De Heer heeft in 2012 ineens de gelegenheid gegeven om naar China te gaan om daar bijbelonderwijs te geven. Dit mocht daarna jaarlijks tot en met 2016 plaatsvinden. Hieronder volgen de reisverslagen.
Voorbede gevraagd
Voor de a.s. reis van Zondag 18-11-2012 tot donderdag 29-11-2012
Lieve broeders en zusters, familie en vrienden,
Ik hoop a.s. zondag om 21.25 uur van Schiphol naar Harbin, in het noordoosten van China, te vertrekken. Het doel is een dienst aan gelovigen daar, door wie ik gevraagd ben bijbelstudies te geven over het boek van de profeet Jesaja. Graag vraag ik jullie gebedsondersteuning. Alles moet van de Heer komen, van Wie we mogen verwachten dat Hij geeft wat we vragen: “Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en u zult vinden; klopt, en u zal worden opengedaan. Want ieder die bidt, ontvangt; en die zoekt, vindt; en die klopt, zal worden opengedaan” (Mt 7:7-8)
We hebben dat weer sterk mogen ervaren tijdens de ziekte en het heengaan van mijn moeder naar haar Heer en Heiland. Toen ze op 26 oktober in het ziekenhuis werd opgenomen, wisten we niet hoe het zou gaan met betrekking tot de geplande reis. We konden het in Zijn hand leggen. Er was ook geen andere keus. Het zijn bijzondere dagen voor ons als familie geworden. De Heer heeft het zo gemaakt dat Hij haar op 7 november tot Zich nam en de begrafenis, na een prachtige dienst, op 12 november kon plaatsvinden. Daardoor zijn er nog enkele dagen overgebleven om de reis naar Harbin voor te bereiden. Zijn wegen zijn hoger dan onze wegen en Zijn gedachten hoger dan die van ons. Zijn timing is volmaakt. Dat wisten we, maar het is een zegen dat opnieuw te mogen zien en beleven. We kunnen zeggen: Hij heeft alles wél gemaakt.
Het geeft des te meer vrijmoedigheid jullie te vragen om te bidden dat God geeft dat ik over de verborgenheid van Christus mag spreken zoals Hij het wil (Ko 4:2-4). Het doel is dat gelovigen vervuld zullen worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, om de Heer welbehaaglijk te wandelen, vrucht te dragen en op te groeien door de kennis van God (Ko 1:9-10).
Enkele gebedspunten:
- Vertrek zondagavond 21.25 uur van Schiphol, Amsterdam. Gebed voor een goede reis.
Aankomst in Harbin maandagavond 18.40 uur (plaatselijke tijd; tijdsverschil is 5 uur). Daar word ik opgewacht door broeder Thomas Yiu uit Hongkong. Hij heeft dit bezoek georganiseerd. Als alles volgens het reisschema verloopt, is hij een uur eerder in Harbin aangekomen. Hij zal in het Chinees vertalen. Gebed dat we elkaar op de afgesproken plaats en tijd mogen ontmoeten.
- Dinsdag t/m vrijdag ’s morgens en ’s middags Bijbelstudies over het boek Jesaja. Studies in het Engels. Gebed voor de juiste Engelse woorden en gebed voor Thomas voor een goede vertaling in het Chinees.
- Zaterdag t/m woensdag is nog open. Bidt dat de Heer leidt naar gelovigen van huisgemeenten. Een jonge Chinese broeder, Jake, wil me daarbij helpen. Er zijn wel mogelijkheden, maar men is, begrijpelijk, heel voorzichtig om een onbekend iemand te ontvangen.
- Donderdag 29-11-2012 vertrek uit Harbin om 08.00 uur. Aankomst op Schiphol, Amsterdam zelfde dag 15.10 uur. Gebed voor de terugreis.
- Gebed voor Willy die thuis blijft.
Als ik tussentijds gelegenheid heb, zal ik vanuit Harbin wat laten weten. Anders komt het verslag als ik DV terug ben.
Hartelijke groet,
Ger de Koning
Verslag eerste reis
Harbin, 26 november 2012
Dag allemaal,
Ik wil graag wat van mijn ervaringen met jullie delen van mijn reis naar en bezoek aan enkele gelovigen in China, in de stad Harbin (wie iets over deze stad wil weten: http://nl.wikipedia.org/wiki/Harbin; de Engelse versie geeft veel meer info).
Vooraf wil ik zeggen dat ik enorm dankbaar ben voor alle gebeden voor dit bezoek. Ik hoop dat ik wat kan weergeven van de uitwerking tot nu toe ervan. Dit bezoek heeft me veel gedaan. Het is niet mogelijk om aan alles woorden te geven. Ik vertrouw er maar op dat jullie me zullen begrijpen en de Heer met mij zullen danken voor wat Hij heeft laten zien en gedaan en dat jullie verder zullen gaan met bidden voor de gelovigen daar.
