Hier begint de geschiedenis David, een man, die met zijn zwaard en zijn pen de eer van God en de belangen van Israël heeft gediend. Het is de man die al eerder beschreven is als ‘de man naar Gods hart’ (1Sm 13:1414maar nu zal uw koningschap geen stand houden. De HEERE heeft een man naar Zijn hart voor Zich uitgezocht, en de HEERE heeft hem de opdracht gegeven een vorst te zijn over Zijn volk, omdat u niet in acht genomen hebt wat de HEERE u geboden had.; Hd 13:2222En na hem te hebben afgezet verwekte Hij hun David tot koning, van wie Hij ook aldus getuigenis gaf: ‘Ik heb David gevonden, de [zoon] van Isaï, een man naar Mijn hart, die Mijn hele wil zal doen’.) en die als naaste van Saul “beter is” dan hij (1Sm 15:2828Toen zei Samuel tegen hem: De HEERE heeft vandaag het koningschap van Israël van u afgescheurd en het aan uw naaste gegeven, die beter is dan u.). David betekent ‘beminde’, ‘geliefde’. Dat is hij niet voor zijn broers, maar hij is het van de HEERE. De HEERE, dat is de Heer Jezus, is de wortel van David (Op 22:1616Ik, Jezus, heb Mijn engel gezonden om u deze dingen te betuigen voor de gemeenten. Ik ben de Wortel en het Geslacht van David, de blinkende Morgenster.; 5:55En een van de oudsten zei tegen mij: Ween niet, zie, de Leeuw uit de stam van Juda, de Wortel van David, heeft overwonnen om het boek en zijn zeven zegels te openen.). David wortelt in Hem en komt uit Hem voort. David is voortgekomen uit het hart van God.
Er zijn enkele uitspraken die Gods keus van David op bijzondere wijze laten uitkomen. Zo is hij “de man” die door de HEERE is “uitgezocht” (1Sm 13:1414maar nu zal uw koningschap geen stand houden. De HEERE heeft een man naar Zijn hart voor Zich uitgezocht, en de HEERE heeft hem de opdracht gegeven een vorst te zijn over Zijn volk, omdat u niet in acht genomen hebt wat de HEERE u geboden had.). Hij is door de HEERE “gevonden” als “Mijn dienaar” (Ps 89:2121Ik heb David, Mijn dienaar, gevonden;
met Mijn heilige olie heb Ik hem gezalfd.
), hij is door de HEERE “gezien” als “koning” (1Sm 16:11Toen zei de HEERE tegen Samuel: Hoelang rouwt u om Saul, die Ík immers verworpen heb, zodat hij geen koning over Israël [meer] zal zijn? Vul uw hoorn met olie, en ga [op weg]; Ik zend u naar Isaï, de Bethlehemiet, want Ik heb een koning voor Mij gezien onder zijn zonen.) en “heeft hem de opdracht gegeven een vorst te zijn over Zijn volk” (1Sm 13:1414maar nu zal uw koningschap geen stand houden. De HEERE heeft een man naar Zijn hart voor Zich uitgezocht, en de HEERE heeft hem de opdracht gegeven een vorst te zijn over Zijn volk, omdat u niet in acht genomen hebt wat de HEERE u geboden had.). David is in veel opzichten een schitterend type van de Heer Jezus. Keer op keer zullen we in zijn geschiedenis aan Hem worden herinnerd.
David is de derde hoofdpersoon van dit bijbelboek. Van de twee andere hoofdpersonen, Samuel en Saul, is ons al veel bekend geworden. Samuel en Saul zijn beiden van de HEERE gebeden, er is om hen gevraagd. Om Samuel is aan de HEERE gevraagd door een Godvrezende moeder (1Sm 1:11,2011Zij legde een gelofte af; zij zei: HEERE van de legermachten, wanneer U werkelijk de ellende van Uw dienares aanziet, aan mij denkt en Uw dienares niet vergeet, maar aan Uw dienares een mannelijke nakomeling geeft, dan zal ik die voor al de dagen van zijn leven aan de HEERE geven, en er zal geen scheermes op zijn hoofd komen.20Het gebeurde na verloop van dagen dat Hanna zwanger werd. Zij baarde een zoon en gaf hem de naam Samuel, want, [zei ze,] ik heb hem van de HEERE gebeden.). Om Saul is ook gevraagd en wel door een heel volk, hoewel een van God afwijkend volk (1Sm 8:55Zij zeiden tegen hem: Zie, u bent oud geworden en uw zonen gaan niet in uw wegen. Stel daarom een koning over ons aan om ons leiding te geven, zoals alle volken.). De naam Saul betekent ‘gevraagd’ of ‘begeerd’.
Saul is de man naar het hart van het volk. Door hem te geven heeft God het volk gegeven waar het om heeft gevraagd. De wens om een koning te hebben was niet verkeerd, want God had het in Zijn hart hun een koning te geven. Ze vragen echter niet naar Gods tijd en motieven en ook niet naar Gods man. Ze willen een koning omdat ze willen zijn als de volken. God gebruikt hun vraag echter om het contrast te laten zien tussen hun smaak en Zijn smaak. Hij komt eerst tegemoet aan hun verlangens om daarna te laten zien wie er aan Zijn verlangens beantwoordt. We zien hier het beginsel: “Niet het geestelijke is eerst, maar het natuurlijke; daarna het geestelijke” (1Ko 15:4646Maar niet het geestelijke is eerst, maar het natuurlijke; daarna het geestelijke.).
David vormt een groot contrast met zowel Samuel als Saul. Om David is namelijk door niemand gevraagd. Hij wordt zelfs vergeten. Niemand denkt aan hem (vgl. Pr 9:14-1514Er was een kleine stad met weinig mensen erin. Een groot koning trok ertegen op en omsingelde die. Hij bouwde er grote bolwerken tegen aan.15Daar trof men een arme, wijze man aan. Hij redde de stad door zijn wijsheid, maar geen mens dacht aan die arme man.
). Alleen God denkt aan hem (1Sm 13:1414maar nu zal uw koningschap geen stand houden. De HEERE heeft een man naar Zijn hart voor Zich uitgezocht, en de HEERE heeft hem de opdracht gegeven een vorst te zijn over Zijn volk, omdat u niet in acht genomen hebt wat de HEERE u geboden had.). Hij is dan ook Gods soevereine gave naar de wensen van Zijn hart. De HEERE zegt dat Hij David heeft uitgekozen (1Sm 16:11Toen zei de HEERE tegen Samuel: Hoelang rouwt u om Saul, die Ík immers verworpen heb, zodat hij geen koning over Israël [meer] zal zijn? Vul uw hoorn met olie, en ga [op weg]; Ik zend u naar Isaï, de Bethlehemiet, want Ik heb een koning voor Mij gezien onder zijn zonen.), David is Zijn keus. Dat staat tegenover de wijze waarop Saul koning is geworden. Hij is de keus van het volk. Saul beantwoordt aan hun zoeken naar eigen eer. David zal beantwoorden aan de eer van God.