die de Heer bij Zijn geboorte kreeg (Mt 1:21) evenals wat Hij door God is gemaakt na Zijn verheerlijking (Hd 2:36, tweede naam). Nog een kenmerkend woord dat moet worden vermeden is het woord dat ‘goed nieuws’ betekent en waarvoor Paulus zich niet schaamde (Rm 1:15-16). Deze omschrijvingen zullen voor de b-lezer geen problemen opleveren. Dat we woorden als God en Heer en Vader en andere uitdrukkingen uit het Woord wel gebruiken, is omdat die niet specifiek aan onze godsdienst verbonden zijn, maar algemeen gebruikte woorden.
Dat we voorzichtig moeten zijn, is nog eens onderstreept door wat Thomas vertelde over onlangs aangescherpte overheidsmaatregelen voor niet door de overheid erkende huisgemeenten, de niet geregistreerde gemeenten. Als een dergelijke gemeente samenkomt, moet de nationale vlag uit het raam van de ruimte worden gehangen. Ook moeten er videocamera’s worden opgehangen zodat wordt vastgelegd wie die samenkomst bezoeken. Op andere plaatsen in China wisten ze niet van deze maatregel.
Het lijkt erop dat deze maatregel in het bijzonder voor Wenzhou geldt, de stad die als eerste op ons programma stond. Wenzhou wordt wel het ‘Jeruzalem van China genoemd’, vanwege de vele gemeenten, zowel geregistreerd als niet geregistreerd. Het kan zijn dat de ontmoeting die we voor de zondag met enkele broeders zouden hebben, uit voorzichtigheidsoverwegingen niet kon doorgaan. Bij onze aankomst bij de ogbs vroegen we C., die ons hierheen had uitgenodigd, naar de maatregelen. Hij zei dat dit inderdaad het geval was.
Bij aankomst werden we in een parkeergarage het gebouw binnengereden. Niemand kon ons zien uitstappen. Onze kamer was op de zevende etage, de bovenste verdieping. Het klinkt wel wat merkwaardig: ondergronds enerzijds en op de zevende verdieping van een gebouw waar samenkomsten en studies worden gehouden anderzijds. Maar ondergronds betekent niet meer dan niet erkend. Dat er gelovigen samenkomen, is ook bekend bij de overheid, maar wordt gedoogd zolang er geen overlast is en de overheid er geen bedreiging in ziet. Wel maken de genoemde maatregelen duidelijk dat de overheid de druk opvoert en door bepaalde maatregelen wil laten merken dat zij de baas zijn.
De gordijnen moesten tijdens ons verblijf stijf gesloten blijven. Niemand mocht ons zien en gedurende de dagen die we daar zijn geweest, mochten we het gebouw niet verlaten. Het gebouw is herkenbaar als kerk, er staat een groot kruis op. De overheid wil dat al die kruisen verdwijnen.
Wie het kerkelijk nieuws wat volgt, weet van de ‘kruistocht’ tegen de kruisen. Ook tegen C. is gezegd dat hij het moet verwijderen. Hij heeft geantwoord dat als ze willen dat het er afgaat, zij het zelf maar moeten doen. Het staat er nog steeds. Chinese gelovigen mogen daar samenkomen, maar buitenlanders – zoals wij – ontvangen en ook nog eens onderwijs laten geven, betekent het riskeren van een boete of zelfs gevangenisstraf.
Maandag was de introductie en een inleiding op de brief aan de Romeinen. Van het commentaar op de brief zijn 10.000 exemplaren gemaakt en al grotendeels op diverse plaatsen in China aan gemeenten en ogbs uitgedeeld. Dat was een grote verrassing voor ons. Ook het maken van boeken is niet zonder gevaar. Er is vrijheid om te doen, maar wel alleen als er toestemming is van de overheid. Er moet een ISBN worden aangevraagd, wat betekent dat de inhoud wordt gecontroleerd. Een boek zonder ISBN publiceren, is strafbaar. Thomas vertelde dat iemand daarvoor onlangs twee jaar in de gevangenis heeft gezeten.