Met dit bezoek is een langgekoesterde wens in vervulling gegaan dat de Heer me zou toestaan om de gelovigen daar een keer te bezoeken. Ik keek er zo naar uit, dat ik soms dacht dat het alleen maar kon tegenvallen. Het tegendeel is gebleken. Het is een bezoek geworden dat de Heer tot nu toe heeft laten verlopen boven bidden en denken. Het begon al met het bidden voor deze reis op de zondag van mijn vertrek na de samenkomst in Vrouwenpolder door de broeders en zusters. Dat heb ik als een grote bemoediging en goedheid van de Heer ervaren. Ik moest daarbij denken aan de woorden, die ik ook heb voorgelezen: “Want ik weet dat dit mij tot behoudenis zal strekken door uw gebed en de bijstand van de Geest van Jezus Christus” (Fp. 1:19).
Na een goede reis kwam ik maandagavond om 19.00 uur plaatselijke tijd in Harbin aan (in Nederland was het toen maandagmiddag 12.00 uur). Het was hier inmiddels donker geworden. Thomas stond me op te wachten, met twee zusters en een chauffeur van een busje waarmee we naar Harbin reden.
Buiten was het wel koud, maar niet echt bitter koud. Het sneeuwde heel licht. Mooi winterweer, met ook wat sneeuw op de bomen. In januari tot en met maart, zo werd me gezegd, is het hier pas echt koud. De temperaturen bereiken dan waarden tot wel –25°. In november daalt de temperatuur geleidelijk tot ongeveer –10°.
Vanaf het vliegveld was het een goed uur rijden naar Harbin. In Harbin hebben we eerst, naar goede Chinese gewoonte, in een restaurant gegeten. Er wordt met stokjes gegeten, maar ik kreeg een mes en vork. In heb ik me inmiddels toch redelijk weten aan te passen aan de nationale gewoonte en kan nu aardig met stokjes overweg. Na het eten ging ik niet naar een hotel, wat ik eerst had doorgekregen, maar naar een appartement van een jonge broeder, die zelf zijn appartement niet nodig had. Ik mocht wel in een hotel als ik dat liever had. Natuurlijk niet. Het appartement heeft twee slaapkamers, een voor Thomas en een voor mij. De twee zusters hebben alles wat klaargemaakt en zijn daarna vertrokken. Elke morgen en tussen de middag waren er enkele zusters die eten voor ons klaarmaakten.
Dinsdagmorgen zijn we naar de plaats van de bijbelstudie gegaan. De bijbelstudies waren elke morgen van half negen tot half twaalf met tussendoor een pauze van een klein kwartiertje en elke middag van twee tot vijf, ook met een pauze van een klein kwartiertje. De avonden heb ik goed kunnen gebruiken voor de voorbereiding van de volgende dag.
De studies werden gehouden in een schoollokaal op de derde verdieping van een flat, waarin dus een school is, op een afstand van slechts tien minuten lopen van het appartement. Toen we beneden in de hal stonden, kwam het zingen ons van boven tegemoet. De klas zat vol met rond 40 gelovigen met een gemiddelde leeftijd van tussen de 30 en 40 jaar. Op mijn vraag aan Thomas wie ze zijn en waarom ze komen, kreeg ik het antwoord dat ze uit diverse huisgemeenten uit de wijde omgeving komen, uit elke gemeente één of twee. Ik begreep uit een straal van ruim 100 km. Dat bleek later niet helemaal goed begrepen te zijn. Zo was er een zuster Li die elf uur met de trein had gereisd om deze studies mee te kunnen maken. Ze woont op de grens met Noord-Korea. Ze is van dat land alleen door een brede rivier gescheiden. Dat brengt het wel heel dichtbij.
Het zijn allemaal gelovigen die een bepaalde taak hebben in de huisgemeente die ze bezoeken. Ze willen graag worden onderwezen om door het Woord te worden opgebouwd en om het Woord zelf weer te kunnen doorgeven zoals dat in 2 Timotheüs 2:2 staat of, als ze geen taak als leraar hebben, in algemenere zin uit het Woord te kunnen doorgeven en ermee te kunnen dienen. Daarom is het aantal ook beperkt tot hooguit 40. (Ik denk dat een enkeling toch wat door ‘een achterdeur’ naar binnen is gekomen – en niet is weggestuurd –, want het lijkt me van die enkeling sterk dat die al een bepaalde verantwoordelijkheid heeft, gezien de wel heel jeugdige indruk die ik kreeg. Maar het bewijst wel de honger naar het Woord.)
