Infomail 2
Middelburg, 30 juli 2024
Geliefde broeders en zusters,
Sinds half juni het vermoeden is geuit dat ik lymfeklierkanker heb en dat nieuws zich heeft verspreid, hebben Willy en ik op verschillende manieren veel bewijzen van medeleven, bemoedigingen en vertroostingen ontvangen.
In een paar zinnen willen we het verloop van de ziekte vertellen, zodat allen die ervan hebben gehoord of wellicht nog zullen horen dezelfde informatie hebben. We hebben ons tijdens dit verloop verwonderd over het wijs beleid van de Heer, Die ons in rust op elke volgende fase van het onderzoek voorbereidde.
Half mei ging ik naar de huisarts omdat ik een zwelling in mijn nek voelde. Er is toen een echo gemaakt. De uitslag was dat het niet verontrustend was. Omdat de zwelling plotseling stevig begon te groeien, volgden vanaf half juni diverse onderzoeken. De diagnose was: Lymfeklierkanker, non-hodgkin, agressief met uitzaaiingen.
Het goede nieuws is dat ik tot nu toe geen klachten heb, ik voel me goed. Daar zijn we de Heer dankbaar voor. Het beste nieuws is dat alles in Zijn hand is, dat is de hand van Hem Die alle dingen laat meewerken ten goede voor hen die Hem liefhebben. Het is ‘de zachte en tegelijk sterke hand van onze God’, zoals iemand ons schreef. Daarop willen Willy en ik blijven vertrouwen, ook als er moeilijke tijden komen. Op dit moment zien we niet tegen de behandeling op. We zien op naar Hem Die er ook dan bij is. Ook zijn we dankbaar voor de diverse reacties, die we, zoals hierboven al vermeld, van vele kanten hebben ontvangen.
Het herinnert ons aan Achsa, aan wat zij van haar vader Kaleb vraagt en wat zij van hem krijgt: “Geef mij een zegen. Omdat u mij een dor [stuk] land gegeven hebt, geef mij [dan] ook waterbronnen. Toen gaf Kaleb haar hooggelegen bronnen en laaggelegen bronnen” (Ri 1:15).
De Heer Jezus in de hemel is het centrum van de hooggelegen bronnen tijdens onze reis door de woestijn van dit leven. In Hem hebben we rijke zegeningen in de hemel ontvangen waarvan we mogen genieten en die ons verkwikken.
Achsa krijgt ook laaggelegen bronnen. Dat zien we in onze broeders en zusters op aarde. Het is de verkwikking die we ervaren als zij van onze situatie horen en ons laten weten dat zij, en ook anderen met wie zij dit nieuws hebben gedeeld, met ons meeleven en voor ons bidden. Door deze laaggelegen bronnen, die hun water van de hooggelegen Bron krijgen, worden we overvloedig verkwikt en vertroost.
Deze beide bronnen te mogen kennen is geweldig, de verkwikking van beide bronnen te beleven is overweldigend. We danken de Heer voor beide bronnen.
We zijn benieuwd naar het verdere plan van de Heer met ons leven, zolang Hij ons nog op aarde laat, want we zien ook uit naar Zijn komst. Ons verlangen is dat deze beproeving door ons mag worden beleefd als een loutering van ons geloof dat veel kostbaarder is dan goud, en dat het blijkt te zijn tot lof en heerlijkheid en eer bij de openbaring van Jezus Christus (1Pt 1:6-7). Jullie gebed daarvoor en voor een mogelijke genezing (Fp 4:6-7) stellen we zeer op prijs.
Mocht er tijdens de behandeling iets te melden zijn om voor te bidden of te danken, dan laten we het weten, in het bewustzijn: zo de Heer wil en wij leven (Jk 4:15) en Hij nog niet is gekomen om ons op te nemen (1Th 4:14-18).
In Hem verbonden,
Ger en Willy
PS Voel je vrij om dit bericht door te geven.