Inleiding
Woord van dank
De publicatie van het commentaar over het boek Hooglied is een goede aanleiding om mijn grote dank aan Jezus Christus, mijn Verlosser en Heer, uit te spreken. Hij heeft mij naast het verlangen ook de mogelijkheid gegeven om over alle bijbelboeken een commentaar te schrijven. Dit zie ik als een groot voorrecht en tegelijk een grote verantwoordelijkheid. Het is aan de lezer om de Schriften te onderzoeken of wat in de commentaren staat, in overeenstemming is met Gods gedachten (Hd 17:11). Voor het goede dat de lezer erin ontdekt, komt de Heer Jezus alle eer toe.
Ik ben de Heer eveneens dankbaar voor de velen die door Hem zijn gebruikt om een bijdrage te leveren aan een commentaar. Het is voor mij onbegonnen werk om namen te noemen van hen van wie ik bij het schrijven van een commentaar hulp heb gekregen. Ik kan mij niet voorstellen dat een commentaar kan worden geschreven zonder hulp van anderen. Die hulp heeft bijvoorbeeld bestaan uit een omvangrijke uitleg die iemand heeft geschreven waardoor ik de tekst beter ben gaan begrijpen. Het kan ook iemand zijn die mij op een detail heeft gewezen met een suggestie voor een verbetering. Tevens ben ik dankbaar voor allen die in de loop der jaren de publicatie in boekvorm en digitaal mogelijk hebben gemaakt.
De Heer heeft het in de gemeente zo geregeld, dat de leden elkaar nodig hebben om de taak te verrichten die Hij ieder lid heeft gegeven. Hij zal ieder die een bijdrage heeft geleverd, in welke vorm ook, daarvoor belonen. Ik zou zomaar iemand kunnen vergeten, maar Hij vergeet er niet één.
Ik maak graag één uitzondering: mijn vrouw Willy. Ik ben de Heer bijzonder dankbaar voor haar bijdrage:
‘Lieve Willy, je hebt van de Heer een groot invoelend vermogen gekregen. Je hebt oog voor de vele details die de Heer in het leven heeft gegeven en die het leven zo kleurrijk en betekenisvol maken. Ik heb daar niet zo’n oog voor, maar je hebt het mij laten zien en horen door te zijn wie je bent in je omgang met de Heer, met mij, met onze kinderen, aangetrouwde kinderen en kleinkinderen, de medegelovigen, de mensen in de omgeving waar we wonen en bij de vele ontmoetingen elders. Zo heb je talrijke bijdragen geleverd voor toepassingen van Gods Woord in het dagelijks leven die ik in de commentaren heb kunnen verwerken. Ik dank de Heer uit de grond van mijn hart voor de eenheid die Hij in onze verschillen van ons heeft gemaakt.’
Ger de Koning
Middelburg, juni 2018
Vooraf
De basis voor dit commentaar over Hooglied zijn lezingen die ik in de periode 2009-2013 in Schmalkalden, Duitsland, heb mogen houden. Een eerste voorstel voor een onderwerp voor de lezingen was huwelijk en relaties. Aangezien ik de voorkeur aan een bijbelboek geef, heb ik voorgesteld na te denken over het boek Hooglied. Dat bijbelboek leent zich er uitstekend voor om toepassingen op het huwelijk en relaties te maken.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik het een behoorlijk waagstuk vond om over dit bijbelboek lezingen te houden. Hooglied is een poëtisch boek en ik ben niet zo poëtisch aangelegd. Als we het boek lezen, kunnen we denken: ‘Gaan wij als man en vrouw zo met elkaar om? Spreken wij als man en vrouw over en tot elkaar zoals dat in dit boek gebeurt?’ Ik houd veel van mijn vrouw en probeer haar dat ook op mijn manier te laten merken en horen. Maar dat is wel enigszins anders dan in dit boek wordt beschreven, of beter: wordt bezongen.
Toch hebben we deze uitingen van liefde in Gods Woord. Het heeft ons daarom iets te zeggen. Ook van dit bijbelboek geldt dat het door God is ingegeven, omdat het nuttig is “om te leren, te weerleggen, te verbeteren en te onderwijzen in [de] gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen is, tot alle goed werk ten volle toegerust” (2Tm 3:16-17).
Het gaat over liefdesrelaties, over relaties tussen man en vrouw. We kunnen dat toepassen op ons huwelijk. Veel ervan kunnen we ook toepassen op ons gezin, maar ook op onze relaties met onze medegelovigen, onze broeders en zusters. Van wat we in dit boek over liefde lezen, kunnen we daarom ook veel leren over de manier waarop we naar elkaar kijken, hoe we elkaar zien en wat we tegen elkaar zeggen, kortom hoe we met elkaar omgaan.
Inleiding op het boek Hooglied
Van Salomo hebben we drie boeken in de Bijbel. Behalve het boek Hooglied heeft hij ook de boeken Spreuken en Prediker geschreven. In die beide boeken zegt Salomo iets over een vrouw.