De jonge mensen met wie we deze week mochten samenzijn, kregen een exemplaar. Dat was wel handig, want daardoor konden ze zich wat voorbereiden op het gedeelte dat we de volgende dag zouden bespreken. Ook bij de bespreking van wat moeilijkere gedeelten konden ze daarin meelezen en verdere notities maken.
Van dinsdag tot en met donderdag hebben we Romeinen 1:1-6:11 doorgenomen met drie studies ’s morgens en drie studies ’s middags van elk 50 min en 10 min pauze tussen elke studie. Het waren nog jonge gelovigen, maar met een leergierig hart. Over de Heilige Geest blijkt onduidelijkheid te zijn. Ze moeten niets van in tongen spreken en teken en wonderen hebben. Op de vraag wie wel eens tot de Heilige Geest bidt, antwoordden ze dat ze dat deden. Op de vraag waar ze dat in Gods Woord vinden, bleken ze geen antwoord te hebben. Ik zou ook geen tekst weten die daarover spreekt of er een voorbeeld van geeft.
De Heilige Geest is gekomen om de Zoon van God te verheerlijken en om ons te leiden in het aanbidden van de Vader en de Zoon, niet om Zelf een voorwerp van aanbidding te zijn. Het werk van de Heilige Geest wordt overal gezien waar de Zoon van God wordt verheerlijkt in het leven van de gelovige in de praktijk van elke dag en niet in allerlei opzienbarende uitingen. Ze gaan er zeker over nadenken aan de hand van het Woord.
Vrijdagmorgen hebben we nog wat geëvalueerd. Ik was nieuwsgierig naar hun reden om naar de ogbs te gaan. Het bleken verschillende redenen te zijn: sommigen waren gestuurd door de gemeente die ze bezoeken, om daar beter te kunnen dienen. Anderen waren gekomen op aanraden van hun ouders. Weer anderen waren door persoonlijke overwegingen tot het besluit gekomen hierheen te gaan. Iemand was gegaan omdat een vriendin daar al was en haar gevraagd had ook te komen. Ze hebben het verlangen om de Heer te dienen.
Een mooie vraag kwam van iemand die vroeg hoe hij de wil van de Heer kon leren kennen, want hij wist niet wat hij moest gaan doen als hij hier klaar was. We hebben er met allen over gesproken dat de Heer dienen gebeurt in het dagelijks leven in de maatschappij, in het gezin en in de gemeente. Het verblijf op een b-school is niet het ‘normale’ leven van de gelovige. Het kan voor iemand nuttig zijn, maar het gaat om trouw in dagelijks leven. Het gevaar is ook dat een afgeronde opleiding op een b-school iemand het gevoel geeft meer te zijn of te weten dan iemand die dat niet heeft gedaan. De volgende illustratie sprak hen aan:
Een jonge, theologisch geschoolde prediker sprak over Psalm 23. Hij deed zijn uiterste best de psalm goed uit te leggen, maar zijn boodschap kwam niet over. Daarna sprak een oude man. Hij boog zijn hoofd, zijn handen beefden en zijn lichaam was getekend door vele jaren van hard werken. Hij begon op te zeggen: ‘De Heer is mijn Herder.’ Toen hij klaar was, was het doodstil, zijn gehoor was diep onder de indruk. Toen de jonge prediker aan de oude man vroeg waarom zijn woorden zo’n verschil hadden gemaakt, zei de oude man eenvoudig: ‘Jij kent de psalm, ik ken de Herder.’ De waarheid is dat het dagelijkse leven heel het leven lang een school is waarin God ieder van de Zijnen vormt.
Onder het eten hebben we nog kennis gemaakt met een echtpaar afkomstig uit Maleise.
Zij hebben huwelijkspastoraat gegeven aan een groep oudere gelovigen die daar was. Zij wonen nu zes jaar in Beijing. Toen ze hoorden dat wij daar nog zouden komen, hebben ze ons uitgenodigd ook bij hen te komen. Ze wonen in een gebied waar een aantal universiteiten is en willen hen graag bereiken met het goede nieuws. We waren benieuwd of we hen zouden kunnen bezoeken en wat de Heer met dit contact wilde.