Thomas heeft eerst de aanbevelingsbrief voorgelezen die ik van plaatselijke broeders en zusters van Vrouwenpolder had meegekregen. Het was een hele toer voor hem om die naam enigszins herkenbaar uit te spreken -;). Hij vond de brief voor de aanwezigen een goed voorbeeld van aanbeveling voor een dienst. Tijdens de studies werd er met grote aandacht geluisterd en er werden ijverig aantekeningen gemaakt, op papier of op de laptop. Enkelen hadden een opnameapparaat dat ze aan het begin van elke studie voor ons neerlegden. Tijdens de uitleg van het Woord klonk regelmatig een instemmend ‘amen’. Ook mooi was dat, als ik aan Thomas vroeg om een vers of een paar verzen voor te lezen, hij ze allemaal tegelijk hardop die verzen liet voorlezen. Dat eindigde dan ook vaak weer met een luidruchtig en hartgrondig ‘amen!’ Het was hartverwarmend zo de liefde tot het Woord te ervaren.
Het boek Jesaja is heel rijk aan onderwerpen. Telkens gaf de Heer weer andere aspecten en toepassingen, zodat ik achteraf verbaasd ben hoe alles is gegaan en hoeveel zijden van de waarheid er naar voren zijn gekomen. Dat heb ik van tevoren allemaal niet kunnen bedenken. De heerlijkheid van de Heer Jezus is het grote onderwerp. Hij en Zijn werk staan centraal, bij welk onderwerp van de Bijbel ook. We hebben dat gezien als het gaat om de toekomst van Israël, van de gemeente en van de wereld en ook als het gaat om het verleden en het heden daarvan. Dat geldt ook voor de praktijk van het geloofsleven in de vele facetten ervan, zoals huwelijk en gezin, de omgang als gelovigen onder elkaar en de verhouding tot de overheid en de wereld in het algemeen. Ook de dwalingen van het Calvinisme, het verkeerde gebruik van de wet, de charismatische misleidingen, diverse andere dwalingen en dwaalleringen en hedendaagse afgoderij zijn aan de orde geweest en in het licht van de Schrift geplaatst.
Dinsdag in de pauze vroeg ik Thomas hoe hij er eigenlijk toe was gekomen om mij hiervoor te vragen. Hij zei dat mijn korte bijdrage in de samenkomst in Hongkong vorig jaar november (toen mijn vrouw Willy en ik twee dagen in Hongkong waren, op weg terug naar huis van een bezoek aan Nieuw Zeeland) daartoe de aanleiding is geweest. De Heer gaf hem in zijn hart mij te vragen. Zo werkt de Heer. Er is grote behoefte aan gezond bijbels onderwijs, er is grote honger naar het Woord en de uitleg ervan. Het is een praktisch voorbeeld hoe de Heer van een klein beetje heel veel kan maken: eerst een korte opmerking, dan vele uren bijbelstudie wat vervolgens door die 40 in hun eigen omgeving wordt doorgegeven, waar het ook weer verder zijn uitwerking in andere harten en levens gaat krijgen.
God is werkelijk een God van overvloed en vermenigvuldiging. Het is een opmerkelijke illustratie van twee Schriftwoorden die me, terwijl ik dit schrijft, te binnen schieten: “Dat het woord van de Heer zijn voortgang heeft en verheerlijkt wordt” (2Th 3:1) en: “Zijn woord loopt zeer snel” (Ps 147:15). Het Woord is in beweging en zet in beweging, het is een dynamisch Woord “dat ook werkt in u die gelooft” (1Th 2:13). Als ons geloof in het Woord voor ons is wat we belijden, zullen we dat meemaken.
Woensdag heb ik in de pauze kennis gemaakt met Alley, een studente economie, die goed Engels spreekt. Ze vertelde dat ze wel eens een Amerikaanse prediker heeft vertaald. Voor mij aanleiding om haar te vragen of ze het commentaar op Galaten van het Engels in Chinees zou willen vertalen. Ze zei dat ze dat heel graag wilde proberen. Ze is in het vierde jaar van haar studie en heeft er tijd voor.
Vrijdag werd een dag vol verrassingen. Het begon er mee dat Thomas me vertelde dat er alleen ‘s morgens bijbelstudie zou zijn. Waarom dat zo was, heb ik wel gevraagd, maar ik kreeg een vaag antwoord. Ze hadden vanmiddag iets anders te doen. Het zal wel met de ondoorgrondelijke (of moet ik met een woordspeling zeggen: ‘ondergrondelijke’?) contacten te maken hebben die al die gelovigen met elkaar hebben. Ik begin een beetje te begrijpen dat je niet alles moet willen begrijpen. Even later zei hij dat hij de bijbelstudiegroep ging vragen wat zij wilden. De reactie was dat iedereen zonder uitzondering ook ‘s middags bijbelstudie wilde. Hoe die ´raadpleging´ heeft plaatsgevonden, is mij een raadsel. Het moest wel wat vroeger afgelopen zijn, maar daarvoor zouden we ’s middags dan ook eerder beginnen.
