Verslag reis
Middelburg, 1 december 2015
U dan, wees niet bevreesd, Mijn dienaar Jakob,
wees niet ontsteld, Israël!
Want zie, Ik ga u verlossen uit verre [landen],
uw nageslacht uit het land van hun gevangenschap.
Jakob zal terugkeren, rust hebben en zonder zorgen zijn,
en niemand zal [hem] schrik aanjagen.
U [dan], wees niet bevreesd, Mijn dienaar Jakob, spreekt de HEERE,
want Ik ben met u. (Jr 46:27-28a)
Geliefde broeders en zusters,
Bovenstaande tekst las Willy vrijdagmorgen 27 november, de dag van ons vertrek uit China. We hebben dit woord van de Heer de tijd dat we in China waren, mogen ervaren en wel speciaal in de laatste dagen. We willen onze ervaringen weer graag met u delen. De Heer heeft de vele gebeden verhoord. Uit het verslag blijkt dat er ook veel is om Hem voor te danken. “Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen” (Rm 11:36).
Shenyang
Dinsdag 10 november zijn we tien over half elf vertrokken uit Brussel. Na tussenstops in Amsterdam en Beijing zijn we de volgende dag veilig en op tijd – precies op het middaguur plaatselijke tijd – geland in Shenyang. Baihong en een plaatselijke broeder stonden op ons te wachten. Na een klein uurtje rijden waren we op de plaats van bestemming, op slechts tien minuten loopafstand van de plaats waar de volgende dagen de bijbelstudies plaatsvonden.
Na een paar uurtjes slaap werden we opgehaald voor het eten en een eerste kennismaking met enkele broeders en een zuster die zal vertalen. Het maakte weer indruk direct die familieband in de Heer te ervaren met gelovigen die je nooit eerder hebt ontmoet en van hen te horen hoe ze de Heer hebben leren kennen.
L., de pastor of hoofdverantwoordelijke van de huisgemeente waar de bijbelstudies zijn, vertelde dat hij tot de Heer was gekomen door een meisje dat trouw een gemeente bezocht. Hij vond het vreemd dat zo’n jong kind dat deed, en wilde weten waarom ze dat deed. Daarom is hij er ook eens gaan kijken. Zo is hij met de Heer en Zijn Woord in aanraking gekomen, en na meerdere bezoeken heeft hij Hem aangenomen. Baihong wilde graag dat wij elkaar zouden ontmoeten om te kunnen praten over zijn vragen over hoe de gemeente moet functioneren en hoe om te gaan met conflicten in de gemeente.
De zuster die de bijbelstudies zal vertalen, vertelde dat vooral vragen als waar ze vandaan komt en waarheen ze op weg is, haar bij de Heer hebben laten uitkomen. Daarvoor heeft Hij een zuster uit Singapore gebruikt. Dat is nu ongeveer tien jaar geleden. Het is haar verlangen steeds meer van Gods Woord te leren kennen. Ze ziet ook een groot gebrek aan kennis van Gods Woord bij hen die tot geloof komen en wil graag helpen daaraan wat te doen.
Van donderdagmorgen tot en met zaterdagmorgen (12-14 november) waren er bijbelstudies over de brief aan de Filippenzen, met ’s morgens en ’s middags een studie. Vrijdagavond was er nog een spontaan ingelaste bijbelstudie voor jongeren met vragen. Elke morgen werden we om negen uur door een behulpzame jonge broeder opgehaald en gingen we lopend naar de plaats van de bijbelstudie. Met een kleine groep hebben we een begin gemaakt met de studie van deze prachtige brief.
Een kleine groep maakt het ook gemakkelijker om vragen te stellen. Daarvan is ruim gebruikgemaakt. Er waren vragen onder andere over de opstanding, de zekerheid van de behoudenis, behouden worden door geloof alleen en niet door werken, de afval van christenen die alleen met de mond Christus belijden, de twee bokken in Leviticus 16. Aan de hand van de twee bokken – die allebei een aspect van het werk van de Heer Jezus voorstellen – is ook het verschil tussen aanbod van het evangelie aan alle mensen en het plaatsvervangend lijden van de Heer Jezus voor alleen de gelovigen duidelijk gemaakt.
Het komt erop aan de waarheid van Gods Woord recht te snijden, dat wil zeggen elke waarheid recht te doen en niet bijvoorbeeld Israël en de gemeente met elkaar te verwarren of te vermengen. Dan wordt ook duidelijk dat wij als christenen niet de Joodse feestdagen en gebruiken in de gemeente moeten introduceren, een ontwikkeling die zich steeds sterker manifesteert. Voor ons, nieuwtestamentische gelovigen, geldt dat “wij leven door geloof, niet door aanschouwen” (2Ko 5:7). Dit vers en ook de hele brief aan de Hebreeën geven het verschil duidelijk weer.
We zijn onder de indruk gekomen van de gezindheid van de Heer Jezus. Zijn gezindheid is nodig om elkaar te dienen. Het gaat er niet om wat we doen en hoeveel we doen, maar dat we doen wat God wil, en dat doen in de gezindheid van de Heer Jezus. De positie in de maatschappij speelt in China een grote rol. Een jonge zuster had daar vragen over. Ze wilde eerlijk zeggen dat zij ook graag hogerop wilde. Soms was ze er verward over wat de wil van de Heer hierin voor haar was. Het werd haar duidelijk dat het in Gods koninkrijk anders is dan in de wereld. Je mag je capaciteiten gebruiken. Maar of je nu directeur van een bedrijf bent of schoonmaakster in datzelfde bedrijf, het enige waarop het aankomt, is dat werk trouw te doen. De Heer Jezus was Koning, maar werd de Dienaar van allen. De Heer beloont trouw, niet een positie en niet de prestaties die wij leveren.