Het afscheid vrijdagmorgen gaf weer een weemoedig gevoel. Je bouwt een band met hen op. C. wil graag dat we volgend jaar terugkomen om de brief aan de Galaten met de jonge mensen die er dan zijn door te nemen. Dit commentaar is een tijdje geleden ook vertaald. Het moet nu nog worden doorgelezen om de vertaling waar nodig te verbeteren. Als dat klaar is, kan het in boekvorm ter beschikking worden gesteld en ook worden verspreid.
We hebben afscheid genomen van Thomas nadat we de Heer hebben gedankt voor de tijd die we Hem hier samen mochten dienen. Ook hebben we gevraagd of Hij duidelijk wil maken of dit volgend jaar weer kan, als Hij nog niet is gekomen. Thomas heeft ook een druk programma. Twee andere gebedspunten waren (en zijn) een nieuw bezoek aan een plaats in het noordoosten, waar we samen twee keer zijn geweest, en het organiseren van een conferentie voor ‘leiders’ in de gemeente. Thomas vertelde dat er groot gebrek is aan bekwaam leiderschap – ofwel oudsten of opzieners – in de gemeenten in China. Het gaat er niet om ze aan te stellen, maar om broeders hun verantwoordelijkheden te laten zien en te laten nemen aan de hand van wat de Schrift daarover zegt onder andere in 1 Timotheüs 3 en Titus 1 en daarin te stimuleren (1Tm 3:1-7; Tt 1:5-9).
Zaterdag en zondag en maandagmorgen (1-10/3-10) zijn we in Shanghai geweest. We wilden daar graag zijn om met gelovigen samen te komen en de dood van de Heer te verkondigen. We waren daar twee jaar geleden ook. Dit keer viel ons bezoek samen met een kleinschalige conferentie van zondag tot en met dinsdag. Die kon worden gehouden vanwege de nationale feestdagen die elk jaar van 1-7 oktober worden gehouden. Het onderwerp was de geloofshelden uit Hebreeën 11. Een broeder uit Singapore heeft de inleidingen gehouden. Na elke inleiding was er een groepsbespreking. We hebben vier inleidingen kunnen meemaken die ons hebben bemoedigd in het leven in geloof. Er is op gewezen dat we allemaal een geloofsheld kunnen zijn als we ons geloofsvertrouwen werkelijk op God stellen.
Het was verfrissend om verschillende oude en nieuwe aspecten van het geloof van deze helden te horen. Wat wij ons bijvoorbeeld nog niet zo hadden gerealiseerd, is dat Abel schapen hield alleen om ze te offeren. Vlees is namelijk pas in Genesis 9 door God aan de mens tot voedsel gegeven (Gn 9:3). Over het geloof van Sara in de belofte van een zoon, vinden we in Genesis toch een aanwijzing. Er staat dat zij bij de aankondiging van de geboorte ontkende dat ze had gelachen, maar direct erna staat dat zij ‘bevreesd’ was (Gn 18:15). Deze vrees is het begin van haar geloof. Het vrezen van God is het begin van de wijsheid.
Behalve een vernieuwing van eerdere contacten hebben we ook nieuwe contacten uit China en enkele andere landen opgedaan. Een broeder uit India vertelde dat hij met zijn gezin door de Heer naar China is geleid. Hij woont er nu twee jaar en geeft les aan een school in de buurt van Shanghai met het doel daar het goede nieuws te brengen. Ook zijn we geholpen aan een adres in Beijing waar we gelovigen kunnen ontmoeten.
Maandagmiddag zijn we naar Harbin gegaan. Daar werden we opgewacht door drie zusters van de ogbs, van wie er twee bij ons vorige bezoek aan Harbin hadden ontmoet. De derde was de vertaalster. Zij bleek een jaar geleden bekeerd te zijn en de Heer had haar naar deze school geleid. Haar onbekendheid met het Boek heeft ze grotendeels gecompenseerd met haar enthousiasme om iets voor de Heer te doen. Voor mij was het een uitdaging zo eenvoudig mogelijk te spreken en veel uit het Woord te citeren. Daar kun je toch het gemakkelijkst naar verwijzen.