Salomo had duizend vrouwen (1Kn 11:3), maar de juiste vrouw, de vrouw met wie hij een echte liefdesverhouding kon hebben, was er niet bij. Hij heeft haar ‘onder de zon’ gezocht, maar moest tot de conclusie komen: “Een vrouw onder die allen heb ik echter niet gevonden” (Pr 7:28). In het boek Prediker (de ‘prediker’ is Salomo) wordt het leven alleen op horizontaal niveau gezien. De prediker beziet en onderzoekt alles “onder de zon” (Pr 1:14). De slotsom van zijn onderzoek is dat alles vluchtig, ijdelheid, leeg is. Zolang een mens de vervulling van zijn verlangens alleen onder de zon zoekt – ongeacht of het daarbij gaat om een vrouw of iets anders –, zal zijn hart geen waar geluk vinden. De zoektocht van Salomo naar de ware liefde blijft in het boek Prediker dan ook zonder resultaat.
Maar dan horen we in Spreuken uit zijn mond de vraag: “Wie zal een deugdelijke vrouw vinden? (Sp 31:10a). Spreuken is het boek waar vanuit het heiligdom Gods licht schijnt over de weg die wij onder de zon gaan In dat boek horen we iets over wat er in Salomo’s hart leeft over de vrouw die hij zoekt, hoe ze moet zijn. Over haar schrijft hij dan in het vervolg van Spreuken 31. Het antwoord op de vraag blijft weliswaar open, maar zijn zoektocht heeft wel zin gekregen, doordat hij zich nu in het licht van het heiligdom bevindt. Hij weet nu naar wat voor soort vrouw hij zoekt.
In het Hooglied heeft hij haar gevonden. Hooglied is als het ware het heilige der heiligen, waar de oorsprong ligt van de intieme omgang tussen de bruidegom en de bruid. Salomo is zo blij dat hij haar heeft gevonden, dat hij een lied over haar schrijft.
Het boek beschrijft de ontwikkeling van de gevoelens van liefde tussen Salomo en een meisje, zijn bruid, voor wie hij liefde heeft opgevat. Het is een liefdesverklaring van Salomo aan het begin van een relatie die hij met het meisje opbouwt.
Jonge geliefden schrijven elkaar. Als je eenmaal bent getrouwd, woon je bij elkaar en schrijf je elkaar niet meer. Toen mijn vrouw en ik nog verloofd waren, schreef ik wel brieven aan mijn verloofde. Toen mijn vrouw en ik het enige tijd geleden over onze brievenschrijverij in onze verlovingstijd hadden, zei ze dat ze nog wel eens een brief van mij wilde hebben. We waren op dat moment bijna vierendertig jaar getrouwd. Ik heb haar toen een brief geschreven over wat zij al de tijd dat wij getrouwd zijn voor mij is gaan betekenen als vrouw, als moeder van onze kinderen en als oma van onze kleinkinderen. Die heb ik haar gegeven op de dag dat we vierendertig jaar getrouwd waren.
Vrouwen verlangen naar zulke uitingen. Het is goed dat een man zijn vrouw regelmatig vertelt wat ze voor hem betekent. Het is ook goed als een vrouw haar man eens vraagt wat ze voor hem betekent.
Daaraan kan nog worden toegevoegd dat het goed is om ook onze kinderen en kleinkinderen af en toe te zeggen dat we van hen houden en zeggen hoe blij we zijn dat ze tot het gezin en de familie behoren. We kunnen ze dat ook laten voelen bijvoorbeeld door de kleintjes op schoot te nemen en ze voor te lezen. De oudere kinderen en kleinkinderen kunnen we dit laten voelen door belangstelling voor hun studie of plannen te tonen. Het zijn uitingen die we misschien wel moeten leren, maar het is belangrijk dat we regelmatig onze liefde ‘aan hen verklaren’.
Maar de liefdesverklaring is niet de enige betekenis van het Hooglied. In de profetische toepassing zien we in Salomo een beeld van de Heer Jezus en in de bruid een beeld van Jeruzalem – of het gelovig overblijfsel – en dat vooral in de eindtijd, dat is de tijd van de grote verdrukking. Dat Salomo een beeld is van de Heer Jezus, wordt door de Heer Zelf aangegeven als Hij van Zichzelf zegt: “En zie, meer dan Salomo is hier!” (Mt 12:42b).
In Hooglied zijn veel dingen die duidelijk maken hoe het overblijfsel als de bruid en de Heer Jezus als de Bruidegom naar elkaar gevoerd worden. Dit betekent dat we veel profetie in dit boek hebben. Het vertelt ons iets over toekomstige gebeurtenissen.
Behalve de letterlijke en de profetische betekenis heeft het boek nog een derde betekenis en dat is de praktische of geestelijke toepassing ervan voor ons. We kunnen de prachtige inhoud van Hooglied toepassen op ons persoonlijke geloofsleven, op onze verhouding tot de Heer Jezus. In het verlengde daarvan zijn er ook toepassingen op de relaties in onze huwelijken en gezinnen en de omgang met onze medegelovigen. In dit commentaar ligt bij de overdenking van dit ‘lied van de liefde’ daarop de nadruk.