Dit overzicht is niet meer dan een poging aan de hand van een aantal Schriftgegevens een volgorde te ontdekken in de gebeurtenissen in de eindtijd. Het gaat om gebeurtenissen die direct voorafgaan aan en direct volgen op de grote gebeurtenis van de komst van de Heer Jezus. De plaatsen van handeling zijn Israël en de landen daaromheen ofwel het Midden-Oosten.
Vooraf
Het onderstaande overzicht pretendeert niet te zeggen dat de volgorde precies zo is als daarin wordt weergegeven. Soms vallen gebeurtenissen samen, soms liggen gebeurtenissen zo dicht bij elkaar, dat het moeilijk is om vast te stellen wat de juiste volgorde is. Wel is er een algemene lijn te ontdekken in “wat spoedig moet gebeuren” (Op 1:1).
Voor een gezonde studie van de profetie geeft Petrus aan het slot van hoofdstuk 1 van zijn tweede brief nog een belangrijke aanwijzing: “Weet dit eerst, dat geen profetie van [de] Schrift een eigen uitlegging heeft.” Hij zegt hier dat we in de eerste plaats (“weet dit eerst”) een profetie niet op zichzelf moeten bekijken, maar altijd in verbinding met andere profetieën. Dit betekent dat we altijd Schrift met Schrift moeten vergelijken.
Als we dat niet doen, is het gevaar groot dat we het profetische woord gaan manipuleren en naar onze eigen hand gaan zetten. We gaan het dan verklaren zoals het ons het beste uitkomt. De vervulling van de profetieën gebeurt op de wijze die in het Woord wordt vermeld en niet volgens eigen opvattingen. Dat betekent ook dat we de tekstverwijzingen ook moeten zien in het verband van het bijbelboek waarin ze staan.
Het is dan ook zeer aan te bevelen om de teksten waarnaar na ieder punt wordt verwezen, na te lezen: “Zoek het na in het boek van de HEERE en lees” (Js 34:16). In veel gevallen zijn er nog meer teksten die het betreffende punt kunnen verduidelijken, maar de genoemde teksten spreken m.i. het duidelijkst.
Het middelpunt van de profetie is een Persoon: de Messias. Het gaat om Zijn komst in de wereld. De Schrift laat ons twee komsten van de Messias zien. Zijn eerste komst ligt achter ons. Hij is gekomen als de lijdende Messias. Zijn tweede komst ligt voor ons. Hij komt als de heersende Messias. De sleutel voor het juist begrijpen van de profetieën is Christus en Zijn lijden en de heerlijkheid die komt, want “het getuigenis van Jezus is de geest van de profetie” (Op 19:10b).
Overzicht
Hoewel het nu geen toekomstige gebeurtenis meer is, is de oprichting van de staat Israël, in 1948, dat lange tijd wel geweest. Er wordt door de profeten over geschreven. De oprichting, in ongeloof, maar door de voorzienigheid van God, is een bewijs van de waarheid van het profetische Woord – Js 18:1-4; Ez 37:1-14
[Voordat de hierna genoemde gebeurtenissen zullen plaatsvinden, wordt eerst de gemeente opgenomen. Deze gebeurtenis wordt nergens in de profetieën in het Oude Testament genoemd. De opname van de gemeente is in het Oude Testament een verborgenheid – Jh 14:1-3; 1Th 4:14-18; 1Ko 15:51-54. In de gemeente is geen onderscheid tussen Jood en heiden – Ef 2:14; Ko 3:11)]
Na de opname van de gemeente begint de zeventigste ofwel laatste jaarweek van zeven jaar waarover we lezen in Daniël 9:24-27. Dit gedeelte is wel genoemd ‘het ABC van de profetie’. [Het is aan te bevelen daarvan studie te maken om de loop van de hierna beschreven gebeurtenissen te volgen. Zie daarvoor ‘Het ABC van de profetie’ op https://www.kingcomments.com/nl/onderwerpen/toekomst/toekomstige-gebeurtenissen-in-het-midden-oosten/2.] Het tweede deel van deze jaarweek, dat is een periode van drieënhalf jaar, is de tijd die in de Schrift “de grote verdrukking” en “een tijd van benauwdheid” wordt genoemd – Mt 24:21; Op 7:14; Jr 30:7; Dn 12:1
Deze periode begint met het uit de hemel werpen van de satan – Op 12:7-9,12
De satan geeft aan het beest uit de zee, de leider en vertegenwoordiger van het herstelde Romeinse rijk, dat is de Europese Unie, “zijn macht en zijn troon en groot gezag” – Op 13:1-2
Tegelijk daarmee neemt het beest uit de aarde, de antichrist, de macht in Israël – Op 13:11-15; Jh 5:43; Dn 11:36-39; Zc 11:15-17
De antichrist (het beest uit de aarde) sluit een beschermend verbond met de leider van de Europese Unie (het beest uit de zee) – Dn 9:27; Js 28:14-15; 57:9-11; Op 13:11-13
De antichrist gaat in de tempel zitten en vertoont zichzelf dat hij God – 2Th 2:4
De antichrist laat voor de leider van de Europese Unie in de tempel een beeld oprichten dat iedereen moet aanbidden – Mt 24:15; Op 13:14-15