Toen we bij ons onderkomen aankwamen, moesten we weer heel behoedzaam en ook zwijgend naar binnen. Het was een flatgebouw met een trappenhuis. Net als in Wenzhou was het op de bovenste verdieping, met dit verschil dat hier allemaal andere mensen woonden, onder wie heel nieuwsgierige. Een ander uiterlijk en een andere taal zou zeker de nodige vragen oproepen en voor problemen kunnen zorgen. Met het oog op het onderwijs hadden ze een grote zolderkamer als leslokaal ingericht. De deelnemers aan de studies kwamen daarheen, zodat wij niet naar buiten hoefden om naar hen te gaan. We moesten weer voorzichtig zijn en drie dagen binnen blijven.
Toen we de eerste dag ’s morgens de kamer binnenkwamen, was die gevuld met zo’n 25 jongere en oudere gelovigen. Ze wilden graag meer van Gods Woord leren kennen. Dat is wel gebleken. Het was een genot om met hen Gods Woord te delen. Na een paar inleidende vragen was duidelijk dat ze al aardig wat van Gods Woord kenden. De vertaalster zag tegen haar taak op. De Heer heeft geholpen. De hele groep heeft nog spontaan voor haar gebeden toen ze op een bepaald moment om gebed vroeg omdat ze zich aangevallen voelde door de duivel. Het was mooi om dat mee te maken. De indeling van de dag was gelijk aan die in Wenzhou. De Heer heeft genade gegeven om veel uit Zijn Woord door te geven. Het is mooi om elke tekst of gedeelte door allen gezamenlijk te horen lezen. Ze vonden de vele verwijzingen een verrijking van hun omgang met het Woord.
Ook hier hebben we de brief aan de Romeinen met elkaar besproken. Hun betrokkenheid bij de studies was groot. Hoewel het verschil in cultuur groot is, is weer duidelijk geworden dat de Chinezen in wezen precies dezelfde natuur hebben als Nederlanders. Toen ik vroeg wat voor hen een afgod is, riepen ze in koor: geld. Hun antwoord op mijn vraag wat zij het eerste doen als ze wakker worden, was: kijken op WeChat (Chinese WhatsApp, waarmee zo’n beetje alle Chinezen met elkaar in contact staan) of ze een bericht hebben. Het is herkenbaar. Toen ik pas een e-mailaccount had, moest ik na enige tijd ook bij mijzelf constateren dat ik eerst ging kijken of ik nieuwe mails had voordat ik ging lezen en bidden en heb dat moeten belijden. Als de Heer prioriteit heeft, zullen we de dag met Hem beginnen, zoals de Heer Zelf ook de dag begon met te luisteren naar Zijn Vader (Js 50:4-5).
We hebben ook hier met elkaar over de Heilige Geest gesproken. Hier bleek niemand te zijn die tot de Geest bad. Verder bleek dat het punt van de uitverkiezing niet duidelijk was. De Calvinistische leer van de dubbele uitverkiezing – die inhoudt dat God zowel uitkiest wie behouden wordt als wie verloren gaat – is een hardnekkig kwaad. Het lijkt toch ook zo logisch: als er een uitverkiezing tot het eeuwige leven is, moet er ook een uitverkiezing tot het eeuwige oordeel. De Schrift leert echter dat God mensen uitkiest om behouden te worden en dat een mens verloren gaat omdat hij zich niet wil bekeren. Het is niet te beredeneren, maar wel in het geloof te aanvaarden. Na de uitleg erover is het voor hen veel duidelijker geworden.
Na afloop van de studies mochten we donderdagavond, nadat het donker was, onze ‘schuilplaats’ verlaten. Ze hebben ons eerst de verblijven van de b-schoolleerlingen laten zien. Die zijn in een andere flat op dezelfde binnenplaats. Er kamers voor jongeren en kamers voor ouderen. De jongeren waren op dat moment bezig met het programma voor die avond: van 19:00-22:00 uur persoonlijke b-studie en gebed. De ruimten zijn heel eenvoudig en ze zorgen per afdeling zelf voor hun eten. De korte ontmoetingen op die avond waren waardevol voor ons. Het is bemoedigend te zien hoezeer ze de wil van God willen leren kennen en doen. Daarna zijn we nog even naar het centrum van Harbin gegaan.