Toen we die vrijdagmorgen de deur zouden uitgaan, stapte Thomas ineens weer terug naar binnen en deed snel de deur dicht. Hij zei niets, maar liep naar het balkon en keek voorzichtig vanaf het balkon naar alle kanten. Daarna gingen we weg. Ik vroeg hem onderweg of er gevaar dreigde. Dat dacht hij inderdaad, omdat hij iemand in het trappenhuis had gezien die argwaan bij hem wekte. Je kunt nooit voorzichtig genoeg zijn.
Ik had hem kort daarvoor gevraagd of hij wel eens gearresteerd was. Dat was hij, twee keer. Vooral die ene keer was een goede en bijzondere ervaring, vertelde hij. Hij ziet het gezicht van de ‘Judas’ nog voor zich. Hij en een broeder gaven bijbelstudie aan studenten. Deze ‘Judas’ kwam er later bij en viel op door steeds met zijn mobiele telefoon bezig te zijn. Op een gegeven moment verliet hij de zaal. Even later viel de politie binnen en nam hem en de andere broeder mee. Het was wonderlijk, zei hij, om te ervaren hoe er ineens een grote vrede in zijn hart kwam; er was totaal geen angst.
Ze wilden vooral namen van mensen weten met wie hij contact had. Telkens zei hij: ‘Het spijt me, maar die namen vertel ik niet. Ik verraad mijn vrienden niet.’ Hij is drie uur lang verhoord, door steeds verschillende mensen: mensen van de politie, mensen van de overheid die met godsdienstige zaken belast waren en mensen van de veiligheidsdienst. Al die tijd was er grote vrede in zijn hart en bad hij of de Heer hem de woorden wilde geven om te antwoorden. Na drie uur werd hij weer vrijgelaten. Toen hij in de auto stapte, kwam de angst. En als hij er weer aan denkt, wordt hij weer bang. Maar hij is heel dankbaar voor deze ervaring.
Hij vertelde verder dat hij nu twintig jaar geleden (hij was toen 44) in goed overleg met zijn vrouw en de gelovigen van de gemeente in Hongkong zijn baan als leraar Engels heeft opgezegd. Dat was om meer gelegenheid te hebben vanuit Hongkong naar en door heel China te reizen om daar de gelovigen te dienen. Met de gelovigen hier in Harbin is hij op bijzondere manier drie jaar geleden in contact gekomen. Toen hij drie jaar geleden met de trein onderweg was, kreeg hij een bericht om niet uit te stappen op het station waar hij wilde uitstappen, maar te blijven zitten tot het eindstation. Op het station waar hij eerst wilde uitstappen, werd hij namelijk opgewacht door de politie.
Op het eindstation is hij via via in contact gekomen zuster Wang, de zuster die deze bijbelstudies heeft georganiseerd. Ze is een van de zusters die mij van het vliegveld hebben gehaald. Sinds die tijd is hij hier verschillende keren geweest om met het Woord te dienen. Zuster Wang wil dat er gezond onderwijs uit Gods Woord wordt gegeven aan hen die een bepaalde verantwoordelijkheid in hun plaatselijke gemeente hebben. Ze komen hier voor dat onderwijs dat ze weer gaan delen met de gelovigen met wie ze samenkomen.
Thomas heeft ook contact gehad met een gemeente die hij zondagmiddag ging bezoeken, om te vragen of ik mee zou kunnen komen. Dat zouden ze wel graag willen, maar de situatie is daar nu helemaal niet veilig, dus dit keer niet. De situatie is van plaats tot plaats en ook van tijd tot tijd verschillend.
Hij vertelde hoe een bezoeker uit het westen een tijdje geleden hier in Harbin kwam, waar het toch aardig veilig is, en een jongen een traktaat gaf. Die jongen ging daar onmiddellijk mee naar de politie, waarna enkele plaatselijke gelovigen werden meegenomen voor verhoor. Er is geen lichamelijke marteling, maar wel een geestelijke, want de intimidatie is groot. Het zijn geen prettige belevenissen. Daarom is het zaak met de grootste voorzichtigheid aanwezig te zijn en niet nodeloos de aandacht op jezelf te vestigen. Je zult er zelf waarschijnlijk geen last van hebben, maar als je weg bent, kan je gedrag wel aanleiding zijn voor moeilijkheden voor de plaatselijke gelovigen.