De zaterdagmiddagbijbelstudie verviel, omdat we naar Dalian moesten vertrekken. Aan het eind van de laatste studie kwam L. naar ons toe en zei dat hij heel dankbaar was dat de waarheid van Gods Woord gebracht was. Hij voegde er met een knipoog aan toe dat we de middagstudie die was komen te vervallen, de volgende keer moeten inhalen. Hij wil graag dat we terugkomen, en dan ook wat langer, want hij verlangt ernaar samen met zijn medebroeders en -zusters meer van de waarheid van Gods Woord te horen.
Dalian
In Dalian werden we ontvangen door T. en een broeder en enkele zusters. T. was een zakenman. Toen hij toen bekering kwam, ca. vijf jaar geleden, verkocht hij zijn zaak. Hij is met enkelen een gemeente begonnen. De ruimten waar zijn zaak gevestigd was – op de twintigste verdieping van een flat – heeft hij omgebouwd tot ruimten waar nu gelovigen samenkomen en kindersamenkomsten worden gehouden. Het is kleinschalig. Het is zo gegroeid, dat er vorig jaar een nieuwe gemeente in Dalian, een uur ervandaan, is gestart. T. is, net als L., pastor, en wil graag meer weten over de gemeente.
T.’s vriend en broeder Y. reisde met ons mee. Y. werkte vroeger bij T. en kwam tot bekering. Hij nam ontslag en is nu pastor in Shenyang. Ze willen gemeente zijn en geen organisatie en openstaan voor het werk van de Geest. Daarom verlangen ze er zo naar hierover uit Gods Woord onderwezen te worden. Hij excuseerde zich bijna dat ze alles zo eenvoudig mogelijk willen doen. Ik zei hem dat dit taal naar mijn hart is.
T. vertelde dat hij al vijftien keer de brief van Paulus aan de Romeinen had doorgelezen en dat graag wel honderd keer wil doen. Dat zegt mij wel wat over de aanwezigheid van het nieuwe leven. Het is mooi om het nieuwe leven in zijn frisheid te mogen zien. T. was onlangs naar een afgelegen dorp geweest, waar hij het evangelie had verkondigd. Daar kwam een oude, gehandicapte man tot geloof, die hij ook heeft gedoopt. Dat was een grote vreugde voor hem.
Zondag 15 november was er ’s morgens eerst een half uur aanbidding en daarna kreeg ik gelegenheid iets uit het Woord met hen te delen. ’s Middags was de eerste lezing over 1 Korinthiërs voor ieder die daarvoor belangstelling had. ’s Avonds hadden ze een extra bijeenkomst geregeld. Ze wilden dat we naar de pas ontstane gemeente gingen om ook daar Gods Woord te brengen. Telkens weer is daar het aanstekelijke, weldadig aandoende verlangen naar het voedsel van Gods Woord.
Tussendoor vertelde T. ons zijn opmerkelijke bekeringsgeschiedenis. Hij had een bedrijf met zeventien medewerkers op kantoor en zestien in de buitendienst, en deed vooral zaken met Rusland. Terwijl hij voor zaken in Rusland was, komt zijn werknemer Y. tot geloof. Het zei hem niet veel. Hij vond gelovigen hypocriet. Y. gaf hem een Bijbel. Die kwam in de boekenkast terecht. Ondertussen raakte hij aan de drank, ging roken, kreeg problemen in zijn huwelijk en een hart vol onvrede. Op een dag roept hij tot God: ‘Als U echt bestaat, laat het me dan weten.’
’s Avonds denkt hij aan de gekregen Bijbel. Hij krijgt veel strijd om de Bijbel te gaan lezen, want hij beseft dat als hij gaat lezen, hij het antwoord krijgt. Hij zweette helemaal. Hij is gaan lezen en heel erg gaan huilen. Tot dan had hij nooit gehuild. Lachen deed hij ook niet meer. In die tijd bekeek hij een dvd over de liefde van God. Toen besefte hij hoeveel hij zijn vrouw tekort had gedaan. Daarmee is hij zeven dagen bezig geweest. Hij had zichzelf opgesloten op zijn kantoor en heeft zeven dagen gehuild. Toen hij daarna in de auto onderweg was en naar een cd luisterde, hoorde hij de prediker zeggen: ‘Ben je een kind van God?’ Hij riep: ‘Nee!’, maar tegelijk stak hij zijn hand omhoog. Toen werd hij enorm blij, maar ook heel bang dat hij die blijdschap zou kwijtraken. Daarom droeg hij voortdurend de Bijbel bij zich, waarin hij ook heel veel las.
Na zijn bekering was hij direct van de drank en het roken af. De kamer vol met flessen drank sloot hij af. Hij had al twee jaar geen contact met zijn vrouw. Hij dacht: Wat kan ik mijn vrouw geven om mijn liefde voor haar te laten zien? Een mooi horloge, geld, een mooie auto? Nee, mijn ogen, mijn aandacht. Dat is wat ze heeft gemist. Hij praatte wel met haar, maar deed dat terwijl hij ondertussen druk bezig was met zijn smartphone. Hij keek niet naar haar, had geen echte aandacht voor haar. Hij is begonnen haar elke morgen en elke avond een glas water te brengen. Na twee maanden reageerde ze: ‘Waarom doe je dat?’ Hij zei: ‘Ik schaam me ervoor te zeggen dat ik je liefheb, maar ik wilde je mijn liefde laten zien.‘ Toen brak ze en kwam ook tot geloof.