Voor de Godvrezende Joden in Judea is dit het teken om naar het omliggende gebergte te vluchten – Mt 24:16
De koning van het zuiden (Egypte) trekt op tegen Israël waar de antichrist regeert – Dn 11:40
De Assyriërs, ofwel de koning van het noorden, reageren daarop en overspoelen Israël – Js 8:5-8; 10:5,28-32; 28:2,14-19; Dn 9:27. [God heeft hen vroeger gebruikt als Zijn roede om Zijn afvallige volk te tuchtigen (zie o.a. Js 10:5); dat doet Hij hier voor de laatste keer. De Assyriërs worden bij hun aanval gesteund door Gog, dat is Rusland – Dn 8:23-24]
De Assyriërs, met in hun gevolg de Libiërs en de Cusjieten, nemen op hun tocht naar Egypte Jeruzalem in (dit is de eerste aanval) en stoten daarna door naar Egypte dat door hen wordt overrompeld – Dn 11:40-43; Jl 2:1-11; Zc 14:1-2
De Europese legers snellen Israël te hulp vanwege het verbond tussen de leider van de Europese Unie en de antichrist, de leider van het afvallig Israël – Op 16:13-16; 19:19
Het lijkt erop dat machten uit het verre Oosten, de koningen die van de zonsopgang komen, daar weer op reageren en zich in de strijd mengen – Op 16:12
De Heer Jezus komt met Zijn gevolg uit de hemel en verdelgt de Europese legers in het noorden van Israël, in Harmagedon, waar ze door God verzameld zijn – Op 16:16; 17:14; 19:11-19; Dn 2:34-35,44-45
Het beest ofwel de leider van de Europese Unie en de valse profeet ofwel de antichrist worden zonder vorm van proces levend in de hel geworpen – Op 19:20-21
De Heer Jezus daalt neer op de Olijfberg en trekt als een Held tegen al Zijn vijanden ten strijde om Zijn recht op de aarde te laten gelden en Zijn macht te vestigen; dit is het begin van wat we Zijn ‘Davids regering’ kunnen noemen – Zc 14:3-7; Hd 1:11; Ps 2:8
Het overblijfsel uit de twee stammen dat is gevlucht, keert terug en verslaat samen met de in Jeruzalem achtergebleven getrouwen de bezettingsmacht van de Assyriërs – Mi 5:4-5; Zc 12:4-5
De rest van de goddeloze Joden wordt omgebracht – Js 66:17; Zf 3:11,15; Zc 14:5
Door geruchten uit het oosten (het teruggekeerde overblijfsel uit de twee stammen?) en het noorden (de legers van de EU en het oordeel van Christus daarover?) keert de hoofdmacht van de Assyriërs met de koning van het noorden uit Egypte terug naar Jeruzalem – Dn 11:44-45a
Christus vernietigt in Edom, de grootste hater van Zijn volk, de heidenvolken die in Edom zijn verzameld, waarbij Hij Zijn volk inschakelt – Js 34:1-17; 63:1-6; Ob 1:18
De Heer Jezus komt uit Edom (Js 63:1) naar Jeruzalem en vernietigt de koning van het noorden met de Assyriërs bij Jeruzalem – Js 30:27-33; Jl 3:2,12; Dn 11:45
Het gelovig overblijfsel van de Joden is verlost van al zijn vijanden – Js 10:20-27; 29:5-7; 30:18-26; Mi 5:1-8; Zf 3:12-20
Het overblijfsel van de tien stammen is uit alle volken teruggekeerd naar Israël – Mt 24:31; Js 27:13; Jr 3:18; 23:8; 31:8; Ez 20:34-38; Hs 11:11
Israël woont als één volk van twaalf stammen onder één Koning in vrede en veiligheid in het land – Ez 37:15-28
Dit nieuwe Israël – dat “heel Israël” is (Rm 11:25) – plundert en oordeelt Jordanië, Arabië, de Filistijnen (Palestijnen) e.a. – Js 11:11-16; Jl 3:8; Zf 2:6-10; Ps 149:6-9
Gog, de vorst van Magog, een macht in het uiterste noorden (Ez 38:6,15; 39:2), dat is Rusland, met in zijn gelederen de Perzen, Cusjieten en Puteeërs, rukt op tegen Israël en wordt op de bergen van Israël verdelgd – Ez 38:1-23; 39:1-29
Satan wordt voor duizend jaren gebonden – Op 20:1-3
Toelichting: Het is m.i. niet eenvoudig om vast te stellen op welk moment de satan wordt gebonden. Het is m.i. het meest waarschijnlijk dat het op dit moment is, omdat met de verdelging van deze laatste vijandige machten het met de heerschappij van de satan over de wereld is afgelopen.
Voltooiing van de eerste opstanding, die van de rechtvaardigen – Op 20:4-6
De Heer Jezus, gezeten op de troon van Zijn heerlijkheid op aarde, oordeelt de levende volken, waarna Zijn duizend jaar durende ‘Salomo’s regering’ begint – Mt 25:31-46
Er is herstel voor Assyrië, Egypte, Jordanië en Perzië – Js 19:16-25; Jr 46:26-27; 48:47; 49:6,39
De Heer Jezus bouwt de nieuwe tempel, het centrum van Zijn regering als de ware Salomo, de Vredevorst – Ez 40:1-49; 41:1-26; 42:1-20; 43:1-12
Duurzame, duizendjarige vrede, met Jeruzalem als het vredecentrum van de aarde – Js 2:1-5; 11:1-10; 35:1-10; Jr 30:1-23; 31:1-40