Vrijdagmorgen hebben we afscheid genomen. We moesten volgend jaar zeker terugkomen. De vraag was al waarover ik dan b-studies zou gaan geven. We zullen zien wat de Heer duidelijk maakt, zowel voor het terugkomen als voor het onderwerp. Het zal oktober of november worden, als de Heer nog niet is gekomen en Hij de deur opnieuw opent. Toen zijn we naar de volgende plaats, Shenyang, gereisd.
In Shenyang werden we opgewacht door een jonge broeder en zuster. Er waren twee uitgangen van het station, een noorduitgang en een zuiduitgang. We wisten niet welke we moesten nemen, maar kozen door de goedheid van de Heer de juiste. Later lazen we een berichtje dat ons was gestuurd, maar niet konden lezen omdat we geen internetverbinding hadden, dat we daar werden opgewacht. Nadat we in ons onderkomen waren gebracht, kwamen daar om 6 uur de vertaalster met haar man en nog een echtpaar. Ze vertelden dat de vrouw van Lee, de broeder die ons had uitgenodigd, net een paar dagen geleden een zware operatie heeft gehad. Er is baarmoederhalskanker bij haar geconstateerd. Daarom kon hij ons niet komen ophalen en ook niet bij de b-studies zijn. Ook konden slechts enkelen de geplande studies bezoeken omdat velen zaterdag en zondag moesten werken om de vrije dagen ter gelegenheid van de nationale feestdagen weer in te halen. Het is dus anders gelopen dan gepland.
Toch heeft de Heer een goede tijd gegeven met enkele studies waar enkele zusters bij aanwezig konden zijn. Ook de onbekeerde man van een zuster was bij een van de studies. Dat was een wonder en een grote bemoediging. Hij was nooit eerder met zijn vrouw in de gemeente geweest. Nog een bemoediging was dat de vertaalster vertelde dat zij net haar baan had opgezegd en benieuwd was wat ze voor de Heer kon doen. Ze was onderwijzers Chinees geweest. Ik vroeg haar of ze misschien wilde proberen een commentaar in het Chinees te vertalen. Dat vond ze een mooie uitdaging.
De maandag hadden we een dag ingeruimd zonder verplichtingen. Dat heeft ons ook goed gedaan.
Dinsdag zijn we op reis gegaan naar onze volgende bestemming: Jinan. Tot onze verrassing kwam Lee, samen met een zuster die ons steeds wat heeft begeleid, nog naar ons toe. Hij wilde ons nog graag even groeten. Zijn vrouw is nog zwaar ziek, maar er is enige verbetering. Hij had goede berichten van de studies ontvangen en wilde graag dat we volgende jaar weer terugkwamen.
In Jinan werden we ontvangen door enkele broeders en zusters. Zij brachten ons naar een flat waar de gemeente samenkomt. De volgende dag gingen we naar een andere locatie, een woonkamer ergens in Jinan in een andere flat, een half uur rijden ervandaan. Mocht er politie komen, dan waren we bezig met een ‘uitwisseling van culturen’. In de kamer waren zo’n twintig personen bij elkaar gekomen. We hadden gemeend dat het weer een ogbs zou zijn, maar het bleken rijpere gelovigen te zijn met een taak in de gemeente, onder wie enkele voorgangers.
Na een half uur van zingen en bidden begon de studie over 1 Petrus. Er was weer grote aandacht en meeschrijven. De huiskamersfeer maakte ook vragen gemakkelijker. Er waren vragen over het eten van bloed, de wet, de uitverkiezing, de Heilige Geest. Ook hier waren meerderen die tot de Heilige Geest baden. De uitleg dat dit niet naar de Schrift is, werd met instemming aanvaard. Ze zeiden dat ze het eerst ook niet deden, maar dat dit erin gekomen was, onder andere door bepaalde liederen waarin tot de Geest wordt gezongen. Het is weer een aanwijzing hoe belangrijk het is liederen te toetsen aan Gods Woord. Een ander punt was de valse welvaartsprediking en de onschriftuurlijke genadeleer van Joseph Prince, die beweert dat alles genade is en dat het niet nodig is als gelovige je zonden te belijden. Daar tegenover staat de verkeerde leer van de wet als een leefregel voor de gelovige. Deze twee verkeerde leringen verdelen de gemeente hier.