Maandag en dinsdag (16-17 november) zijn er ’s morgens en ’s middags besprekingen geweest met enkele pastors over een aantal vragen die zij hadden over de eerste brief aan de Korinthiërs. Het zijn broeders die tussen de vijf en tien jaar geleden tot bekering zijn gekomen. Wat we hebben gemerkt, is dat ze al een behoorlijke kennis van Gods Woord hebben en goed hebben nagedacht over de onderwerpen die we bespraken. Ze wilden ook hun gedachten toetsen, of ze hun verantwoordelijkheden voor de gemeente juist zagen. Ik heb gezegd dat ik dat oordeel aan de Heer overliet en dat ik hun alleen kon proberen duidelijk te maken wat naar mijn overtuiging Gods Woord over hun vragen zegt. Ze moeten mijn antwoorden toetsen aan de Schrift en pas iets veranderen als ze dat in de Schrift zien. Dat dit hun enige wens was, bleek ook wel uit de besprekingen die we hebben gehad.
Het begon wat later dan gepland. We waren maandagmorgen om half tien aanwezig, maar de twee broeders die van andere plaatsen moesten komen, hadden vertraging. We begonnen dus pas ’s middags. F., de vertaler en ook pastor van een gemeente, zei met een lach: ’Je moet in dit land flexibel en beschikbaar zijn.’
Eerst hebben ze de vragen opgesteld, over bijna elk hoofdstuk een vraag. Uit hoofdstuk 1 wilden ze graag spreken over wat het betekent om heilig of geheiligd te zijn. We zijn diep ingegaan op geheiligd zijn (positie) en geheiligd leven (praktijk). Daarbij was het echt niet zo dat ze direct instemden met wat ik daarover naar voren bracht. Uit de hoofdstukken 2 en 3 hebben we uitvoerig gesproken over de natuurlijke mens (dat is de ongelovige, niet wedergeboren mens) en over de gelovige die geestelijk, maar ook vleselijk kan zijn.
Naar aanleiding van hoofdstuk 5 hebben we nagedacht over de verantwoordelijkheid van de gemeente om tucht uit te oefenen. Zij zien dat dit noodzakelijk is. Het is echter niet eenvoudig voor hen om in te zien dat dit met het gezag van de gemeente te maken heeft. Nu is het nog zo dat een pastor iemand in een bepaald geval de toegang tot de gemeente ontzegt. Veelal zijn de andere gelovigen nog zo jong in het geloof, dat ze zich niet aan het beoordelen van tuchtzaken toe zijn.
Tucht als in 1 Korinthe 5 gaat over iemand die in openbare zonde leeft (1Ko 5:13), niet iemand die in de zonde valt. Meestal is het zo, dat voordat iemand als een boze uit de gemeente wordt weggedaan, er eerst andere stappen kunnen en moeten worden gezet om iemand te helpen van de zonde los te komen. Dat zien we in Mattheüs 18 (Mt 18:15-20), een gedeelte dat nauw verbonden is aan 1 Korinthiërs 5.
Dat begrepen ze niet. Hoe kan het in Mattheüs 18:15-20 over de gemeente gaan? De Heer sprak toch tot Zijn discipelen? Waarom moet het hier dan ineens over de gemeente gaan en dan nog wel over een gemeente die er nog niet was? Zo’n opmerking laat zien hoe zij zonder ‘voorkennis’ van de gemeente dit gedeelte lezen. Het was een aanleiding om uit te leggen waarom de Heer hier, evenals in Mattheüs 16:18, wel spreekt over een gemeente die nog moet komen. Het zet jezelf weer aan het denken en bevestigt je in wat je hebt mogen ontdekken. Dat mag je dan doorgeven. Ze waren enorm dankbaar voor de open manier waarop we zo met elkaar over Gods Woord konden praten.
Zij meenden ook dat de Heilige Geest al in het Oude Testament in de gelovigen woonde, terwijl Hij pas op aarde is komen wonen toen Hij werd uitgestort op de Pinksterdag, dat is na de verheerlijking van de Heer Jezus (Jh 7:37-39). Telkens vroegen ze naar bewijzen uit de Schrift. We hebben gesproken over wie gelovigen ofwel kinderen van God zijn, wanneer iemand de Heilige Geest ontvangt, wat een christen is, wat het verschil is tussen de christen die het alleen in naam is en de christen die het door bekering en nieuw leven werkelijk is, over de ware discipel en de schijndiscipel. Het waren aangename, verkwikkende besprekingen. Ze gaan zeker over al deze dingen nadenken en de Heer vragen wat Hij wil dat ze ermee doen.
Maandagavond en dinsdagavond was de voortzetting van de lezingen over de eerste brief aan de Korinthiërs waarmee ik zondagmiddag was begonnen. Ik heb alleen hoofdstuk 1 kunnen bespreken. Toen we dinsdagavond afscheid namen zei T. dat het betekent dat ik nog vijftien jaar terug moet komen, aangezien 1 Korinthiërs zestien hoofdstukken heeft -;).
Woensdag 18 november zijn we aan het eind van de morgen opgehaald door een zuster die ons langs enkele bezienswaardigheden van de enorme havenstad Dalian heeft gereden. Zo reden we door een gebied waar de hoogwaardigheidsbekleders van de wereld worden ontvangen en ondergebracht in allerlei grote chalets met glitter en glamour. Het is een soort vakantiepark, maar dan nogal luxe. Om vier uur zijn we op de trein naar Shenyang gestapt, waar we om negen uur aankwamen.