In de vrijdagmiddagpauze zijn we uit eten gegaan. Dat was op uitnodiging van een wat oudere broeder die ook bij de bijbelstudies was. Thomas vertelde dat hij oudste is in een huisgemeente (van tegen de duizend personen) op slechts 100 km van de grens met Rusland. Het is wel duidelijk dat ik geen idee heb van de afstanden hier, want ik realiseerde me op dat moment niet wat ik later hoorde en dat is dat die plaats zo’n 900 km ten noorden van Harbin ligt. Dat was ook de reden dat hij vrijdagmiddag moest vertrekken.
Toen ik afscheid van de bijbelstudiegroep nam, kreeg ik werkelijk bijna een brok in mijn keel. Ik werd door allen uitgezwaaid met de vraag om toch alsjeblieft terug te komen om verder uit het Woord onderwezen te worden. Ik heb al lange tijd een diepe liefde voor de gelovigen in China. Er was dan ook direct vanaf het begin een bijzondere band met deze groep. Die band is, als je vier dagen zo intensief samen Gods Woord hebt bestudeerd, wel heel hecht geworden. Ook al versta ik geen woord van wat ze zeggen, de band is zó voelbaar aanwezig. Een zuster die een paar woorden Engels spreekt, riep als afscheid heel hard: Welcome to China! Het deed me later denken aan de man die Paulus in een gezicht zag en hem smeekte: “Kom over naar Macedonië en help ons” (Hd 16:9). We zullen bidden wat de Heer hier verder wil en mogelijk maakt. De honger is groot en er zijn gelegenheden, maar er moet wel de nodige voorzichtigheid zijn. De Heer zal de weg wel weer wijzen.
Vrijdagavond ben ik met Thomas, broeder Yen en zuster Li uitgenodigd bij de familie Wang om bij hen thuis te komen eten. Het zijn de ouders en zus van Keran van Buren, de schoondochter van Jan en Rika van Buren uit Terneuzen. Ze is getrouwd met hun zoon Johannes. Via Jan ben ik met Keran in contact gekomen en heb haar gevraagd het commentaar op de brief aan de Romeinen uit het Engels in het Chinees te vertalen. Dat heeft ze gedaan. De vertaling is inmiddels gecorrigeerd door een broeder in Peking en klaar om gepubliceerd te worden. Hij is al als worddocument aan de bezoekers van de bijbelstudies beschikbaar gesteld.
Toen ik enige tijd geleden aan Jan en Rika vertelde dat ik naar China, en wel naar Harbin, hoopte te gaan, zei Jan: ‘Weet jij wel dat Keran daar vandaan komt? Dat is toch wel een heel wonderlijke samenloop dat jij in dat enorme land uitgerekend in Harbin bent.’ Ik vond dat ook verbazingwekkend. We hebben ervoor gebeden dat dit bezoek ook voor de ouders van Keran tot zegen zal zijn. De ontvangst door en het verblijf bij de familie was heel hartelijk.
Zaterdagmorgen ben ik mee geweest naar een huisgemeente waar Thomas het Woord heeft gebracht. Toen we daar binnenkwamen, werd er gezongen. Ik zag op het podium een zuster achter de microfoon staan zingen om de samenzang te begeleiden. Ik herkende haar als de andere zuster die me van het vliegveld heeft gehaald en die ook een paar keer voor de maaltijd in het appartement heeft gezorgd. Ik ben niet zo muzikaal aangelegd, maar de zuiverheid van haar stem viel me op. De liederen werden via een beamer op een scherm geprojecteerd. Zuster Wang ging voor in gebed. Ik verstond niet wat ze zei, maar merkte wel aan haar stem dat ze een vurig bidster is, gewend om de Heer aan te roepen. Daarna bracht Thomas het Woord. Mooi om hem bezig te zien en de aandacht op te merken waarmee de zaal luisterde. Hij zei mij tussendoor steeds even in het Engels welke verzen hij voorlas, zodat ik wist waarover het ging.
In Harbin zijn ongeveer tweeduizend huisgemeenten. De huisgemeente waar we waren, is in het jaar 2000 gestart door zuster Wang. Ze heeft verschillende keren gevangen gezeten. Officieel is er godsdienstvrijheid in China, maar sommige door de overheid erkende kerken klagen dit soort huisgemeenten bij de politie aan. Die gaan er dan op af en willen de verantwoordelijken onder druk zetten om ze ertoe te brengen op te houden met samenkomen. Telkens als het weer zover was, werd uitgerekend zuster Wang meegenomen. Ze is nooit voor de druk bezweken. Nu laten ze haar en de gelovigen met rust.