Nog een punt waarover vragen waren, was de mogelijkheid dat een gelovige nog verloren zou kunnen gaan. Dat is uitvoerig besproken. Wie eenmaal uit God geboren is, blijft altijd een kind van God. Wie zegt uit God geboren te zijn, maar in de zonde leeft, is een leugenaar. Ze waren heel blij met het onderwijs hierover. Verder is ook hier de neiging naar meer invoering van oudtestamentisch gebruiken en feesten, wat ook voor spanningen onder de gelovigen zorgt. De brief aan de Hebreeën maakt duidelijk dat elke invoering van Joodse gebruiken in de gemeente en de nieuwtestamentische eredienst een loochening van het eenmalige werk van de Zoon van God is.
Later onder het eten wilden enkelen meer weten over het spreken in tongen en genezingen. Het spreken in tongen (gebrabbel) is onschriftuurlijk, het komt nergens in de Schrift voor. De Schrift spreekt over het spreken in talen. Dat kan onder de voorwaarden die de Schrift in 1 Korinthiërs 14 geeft, gebeuren: als teken voor ongelovigen, terwijl er iemand is die het uitlegt, omdat het erom gaat dat de gemeente wordt opgebouwd (1Ko 14:22,27). Wat de praktijk betreft, kunnen we denken aan gebieden waar het goede nieuws nog niet is gebracht. Het gaat ook altijd om bestaande talen en niet een gebrabbel of gemurmel dat niemand begrijpt.
Dat het om bestaande talen gaat, kunnen we leren uit de drie keer dat we in de Schrift lezen over het spreken in een taal of talen door mensen die deze taal niet hebben geleerd, maar aan wie het door God gegeven wordt: Adam, bij de torenbouw van Babel en bij de uitstorting van de Heilige Geest. Het gaat, net als elke gave, ook bij het spreken in talen om de opbouw van de gemeente. Geen enkele gave is door de Geest gegeven met de bedoeling zichzelf op te bouwen, maar altijd om de ander ermee te dienen. Dat iemand zelf ook wordt opgebouwd bij het gebruik van een gave, is een mooie bijkomstigheid, maar niet het doel ervan. 1Kor 14:3 is dan ook geen aanmoediging, maar een correctie.
De tweede dag hebben we veel gesproken over de toekomst, de komst van de Heer voor de gelovigen om hen tot Zich te nemen in de lucht, de grote verdrukking, de komst van de Heer met de gelovigen naar de aarde, het vrederijk, de twee opstandingen, de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.
Het afscheid was bijzonder hartelijk. De zusters vielen Willy om de hals van wie sommigen met tranen. De leidende broeder sprak zijn waardering uit voor onze komst en het delen van Gods Woord. Er was op een aantal vragen die in de gemeente spelen een duidelijk antwoord vanuit de Schrift gekomen. Tja, dat gebeurt dan zonder dat je de situatie kent. Toch is het ook weer niet helemaal onverwachts, want het zijn hier dezelfde mensen met dezelfde problemen als in Nederland. Ons gebed is dat de Heer het gebruikt om dit deel van Zijn gemeente meer in overeenstemming met Zijn gedachten te brengen. Ze willen graag dat we volgende jaar terugkomen om verder onderwijs te ontvangen. Er werd nog een keer een excuus gemaakt voor ons primitieve onderkomen en het geringe aantal dat kon worden uitgenodigd, maar het had allemaal te maken de veiligheid. Misschien dat het volgend jaar (DV) anders kan.