Shenyang
Donderdag tot en met zaterdag waren in de gemeente waar Y. pastor is, ook weer bijbelstudies over de eerste brief aan de Korinthiërs. Donderdagavond en vrijdagavond heb ik iets uit andere gedeelten uit Gods Woord met de aanwezigen gedeeld. Uit 1 Korinthiërs wilde Y. graag over tien onderwerpen onderwijs. Dat waren achtereenvolgens:
- verdeeldheid (1 Kor 1, 3),
- tucht (1 Kor 5),
- onrecht lijden (1 Kor 6),
- seksualiteit (1 Kor 6),
- het huwelijk (1 Kor 7),
- geen struikelblok zijn (1 Kor 8),
- de hoofdbedekking (1 Kor 11),
- het avondmaal (1 Kor 10, 11),
- de gaven (1 Kor 12-14),
- de opstanding (1 Kor 15).
Elke studie van een onderwerp bestond uit een half uur inleiding, twintig minuten groepsbespreking en twintig minuten samenvatting en vragenbeantwoording. Donderdagmiddag en vrijdagmiddag waren er drie studies en zaterdag vier. Het waren levendige studies met een inbreng van alle aanwezigen. Opnieuw hebben we ervaren hoe verfrissend en verrijkend het is om over deze onderwerpen te praten met hen die betrekkelijk jong zijn in het geloof.
Zaterdagavond hebben we een ‘Watchman Nee-gemeente’ bezocht. Ik heb diverse bijbelcommentaren van Watchman Nee gelezen en daar geestelijk nut van gehad. Ook heb ik het een en ander over zijn leven gelezen. Daardoor had ik al langer de wens om eens in zo’n gemeente te kijken, maar had tot nu toe geen mogelijkheid gevonden. Nu bleek dat een zuster die nu naar de gemeente gaat waar Y. pastor is, enige tijd zo’n gemeente heeft bezocht. Y. heeft haar gevraagd of zij contact wilde leggen om te vragen of het mogelijk was dat we daar zondag de samenkomst konden bezoeken. Zij heeft dat gedaan en de reactie was dat we van harte welkom waren en dat we zaterdagavond konden komen om met elkaar kennis te maken.
De zuster is mee geweest om ons daar te introduceren. Ook Baihong, Y. en een oudere broeder (die ook enige tijd die gemeente heeft bezocht) zijn meegegaan. De kennismaking verliep prettig. We hebben over en weer wat vragen gesteld. Er was herkenning in de Heer. Er was ook een Chinese broeder, J., die al een aantal jaren in Duitsland woont en sinds maart van dit jaar voor aantal maanden terug was in China. Hij heeft ons onderhoud vertaald. Wat we met elkaar hebben gedeeld, gaf hun de vrijmoedigheid ons uit te nodigen om daar zondag de samenkomst te bezoeken, deel te nemen aan het avondmaal en met het Woord te dienen. Van onze kant was die vrijmoedigheid er ook.
Zondagmorgen heeft Baihong ons opgehaald en zijn we met z’n drieën naar die gemeente geweest. We hebben in diverse plaatsen al verschillende vormen van avondmaalsviering meegemaakt. Deze was weer anders. Telkens is duidelijk dat het niet gaat om de vorm, maar om de liefde voor de Heer Jezus en de dankbaarheid aan Hem voor Zijn grote werk. Zo met elkaar aan Hem en Zijn werk te mogen denken geeft die beleving van hartelijke verbondenheid in de Heer, dwars door taal- en cultuurverschillen heen.
Nadat ik Gods Woord had doorgegeven, gaf Jin aan dat een broeder graag met me wilde praten. Ik had naar aanleiding van de geschiedenis van de vader die met zijn zoon bij de discipelen was gekomen met de vraag om hem te genezen (Mark 9:14-29), iets gezegd over de toenemende communicatieproblemen tussen ouders en kinderen. Deze broeder herkende die situatie. Het was precies zo tussen hem en zijn zoon. Hij vertelde dat hij vijf jaar geleden tot bekering was gekomen. Tot die tijd had hij zijn zoon, die nu zeventien is, volgens de Chinese cultuur, steeds onder druk gezet om goed te presteren. Zelf had hij goed kunnen leren en goede cijfers gehaald, dus moest zijn zoon ook goede cijfers halen.
Zijn zoon sluit zich nu al enige tijd voortdurend voor hem af en maakt hem zware verwijten over zijn harde opvoeding. Hij trekt zich terug op zijn kamer om op internet wat te ontwerpen en dat dan te verkopen. De vader denkt dat hij dat doet om zichzelf te bewijzen, dat hij wel wat kan. We hebben onder andere met elkaar gedeeld dat de Heer wel al onze zonden vergeeft als wij ze belijden, maar niet altijd of direct de gevolgen ervan wegneemt. Wat Hij wel doet, is ons helpen de gevolgen te dragen. Het zal ons ertoe brengen voortdurend tot Hem te gaan. We hebben samen voor zijn zoon gebeden en hem daardoor bij de Heer gebracht (Mark 9:20). Het is duidelijk dat dit communicatieprobleem zich niet alleen binnen de Chinese cultuur voordoet. Hoeveel van dergelijke situaties zijn er niet in Nederland en andere westerse landen?
Na een gemeenschappelijke maaltijd zijn we vertrokken. Later op de dag hebben nog de avondmaaltijd bij Y. gebruikt en de tijd geëvalueerd die we hier waren. We zien dat de Heer dit zo heeft geleid. We zullen voor elkaar bidden en blijven met elkaar in contact.
Dandong
Maandag zijn we vroeg opgestaan. Baihong wilde met ons naar Dandong, een plaats op de grens met Noord-Korea, anderhalf uur rijden met de hogesnelheidstrein. Tussen Dandong en Noord-Korea stroomt een brede rivier. Er is een brug tussen Dandong en Noord-Korea die alleen open is voor verkeer en een trein. Naast deze brug ligt nog een brug, maar deze houdt halverwege de rivier op. De andere helft is in 1950 door de Amerikanen verwoest. Het halve deel dat vanaf Dandong begaanbaar is, is tot een toeristische attractie gemaakt. Aan het eind van het begaanbare deel is een platform gemaakt, vanwaar je naar dat land kunt kijken. Als je daar staat, komt het wel heel dichtbij. We zagen een stilstaand reuzenrad, huizen, flats. Het lijkt zo heel normaal. Dan besef je: dit is het land waar de gelovigen het hevigst worden vervolgd.