Zuster Wang vraagt broeders het Woord te brengen. Nadat Thomas het Woord had gebracht, vroeg ik hem of zuster Wang misschien een ‘Debora’ was. Zo is het, zei hij. Mannen moeten hun verantwoordelijkheid leren nemen. Vrouwen hebben hier meer de leiding omdat de mannen het (nog) laten afweten. O.a. daarvoor is het onderwijs hard nodig. Hij zei dat hij net een bericht had gehad van de volgende plaats waar hij maandag heen ging, dat de dienst daar nu door broeders zou gebeuren. Zo werkt de Heer, heel rustig aan. Hij zei dat de vrouwen graag de leiding aan de mannen overgeven en terugtreden, maar de mannen moeten dan wel willen. Dat is wel even anders dan in het westen, waar mannen de vrouwen de leiding in handen geven en/of vrouwen de leiding willen nemen.
Na de dienst zijn we weer uit eten gegaan. Ook Jake was gekomen. Wat heb ik veel hulp van hem gehad. Echt een geschenk van de Heer. Tijdens het eten is weer ter sprake gekomen dat ze willen dat ik terugkom. Ook zeiden ze dat, als ik andere broeders ken die hen met het Woord zouden willen dienen, zij hartelijk welkom zijn. Dit is een punt van verder gebed. Ik heb er nog een gebedspunt aan toegevoegd en dat is of we de Heer ook zullen vragen of Hij zou kunnen zorgen voor een jonge, toegewijde Chinese broeder die de waarheid liefheeft en Engels spreekt en daarin en daarmee wil dienen, om een volgende keer te vertalen. Dan heeft Thomas ook de handen vrij. Thomas stemde met het voorstel in.
Na het eten is Thomas naar zijn hotel gegaan en ben ik met Jake en zuster Li en broeder Yen naar het motel gegaan om in te checken. Broeder Yen was vrijdagavond gekomen en zal Thomas vergezellen op zijn reis naar en zijn dienst in de andere gemeente en daar ook met het Woord dienen. Wat ben ik dankbaar dat Jake bij het inchecken was. Niemand bij de receptie sprak Engels. Maar ze waren wel heel aardig. Ik moest een borg betalen. Dat wist ik en dacht dat ik dat met mijn creditcard kon doen. Konden ze helaas niets mee. Omdat ik geen contant geld had, wilde zuster Li de borg wel betalen. Maar dat hoefde ook weer niet. Dus ik kon zo naar mijn kamer gaan. Daar even alles neergezet en toen met z'n vieren Harbin in om op voorstel van Jake een bezoek aan de Russisch-orthodoxe Sofiakathedraal in het centrum van Harbin te brengen en daarna iets te eten.
Maar eerst wilde ik wel naar een bank om geld te kunnen opnemen. Twee banken opgezocht, maar geen bank die iets met mijn creditcard of pinpas kon. Ik dacht: Nu heb ik een probleem, want als ik geen geld kan trekken, kan ik ook geen taxi betalen om me donderdagmorgen naar het vliegveld te brengen en dat vond ik toch wel even prioriteit. Zuster Li bracht weer uitkomst. Hoeveel ik nodig had. Ik vroeg het aan Jake. Even rekenen en ik noemde een bedrag. Ze keek bedenkelijk en ik dacht: Dat is zeker teveel. Maar nee, ze vond het te weinig. Dat ging ik niet redden voor de dagen dat ik hier nog zou zijn. Ik noemde een iets hoger bedrag. Vond ze ook nog te weinig en ze gaf me nog wat meer. Ik had nu dus in elk geval wat contanten. Ik zei dat ik het zou zo spoedig mogelijk zou terugbetalen of overmaken. Het zal wel door de communicatie en mijn onbegrip komen, maar het liep anders.
Toen we in de stad liepen, zag ik ineens weer een bank. Ik zei tegen Jake dat ik daar nog even wilde proberen geld te krijgen. En jawel, daar kon ik geld uit een automaat trekken. Ik geld getrokken en haar het geleende geld teruggegeven. Haar gezicht betrok. Bleek dat ze me dat als gift van haar hart had willen geven voor de dienst die ik had gedaan en waarvan ze zo enorm genoten had. Na nog een misverstand, door een tussenoplossing die ik bedacht, maar die ook niet werkte, werd me duidelijk dat ik dit gewoon als een gift van haar hart als van de Heer moest accepteren. Ik zei dat ik in mijn dienst voor de Heer graag niets met geld te doen wil hebben, maar dat als de Heer het iemand in het hart werkt, ik het graag aanneem. Ze was helemaal blij. Jake, die dit alles moest vertalen, vond het allemaal wel speciaal en heel mooi. Dat was het ook. Onderweg zei ik hem dat ieder die een werk voor de Heer wil doen, moet oppassen voor drie grote valstrikken: geld, vrouwen en macht. Ook gewezen op het aspect dat de Heer verwacht van wie in het woord wordt onderwezen, wat van zijn aardse bezit geeft aan hem die onderwijs geeft (Gl 6:6). Maar dat wordt wel gezegd tegen hen die onderwijs ontvangen. Nooit mag iemand die onderwijs geeft, die tekst misbruiken om een bijdrage te claimen.