Vrijdag zijn we naar Beijing gereisd. Zoals we in onze gebedsinfo hebben geschreven waren we benieuwd wat de Heer daar voor ons had. Onze verwachtingen zijn niet beschaamd. Dat begon feitelijk al direct nadat wij onze gebedsinfo hadden verstuurd. Elisabeth, een zuster uit Duitsland, die we enkele jaren eerder in het noorden hadden ontmoet, mailde dat ze ons graag wilde helpen als wij in Beijing waren, want daar woonde ze nu. Zaterdag zijn we aan het einde van de middag met haar op stap geweest.
Zaterdagmorgen kregen we eerst nog iemand op bezoek van een ogbs in Beijing ons om kennis met ons te komen maken. We hebben elkaar wat vragen gesteld om te zien of er mogelijkheden zijn daar een keer onderwijs te komen geven. We hebben de indruk gekregen dat het meer een theologische opleiding is. Op de vraag naar de toelatingsvoorwaarden werd als eerste geantwoord dat een bepaalde vooropleiding noodzakelijk is. Op vragen over geestelijke voorwaarden, zoals bekering, leven met de Heer en de motivatie van hen die de opleiding willen volgen, kregen we niet zo’n helder antwoord, althans niet zo helder als wij wensten. Na afloop van het gesprek werden uitgenodigd dinsdag de b-school te bezoeken.
Zaterdagmiddag heeft Elisabeth ons iets van het oude Peking laten zien en ons wegwijs gemaakt in de metro. Ook heeft ze ons enkele bezienswaardigheden aangeraden en verteld hoe we daar konden komen. Het was leuk om haar weer te ontmoeten.
Zondag konden we een gemeente in Beijing bezoeken. Het is een kleine, warme gemeenschap. We konden de dood van de Heer verkondigen en naar Gods Woord luisteren. Er was ook een echtpaar uit Schotland, dat net als wij voor het eerst in Beijing was. Elk jaar zijn zij rond de paasdagen twee weken in Sri Lanka om daar de gelovigen met Gods Woord te dienen. Het was een aangename kennismaking.
Maandag was het prachtig weer. De lucht was blauw en de zon scheen de hele dag. De dagen ervoor en erna waren grijs vanwege de zware smog die in deze tijd van het jaar over Beijing hangt. Het was een mooie dag om echt toerist te zijn. We hebben de Chinese muur bezocht. Deze muur is de grootste Chinese toeristische trekpleister. We zijn met de kabelbaan naar boven gegaan en lopend weer naar beneden over de muur. Zo hebben we een piepklein stukje van de meer dan 4000 km lange muur afgelegd. Dat was voor ons ook meer dan genoeg, want het was alleen klauteren en steil afdalen. En we waren er niet alleen. Het leek wel of alle Chinezen deze dag voor een bezoek aan de muur hadden uitgekozen. Wat een drommen Chinezen met hier en daar een enkele toerist. Een leuke ervaring.
Dinsdag zijn we ’s morgens naar de Verboden Stad, ook wel het Keizerlijk Paleis genoemd, geweest, met zicht op het Tiananmenplein, ook enorme toeristische trekpleisters. Het was net of alle Chinezen van gisteren nu hier waren, maar nu ook allemaal nog al hun vrienden en kennissen hadden meegenomen. Het was een zee van mensen. Ook weer een aardige ervaring.
De muur en de Verboden Stad met zijn keizerlijke verblijven (8706 kamers) zijn kunstige bouwwerken. Er gaat echter ook een enorme hoop menselijke ellende en afgoderij achter schuil. In een beschrijving staat dat de muur meer is dan een overblijfsel uit de geschiedenis. Het is een symbool van de wreedheid van het keizerlijke bewind, de inzet van talloze arbeiders, het vernuft van bouwkundigen en de menselijke drang om te bouwen voor de onsterfelijkheid. De Verboden Stad was niet bedoeld voor een sterfelijke keizer, maar voor ‘de zoon van de hemel’, de voorbestemde schakel tussen hemel (yang) en aarde (yin) die verantwoordelijk was voor vrede, welvaart en het ordelijke leven op aarde. De ‘sterfelijke keizer’ met zijn goddelijke status was een gevangene in deze stad, gevangen in het systeem dat rond zijn goddelijke persoon was opgebouwd.