N.
Na dit bezoek zijn we weer teruggegaan. We moesten weer op tijd in Shenyang zijn, want om drie uur stond het vertrek met de slaaptrein naar N. gepland. We kwamen na bijna zeventien uur treinen om dinsdagmorgen om 07.30 aan. In N. stonden bijbelstudies over het evangelie naar Johannes op het programma. De vertaalster die ook in de eerste week had vertaald, had zich bij ons gevoegd. Zij zou weer vertalen. We werden op het station hartelijk welkom geheten door de zuster door wie we waren uitgenodigd. Enkele jonge broeders namen onze bagage mee en reden ons naar een restaurant waar we gingen ontbijten. Daarna werden we naar ons onderkomen gebracht. Een jong stel dat twee dagen geleden was getrouwd, had hun nieuw ingerichte appartement voor ons beschikbaar gesteld. Ik gaf de zuster een aantal exemplaren van de Chinese vertaling van het commentaar op de brief aan de Romeinen. Ze zei: Dit is wat wij nodig hebben. We hoorden later ook van anderen dat ze zitten te springen om uitleg van Gods Woord.
Om vijf uur werden we uitgenodigd voor een maaltijd. Daarbij waren ook Z., een Messiasbelijdende Jood, en zijn Chinese vrouw L. aanwezig. We zaten naast hen. Zij waren twee dagen bij deze groep gelovigen geweest, zijn vrouw had hem vertaald. Het was een buitenkans om van hem het een en ander te weten te komen over Messiasbelijdende Joden. Hij vertelde dat hij enige jaren geleden tot geloof in Messias Jezus was gekomen. Ik vroeg hem tot welke stam hij behoorde. Hij zei dat hij wat zijn afkomst betreft van de stam Levi is, maar dat hij nu door het geloof in Messias Jezus bij de stam Juda behoort. De slotzin van zijn dankzegging voor het eten trof ons: ‘Dit vragen wij in de Naam van de Leeuw uit de stam van Juda, Messias Jezus.’ Het was een interessante en prettige ontmoeting met een Jood van wie de ogen geopend zijn voor de Heer Jezus als Gods Messias.
Na het eten heb ik de eerste bijbelstudie over het evangelie naar Johannes gegeven. Die vond plaats in een ruimte die sterk herinnert aan de ruimten waarin we vorige jaren in die andere plaats in het noorden waren: heel eenvoudig, heel warm en heel vol met enthousiaste gelovigen met honger naar het Woord.
De volgende morgen, woensdag, werden we om kwart voor acht opgehaald. Voor het ontbijt gingen we naar dezelfde gelegenheid als gisteren. Daarna gingen we naar de plaats van samenkomst. Het programma van deze dag was bijbelstudies van 08.30-11.30, van 13.00-17.00 en van 18.30-19.30. Het liep anders. Ik was een half uur bezig met de studie toen Baihong een briefje in haar handen geduwd kreeg met daarop de mededeling: ‘Laat de leraar stoppen met onderwijs geven. De politie komt eraan.’ Het betekende dat we direct moesten inpakken en wegwezen.
We werden vlug naar ons appartement gebracht. De broeder die ons erheen bracht, zei dat hij dit niet eerder heeft meegemaakt. We hebben eerst gebeden voor de gelovigen hier dat Heer hun wijsheid geeft om bij ondervraging de juiste antwoorden te geven, in het besef dat Hij boven alles staat. Even later kwam de verantwoordelijke zuster. Ze vertelde dat ze was geïnformeerd door een vriendin van een driezelfkerk (de door de regering erkende kerk) die had gehoord dat de godsdienstpolitie bezig was met acties tegen allerlei huisgemeenten. Het was al meer dan tien jaar geleden dat ze met de politie te maken heeft gehad. Er was bij haar geen enkele spanning te merken. ‘We bidden’, zei ze. Nadat zij weg was, kwam de pas getrouwde jonge zuster van wie het appartement is. ‘Als eventueel de politie hier komt,’ zei ze, ‘kan ik zeggen dat het mijn appartement is en dat jullie mijn gasten zijn.’
We hebben enkele uren in het appartement gezeten. In die tijd werd duidelijk dat zodra wij weg waren een Chinese broeder is verdergegaan met bijbelstudie. Ook werd duidelijk dat de godsdienstpolitie de ruimte is binnengekomen. De meeste broeders en zusters waren toen al weg. De politiemensen hadden gevraagd wie de verantwoordelijke persoon was. Toen hebben ze de verantwoordelijke zuster en de broeder die sprak meegenomen voor verhoor. Na enige tijd wachten, benieuwd wat er zou gebeuren, kwamen er enkele broeders en zeiden dat zij ons naar een station zouden brengen in een stad drie uur rijden verderop vanwaar we met een hogesnelheidstrein naar Harbin konden reizen. Het was het beste dat wij zo snel mogelijk uit de stad zouden vertrekken.
Dat was een grote teleurstelling voor de gelovigen. De twee broeders die ons wegbrachten naar de andere stad, vertelden dat zij bij een groep van elf gelovigen behoorden die zes uur hadden gereden om de studies bij te wonen. Ze zijn zo hongerig het Woord te horen en de studie van gisteravond had die eetlust alleen maar groter gemaakt. Gelukkig heb ik ze nog kunnen wijzen op de opnames van bijbelstudies van vorige jaren in dit gebied die kunnen worden gedownload van de website www.oudesporen.nl onder ‘Other languages, Chinese’. Het is niet hetzelfde als persoonlijk delen, maar in elk geval toch wat.