Dit gebeurde nadat we in de stad de genoemde kathedraal (van buiten) hadden bekeken en onderweg waren naar een soort pizzeria. Daar hebben we weer met elkaar gegeten. Ik bestelde een pizza (om maar weer eens wat Europees eten te eten) en de anderen wat anders. Eerst werd het eten van Li gebracht. Die zei dat ik er ook wat van moest nemen. De anderen namen er wel wat van, maar ik zei uit beleefdheid dat ik wel op mijn pizza wachtte. Daar moesten ze wel om lachen, want het is de gewoonte dat wat ieder bestelt, met zijn allen wordt gedeeld, dus ook mijn pizza.
Tijdens het eten heeft Li een lange tijd gepraat tegen Yen en Jake. Ik verstond er uiteraard niets van, maar zag dat ze soms emotioneel werd en er tranen kwamen. Ik vermoedde dat ze haar levensverhaal vertelde. Thomas had me al verteld dat ze een bewogen verleden heeft. Ze heeft een kind (nu van een jaar of vijftien, als ik het goed heb) en is door haar man in de steek gelaten. Toen we Yen en Li bij hun hotel hadden gebracht, bracht Jake me naar mijn kamer en daar vroeg ik hem ernaar. Ze heeft verteld dat ze twee keer een ongeluk heeft gehad en daarbij beide keren ternauwernood aan de dood is ontsnapt en dat ook een poging om zelfmoord te plegen is mislukt. Ook is ze een keer beroofd van al haar geld en bezittingen. Door deze en nog andere ervaringen heeft ze God leren kennen als Iemand Die voor haar zorgt. Daardoor is ze nu, zoals Thomas haar noemde, een bijzondere, Godvrezende zuster. Achteraf is ze me ook wel tijdens de bijbelstudies opgevallen door haar onopvallende intense luisteren en aantekeningen maken.
Zondag zou ik eerst met Thomas meegaan naar een dienst waar hij dan het Woord brengt. Hij belde me zaterdagavond op om nog te zeggen dat hij wel direct na de samenkomst moest vertrekken. Ik kon wel blijven en er zou wel naar me worden omgekeken, maar er was niemand die Engels spreekt, dus dat is wel een probleem. Dan werd het toch op de kamer in het motel blijven. Het zou wel vreemd zijn om op zondag niet naar een samenkomst te kunnen gaan, maar als het zo loopt, zal de Heer het wel goed vinden. Even later belde Xin, de zus van Keran, me. Zij spreekt ook Engels. Ze vroeg of ik zondagmorgen mee wilde naar een Engelstalige dienst. Dat is toch ook wel weer mooi, want het is toch veel beter om, als het kan, ergens op de dag van Heer met kinderen van God samen te komen.
Ze haalden me om half tien op bij het motel. Toen met de taxi door Harbin, een belevenis apart. Wat een chaos en getoeter. Na een kleine drie kwartier rijden kwamen we aan bij de kerk. De dienst was al begonnen. Tot mijn verbazing stond Jake in de deuropening om bezoekers welkom te heten en een plaats aan te wijzen. Het was dus de kerk waar hij heen ging en waarvan ik met hem had afgesproken dat ik er dinsdagavond eens zou gaan kijken. De kerk zat stampvol. Ik schat dat er tussen de 150 en 200 mensen, het merendeel jongeren, aanwezig waren. Er was een kleine zanggroep op het podium en wat muzikale begeleiding. Ze deden de begeleiding van het zingen. Een jonge zuster heette allen welkom, in het bijzonder zij die er voor het eerst waren en ging voor in gebed. Er werden nog wat liederen gezongen, waaronder amazing grace. Het zingen klonk heel mooi, was niet opgeklopt. De preek van de Amerikaanse voorganger was ook goed om naar te luisteren. Daarna werd onder leiding van de jonge zuster nog door de kerk de apostolische geloofsbelijdenis en het Onze Vader opgezegd. Daarmee was de dienst geëindigd.