Ik las ’s avonds in 2 Petrus 3 over het brandend vergaan van de wereld en de werken daarop wanneer de dag van de Heer aanbreekt (2Pt 3:10-12) en moest denken aan de menselijke bouwwerken die we hebben gezien. Dat is wat er gebeurt met alles wat door de mens zonder God en tot eigen eer en glorie is gemaakt. Ook moest ik aan Salomo denken die in Prediker 2 beschrijft hoe hij heeft getracht enige zin in het leven te ontdekken en dat onder andere heeft proberen te vinden in het bouwen van huizen (Pr 2:4). Zijn conclusie was dat het allemaal ijdelheid, leegheid, en najagen van wind was (Pr 2:11). Er is geen enkele echte en blijvende voldoening voor het hart in te vinden. Dat zie je ook aan de uitdrukking in de ogen van de Chinezen: absolute leegheid.
Dinsdagmiddag hebben we het afgesproken bezoek aan de b-school gebracht. Er waren nu ook enkele andere mensen bij aanwezig. Door de vragen en gesprekken kregen we de indruk dat in deze opleiding meer een theologische opleiding is. De nadruk lag naar onze aanvoeling meer op het hoofd dan op het hart, meer op religie dan op relatie. Het ging meer over de opleiding dan over de Heer. Bij de ogbs die we hebben bezocht, ging het om de relatie met de Heer. Dat is in elk geval onze indruk.
Op de vraag wat ik onderwijs, heb ik hun aanbevolen mijn commentaar op de brief aan de Korinthiërs te lezen. Dan weten ze wat ik leer over de gemeente van God en andere onderwerpen. De Heer en Zijn werk zijn er niet mee gediend, als blijkt dat onze doelstellingen toch niet dezelfde zijn. Het gaat om de eer van de Heer. Daar waren ze het mee eens. Ze wilden het commentaar doorlezen en dan kijken of mijn onderwijs een bijdrage is aan het doel dat hun voor ogen staat. Daarover hebben we dan nog contact.
Woensdagmiddag zijn we bij Boris geweest, die we in Wenzhou hadden ontmoet en die ons had uitgenodigd om hem te bezoeken wanneer we in Beijing zouden zijn. Hij heeft ons zijn kantoor laten zien en enkele ruimten die hij voor zijn pastorale cursussen gebruikt. Aan het einde van de middag heeft hij ons meegenomen naar een ogbs in het noorden van Beijing. Dat deed hij niet alleen voor ons, maar ook voor zichzelf. Hij wilde kijken of hij zijn kantoor hierheen kon verplaatsen omdat de huur die hij nu moet betalen nogal hoog is.
We werden hartelijk begroet door het beheerders echtpaar, afkomstig uit Zuid-Korea. Zij zijn hier gekomen om het goede nieuws te brengen. Daarbij willen ze anderen helpen en motiveren. Er waren op dat moment ongeveer 40 oudere en jongere gelovigen aan het eten. Wij konden zo aanschuiven. Daarna hebben we iets met hen gedeeld uit het Woord. Bijna elke zin werd met een instemmend en duidelijk ‘amen’ ingedronken. De ruime gebouwen bieden aan 200 personen onderkomen. Wie weet, zo zei Boris, kan deze locatie worden gebruikt om leiders te onderwijzen. Daar zullen we voor bidden.
Het was een mooie afsluiting van weer een bijzondere tijd in China. Het is elke keer weer anders, rijker. We hebben ons omringd gevoeld door het gebed van velen en de verhoring ervan door de Heer ervaren. We mogen nu samen verder bidden dat de Heer Zijn Woord verder zegent.
Nog een punt van gebed is dat de website www.oudesporen.nl door de overheid geblokkeerd lijkt te zijn. Op de site staan diverse opnames van eerdere studies in het Engels met vertaling in het Chinees, waar de gelovigen die we hebben ontmoet, graag gebruik van willen maken. Nu heb ik enkele meldingen gekregen dat de site niet bereikbaar is. Iemand wist wel een omweg en kon zo de site bereiken, maar daar is wel wat kundigheid voor nodig. Misschien is er een andere manier.
Hartelijke groeten van verbondenheid in onze Heer,
Ger en Willy de Koning