In de auto, op weg naar de stad waar we op de trein zouden stappen, hoorden we de reden van het bezoek van de politie. De reden was dat er meer dan dertig personen bij elkaar waren, het maximale aantal dat bij elkaar mag komen. De zuster heeft gezegd dat dit kwam door de bruiloft die twee dagen eerder had plaatsgevonden, waarop de politie de relaties tussen de verschillende aanwezigen is nagegaan.
Gelukkig dat wij weg waren voordat de politie kwam, want dan had het er toch wel anders uitgezien. Het is al verboden dat een Chinese gelovige de grens van zijn eigen provincie overgaat en in een andere provincie onderwijs gaat geven. En wanneer hij in zijn eigen provincie onderwijs geeft, moet hij een ‘preekvergunning’ hebben. We waren ook heel blij en ervoeren het als een zegen dat niet onze aanwezigheid de aanleiding voor het onderzoek van de politie was. Dat was in elk geval wat we op dat moment voelden naar aanleiding van wat we hadden gehoord. En het is opnieuw tot ons doorgedrongen hoe voorzichtig we toch wel moeten zijn en goed moeten luisteren naar de aanwijzingen van de plaatselijke gelovigen. Er werd een bericht gestuurd dat de video opname moest worden vernietigd evenals alle foto’s die van ons waren genomen. Er mocht geen bewijs van onze aanwezigheid daar bewaard blijven omdat het tegen de gelovigen kon worden gebruikt.
Harbin
Toen we in Harbin waren aangekomen, hoorden we meer nieuws. De verantwoordelijke zuster was door de politie meegenomen. Ze werd gefouilleerd op het bezit van haar mobile telefoon om haar contacten na te gaan. Ze vonden die niet, omdat ze die had afgegeven aan een van haar medewerkers. Ook bleek dat zij wel was verhoord over de vreemdelingen die in de stad waren gesignaleerd. De broeder uit Israël en wij zijn opgevallen. In die stad zijn andere personen dan Chinezen geen alledaags verschijnsel. De verwachting was dat de zuster binnenkort het resultaat van het onderzoek te horen zou krijgen. Haar ‘zaak’ lag in de handen van de gouverneur van de provincie.
Dat alles is gegaan zoals het is gegaan, hebben we te danken aan de goede hand van de Heer over ons en de gebeden van de gelovigen, hoe teleurstellend het ook is voor de gelovigen hier. Ze menen dat dit het werk van de duivel is. We hebben hun verzekerd dat we vast geloven dat dit geen overwinning voor de duivel is. De Heer staat erboven. Misschien begrijpen we op dit moment niet waarom Hij het heeft laten gebeuren, maar we mogen erop vertrouwen dat God het gebruikt om Zijn volk te zegenen.
Donderdag hadden we dus onverwachts een vrije dag. ’s Avonds hadden we een gesprek met een broeder die ergens een ondergrondse bijbelschool leidt. Baihong had hem in de eerste week dat we in China waren, geïnformeerd over onze aanwezigheid en bezigheden. Hij wilde heel graag dat wij ook bij hem kwamen. We hebben even gekeken of dit in het programma kon worden ingelast, maar dat bleek toch niet te gaan. Toen hebben we voorgesteld dat hij naar Harbin zou komen en dat we dan vrijdag konden praten. Wij moesten toch pas ’s avonds vliegen en zouden dan ’s morgens vroeg uit N. vertrekken. Hij wilde graag naar Harbin komen. Omdat hij op donderdag in Harbin aankwam en wij er ook al waren, konden we ’s avonds al met elkaar kennismaken.
Hij vertelde dat hij net na de culturele revolutie was geboren en op dertienjarige leeftijd tot bekering was gekomen. In die tijd was de Bijbel een schaars boek. Samen met anderen leende hij er regelmatig een en schreef dan hele stukken tekst over. Hij heeft een bijbelschool opgezet, waaraan sinds enkele jaren ook een zendingsschool verbonden is. Ze zenden uit naar gebieden waar het evangelie nog niet is verkondigd.
Op mijn vraag of hij ook wel eens door de politie is ondervraagd, antwoordde hij dat dit regelmatig gebeurt en dat dit erbij hoort, heel gewoon. Hij wil graag dat ik kom om onderwijs te geven. Nadat Baihong hierover met hem contact had gezocht, hadden hij en anderen ervoor gebeden en duidelijkheid gekregen dat het goed was. Anders had hij ook niet deze reis naar ons niet ondernomen. Ik zei hem dat ik geen theologische opleiding heb, geen examens of proefwerken afneem, maar alleen Gods Woord breng, om daardoor de harten aan de Heer Jezus te verbinden. Dat vond hij prachtig. Ik moest er wel rekening mee houden dat mijn bewegingsvrijheid bijzonder beperkt zal zijn. Ik mag mij niet op straat vertonen, dus de deur niet uit. Dat lijkt me niet een grote opgave. Ook de simkaart moet uit de mobile telefoon. Dat is helemaal geen probleem want zo’n apparaat heb ik niet. Een mogelijkheid is dat wij daar DV eind september heengaan.