Er volgden nog wat mededelingen. O.a. over het avondmaal, dat binnenkort zou worden gevierd en waarop iedereen zich wel moest voorbereiden. Ze zei ook dat door eraan deel te nemen je deel kreeg aan Christus. Het zal misschien niet zo zijn bedoeld, maar het klonk me wel wat ‘rooms’ in de oren. Wat ik ook heb gemist, is de noodzaak van berouw over en belijdenis van de zonden en het besef van Gods oordeel daarover. De uitnodiging was dat je alleen maar God hoefde te ontvangen. Ik heb natuurlijk slechts één dienst meegemaakt. Ik kan dus alleen mijn indruk van deze dienst weergeven. Die indruk is dat de boodschap was dat alleen liefde belangrijk is. In het slotlied, dat naar ik begreep na elke dienst als een uitnodiging alle nieuwkomers wordt toegezongen, werd dat zo gezegd: All you need is love. Liefde is alles wat je nodig hebt. Als dat het inderdaad enige is, is het een onbijbelse uitnodiging. Je hebt eerst berouw en bekering nodig.
Deze kerk is een door de staat erkende, zogeheten ‘Drie Zelf Kerk’. Na afloop zei ik tegen Jake dat, nu ik deze dienst heb meegemaakt, het me niet nodig leek dinsdagavond nog te komen. Onderweg dacht ik: Dit is niet wat ik zoek. Het is goed dat ik het even heb mogen proeven en ben dankbaar voor het goede dat daar is. Wat mijzelf betreft, zie ik de taak die de Heer me geeft, als Hij hier verder gebruik van mij wil maken, duidelijk in verbinding met de gelovigen met wie ik de afgelopen dagen in alle eenvoud en intensief Gods Woord heb mogen delen. Ik heb de indruk dat de Heer me in hen enkele van de Chinese gelovigen heeft laten vinden naar wie ik op zoek was.
Na de dienst heeft de familie Wang me meegenomen uit eten. Dit keer werd het een Russisch restaurant. Hun zorg om mij is groot. Ze willen het me in alles naar de zin maken en maken dat ik me thuis voel. Hun zorg is ook of ik in het motel wel goed en genoeg te eten heb. Ik heb ze gerust kunnen stellen. Ze wilden ook graag dat ik nog wat meer tijd met hen doorbreng. Dat is altijd een moeilijk punt voor mij. Ik ben graag wat op mijzelf, maar wil ook niet onbeleefd zijn. We hebben maar afgesproken dat ik de rest van de zondag en de maandag wat voor mezelf zou doen en dat ik dinsdag halverwege de middag door hen wordt opgehaald en dan bij hen de avondmaaltijd gebruik.
Dat gaf me onder andere gelegenheid dit beknopte verslag van de voorgaande dagen te schrijven en aan jullie toe te sturen. Mocht er in de komende dagen tijdens mijn verblijf hier iets zijn wat aanleiding geeft nog wat aan dit verslag toe te voegen, dan horen jullie nog een keer van mij. Graag vraag ik nog een keer om jullie voorbede voor de resterende dagen en de terugreis DV a.s. donderdag.
In Hem verbonden,
Ger de Koning
PS Nauwelijks was, om zo te zeggen, de inkt van bovenstaande droog, of ik heb al iets toe te voegen. Omdat het verslag nog niet was verzonden, doe ik hierbij gelijk maar. Ik was net klaar en daar ging de telefoon. Het was Thomas. Hij vroeg hoe ik het had gehad en hij vertelde iets van de zegen die hij heeft mogen ervaren op de plaats waar hij en broeder Yen het Woord hadden gebracht. Nog eens hadden de gelovigen daar gezegd, dat ze het jammer vonden dat ze me niet hadden kunnen ontvangen. Het was te gevaarlijk. Maar … of ik dan misschien volgend jaar april gelegenheid had. Dan zouden ze iets regelen in een stad in de buurt waar het allemaal wat minder opvalt. Ze hebben in april en november gelegenheid voor een dienst met het Woord. April komt mij niet uit, maar we zullen bidden voor november, zo de Heer wil en wij leven.
Beste allemaal,
Ik ben donderdagavond weer behouden op de thuisbasis teruggekeerd, met een hart vol dank aan de Heer. Hem komt alle eer toe. Nogmaals bedankt voor jullie gebeden en bewijzen van betrokkenheid.
De vertaling in het Chinees van het commentaar op de brief aan de Romeinen is door Jan Paul Spoor, de webmaster van www.oudesporen.nl, op internet gezet. Dit is de link: http://www.oudesporen.nl/list-cn.php. Mochten jullie iemand kennen die hiervoor belangstelling heeft, dan kun je hem/haar de link sturen of wijzen op de website, onder ‘Other languages’ – Chinese (CN), links op de homepage. Op deze manier kun je meewerken aan verbreiding van Gods Woord.