Hij had ’s middags een zuster gesproken die ook een bijbelschool leidt. Zij wilde ons ook graag ontmoeten. Dat kon prima de volgende dag, vrijdag. Die zuster bleek pas om drie uur te kunnen, maar een andere zuster, die ook een bijbelschool leidt, had van ons bezoek gehoord en wilde kennis met ons maken. Dat kon voor die tijd. Ze bezocht ons, samen met een andere zuster, op de plaats waar we geluncht hadden. Haar hart gaat uit naar de arme gelovigen die ze wil bemoedigen en de kans wil geven toegerust te worden voor een dienst in de gemeente. De bewogenheid en toewijding stralen ervan af. Zij wil ook graag dat ik daar onderwijs kom geven. Dat zou, als de Heer het verder bevestigt, kunnen in aansluiting op de week in de andere plaats.
Om drie uur kwam de eerder genoemde zuster. Zij zou ons naar het vliegveld brengen, samen met de broeder. We doen de deur van de auto open en zien daar het gezicht van de zuster die ik had leren kennen toen ik voor eerste keer in China was (nov. 2012) om daar samen met Thomas bijbelstudies te geven die door haar waren georganiseerd! Dit was wel een bijzonder onverwacht weerzien. Zoiets kan alleen de Heer regelen.
Om zes uur waren we op het vliegveld. De broeder van de bijbelschool heeft ons geholpen bij het inchecken. Daarna heeft hij zelf ingecheckt. Samen zijn we door de douane gegaan. Hij heeft Baihong laten weten dat alles goed was gegaan. Na een goede reis zijn we zaterdagmorgen thuis gekomen.
Hartelijke groeten van verbondenheid in de dienst van onze Heer,
Ger en Willy de Koning
Verslag Willy voor de kinderen
Lieve kinderen
We zitten in de sneltrein naar Dalian. Slingeren beetje van links naar rechts. Dacht zal nu even proberen wat verslag te schrijven. De reis duurt twee uur dus mooi even tijd. Het is steeds door en door, leuk dat we kunnen appen. We slapen goed zelfs een paar keer het klokje rond.
We hebben fijne dagen achter de rug. Afscheid was weer wat ontroerend. Meisje pakte papa nog vast “broeder.” Er werd bedankt dat ze zoveel waarheid mochten horen. En … of onze kinderen dat ook zo konden vertellen, dan moesten ze komen. Dus… Ik heb het idee dat we wat dichter bij de mensen staan dan vorige jaren. Misschien ook omdat Baihong een van hen is. Ja daar zit je dan veertien hoog ondergronds. Uitkijk op veel flats. Hele hoge. Op de wat lagere groeit wat gras in bakken en is een wandelpad met een bankje. Kun je je ene kindje uitlaten. Het kan dan even over de tegels huppelen. Bij de deur van het zaaltje worden de schoenen verwisseld voor pantoffels. Dus deze keer een preek op sloffen in plaats van blote voeten. ‘s Middags kregen we andere. Nu waren ze papa nog maar twee maten te klein. De lunch wordt gebracht, eten rijst met van alles. Ik hoef niet zo te wennen als vorige keren aan het eten. Na het eten gelijk weer door met de studie. Heel veel aandacht en vragen over van alles en nog wat.
De eerste dag zouden we na de studie een paleis bekijken. Iets uit het jaar 1700. We kwamen te laat dus het ging niet door. Onderweg was er nog een christelijke boekhandel waar we binnen zijn geweest. Plaatslijk is hier meer vrijheid. Alleen op zondag mag geen buitenlander spreken en mag je niet met veel bij elkaar evangeliseren. Persoonlijk kan dan wel weer. Snap er geen sikkepit van. Papa zegt net “kijk de trein rijdt 305 km per uur.” Dat schiet dan op. De terugreis gaan we met een gewone trein. Dat duurt geloof ik 5 uur.
Goed ga even verder. Mooi zo mee te maken, zo’n eerste generatie. Een broeder kent 10 jaar de Heer en is vier jaar prediker. Vraagt aan papa: ”Hoe kan ik toch anderen helpen.” Sommigen steken hun duim op als ze het er mee eens zijn of zeggen very good. Ze slokken het woord gewoon op. Zo leergierig wat de Heer ze vertellen wil. Ik word er helemaal blij van. Geloof dat dit toch echt iets is wat papa en ik mooi vinden om te doen.
O we zijn nu op de plaats waar papa vorig jaar zijn tas in de trein liet liggen. We hebben het even herdacht. Hoorden ook net dat in Parijs een aanslag is geweest. Erg!!!
Ondertussen is het maandagmorgen. Het is echt heel geweldig hier. De tijd zit helemaal vol. Over een kwartier worden we weer gehaald. Proberen nog even deze mail weg te sturen. Gisteren broeder Tony ontmoet. Goed vijf jaar geleden tot geloof gekomen. Had een groot bedrijf, 17 medewerker op kantoor en 16 in buitendienst, zaken met Rusland. Terwijl voor zaken in Rusland was, komt een werknemer tot geloof. Hij vond gelovigen hypocriet. Kreeg een Bijbel van hem, kwam in de boekenkast terecht. Ondertussen aan de dronk, roken, huwelijk niet goed, onvrede. Roept op een dag tot God: Als U echt bestaat, laat het me dan weten. ’s Avonds denkt hij aan de Bijbel. Heel veel strijd om de Bijbel te gaan lezen. Beseft dat als hij gaat lezen, hij het antwoord krijgt. Hij zweette helemaal. Toen is hij heel erg gaan huilen. Had tot toen nooit gehuild, lachte ook niet meer. Ook een dvd gezien over de liefde van God. Besefte hoeveel hij zijn vrouw tekort had gedaan. Is daar zeven dagen mee bezig geweest, zichzelf opgesloten op zijn kantoor, zeven dagen huilen. In de auto hoorde hij dat de prediker zei op de dvd: Ben je een kind van God? Hij riep: Nee, maar stak tegelijk zijn hand omhoog. Toen werd hij enorm blij. Werd tegelijk bang dat hij die blijdschap zou kwijtraken. Droeg voortdurend de Bijbel bij zich. Al twee jaar geen contact met zijn vrouw.
Na zijn bekering was hij direct van de drank en het roken af. De kamer vol met flessen drank sloot hij af. Hij dacht wat kan ik mijn vrouw geven om mijn liefde voor haar te laten zien. Horloge, geld, auto? Nee, mijn ogen, mijn aandacht. Dat is wat ze heeft gemist. Hij praatte wel met haar, terwijl hij ondertussen druk bezig was met zijn smartphone. Hij keek niet naar haar, had geen echte aandacht voor haar. Hij is begonnen haar elke morgen en elke avond een glas water te brengen. Na twee maanden reageerde ze: Waarom doe je dat? Hij zei: Ik schaam me ervoor te zeggen dat ik je liefheb, maar ik wilde je mijn liefde laten zien. Toen brak ze en kwam ook tot geloof.
Later ook zijn zaak weg gedaan en gaat nu naar de dorpen om te evangeliseren. Veel tot geloof gekomen. Ze komen nu op twee plaatsen samen. Gisteravond naar de andere plaats aan de andere kant van de stad geweest. Zo’n uurtje rijden van hier.
Hier mag plaatselijk wel weer door een buitenlander gesproken worden. Het is plaatslijk zo verschillend maar dus ook uitkijken geblazen. Goed luisteren naar de plaatselijke gelovigen.
Gaat het goed met jullie allemaal? Veel storm? De berk in de voortuin kan geen kwaad meer. De groeten aan de Vrouwenpoldersen!
Liefs papa mama
Rest komt met papa zijn verslag en mondeling.
Nog een verslagje van Willy
Lieve allemaal,
Het sneeuwt hier een beetje. De temperatuur zakt en dat merk je toch wel als je buiten bent. Gisteren met de trein terug gereisd met Baihong en twee broeders. Ze hadden een slaapcoupe gereserveerd. Praten, praten en liggen. Ik viel in slaap en werd wakker omdat ik droomde dat wasmachine zo’n lawaai maakte.
Om half twaalf haalde een zuster en Baihong ons uit het hotel. ’s Morgens hadden we eerst nog even voor onszelf. Lekker koffie gedronken en ik had brood gekocht. Dat hebben we lekker opgesmuld. Toen de zuster en Baihong kwamen, begon de race door de stad. Al het moois van Dalian mochten we zien. Roets even hier, roets even daar. Dalian ligt aan drie kanten aan het water, vlak bij Japan. We bekeken een gebied waar de hoogwaardigheidsbekleders van de wereld worden ontvangen. Veel politie, glitter en glamour. Zegt papa tegen mij: Ik vind net een Roompotpark, alleen wat luxer. De zee was mooi, aan de ene kant bergen aan de andere kant zee. Uitzicht over de stad van 7 miljoen inwoners. Deze stad is het centrum van noordoost China. Bij een tijgerbeeld moesten we er weer uit om foto’s te maken. Toen naar een groot plein, waar allemaal mooie beelden stonden van paarden, spelend orkest, schilder, skeelers. Echt mooi, maar vergeten foto’s te maken. Het was iets van brons. Weer de auto in naar de rijkste buurt, naar een kasteelhotel. In dat hotel gingen we naar de WC. Ze waren net bezig een bruid mooi te maken. In een grote hal stonden stoelen als tronen. Moesten we op gaan zitten en zij maar foto’s maken. Zelfs papa zei: Maak eens een foto, dat is leuk voor de kleindochters. Toen gingen we naar een Koreaans restaurant, bbq-en. Baihong zei dat het echt Koreaanse stijl was. Veel hout. Zag er heel leuk en gezellig uit. En de bbq was ook echt lekker.
Toen tijd om naar de trein te gaan, naar het station. Afscheid nemen van zuster XY. Ze deed mee heel erg aan Agnes denken. Verdrietig dat we afscheid namen. Was tien jaar getrouwd, werkte hard, maar het geld was voor de Heer Jezus. Ze wilde graag een baby. Lief gezicht, onder de schmink. Nagels versierd met allemaal glitter in donkerpaars. Toen vijf uur met de trein. Ze hadden ’s middags toen we uit het hotel kwamen al eten voor ons mee gegeven. Slappe loempiaatjes die een zuster voor ons had klaargemaakt. En ook in de trein ging weer eten mee. Eten, eten. Ik heb nu een maniertje bedacht. Neem alles aan, bedank vriendelijk en laat het, als kan, staan. Want met de beste wil van de wereld lukt het niet om alles op te eten. Hoe meer je eet, hoe meer je krijgt.
We zijn weer op een nieuw adres gearriveerd. Toen we gordijnen opendeden, hadden we een heel mooi uitzicht. Het is op de 27e verdieping. Maar als er brand zou komen, zou ik niet weten hoe je naar buiten moet. In een flat gingen we omhoog, door gangen naar buiten, over een dak waar een speeltuintje gemaakt was, naar een andere flat. Weer gangen door en weer met de lift omhoog en toen kwamen we in onze kamer.
Twee verdiepingen lager is de kamer van YY, waar de samenkomsten worden gehouden. Het begon om 1 uur. In drie sessies met elk een inleiding, een bespreking in groepjes en een gemeenschappelijk bespreking.
Nog een zuster ontmoet die enige tijd een Watchman Nee gemeente heeft bezocht. Zij zal proberen te regelen of wij daar nog een keer heen kunnen.
Er is vanavond nog gebeden voor onze familie en de gemeente in België (vertaalster hoorde niet goed dat het over Nederland ging).
Groetjes voor allemaal.